De dikke portemonnee van Lilianne Ploumen
Minister Kaag staat op het punt bijna een miljard euro aan subsidie uit te delen aan bevriende maatschappelijke organisaties. Haar voorganger Ploumen deed vijf jaar geleden hetzelfde. Ook toen kwam bijna één miljard euro terecht bij organisaties die de ideeën omarmen van de minister.
In mijn vorige bijdrage voor Wynia’s Week besprak ik het programma Power of Voices (PoV), waarin minister Kaag voor de periode 2021 t/m 2025 een bedrag van 825 miljoen euro verdeelt over 20 clusters van NGO’s. Dit “strategisch partnerschap” tussen deze organisaties en de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is echter niet nieuw.
Het werd onder de naam Samenspraak en Tegenspraak (S&T) geïntroduceerd door haar voorgangster Lilianne Ploumen (PvdA). Voor de periode 2016 t/m 2020 gaf zij met 925 miljoen euro nog eens 100 miljoen meer uit. Niet dat nu sprake is van een bezuiniging. Die 100 miljoen euro is overgeheveld naar een andere subsidieregeling.
S&T betekende een koerswijziging in het beleid. Het terugdringen van ongelijkheid (sociaal, politiek, religieus, etnisch, sekse, geaardheid) kwam centraal te staan. ‘Maatschappelijke organisaties’ kregen hierin de belangrijkste rol en moesten minder ongelijkheid bewerkstelligen via “pleiten en beïnvloeden”.
Ideologisch filter
Strategische partners voor S&T werden geselecteerd op basis van hun “track record” en een door hen zelf opgestelde “theory of change”. In deze verandertheorie moesten ze aangeven hoe ze minder ongelijkheid gingen bereiken. Criteria voor het beoordelen van de track record waren o.a. inclusiviteit en duurzaamheid. Net als bij PoV fungeren de selectiecriteria dus als een soort van ideologisch filter om organisaties met onwelgevallige denkbeelden buiten te kunnen sluiten.
Wie S&T en PoV met elkaar vergelijkt, ziet dat PoV de radicalere versie is. In PoV heeft het ministerie zelf een (met marxisme doordrenkte) theory of change opgesteld, die door de potentiële partners expliciet dient te worden onderschreven willen ze in aanmerking komen voor subsidie.
Geen concrete resultaten
Nu PoV duidelijk in het verlengde ligt van S&T zou je verwachten dat er stukken zijn waaruit blijkt dat S&T succesvol is. Dat is echter niet zo. Net als PoV bestaat S&T vooral uit inspanningsverplichtingen en formuleert nergens concrete resultaten, anders dan dat het geld moet worden uitgegeven aan “pleiten en beïnvloeden”. Hoewel bij de start van S&T een onafhankelijke tussenevaluatie was aangekondigd voor 2018 is deze nergens te vinden.
Wel publiceerde de eigen inspectiedienst IOB van het ministerie in augustus 2019 een rapport waarin o.a. S&T onder de loep werd genomen. Het rapport schetst vooral de gebruikelijke problemen in de samenwerking en afstemming tussen ambtenarij en maatschappelijke organisaties. Van de in wollige bestuurskundetaal geschreven aanbevelingen (“Faciliteer adaptief project management door in de regelmatige strategische dialoog de onderliggende aannames van het SP te toetsen”) zal niemand wakker liggen. Het rapport ging vergezeld van een in louter procedurele termen gestelde kabinetsreactie, die een nieuwe evaluatie aankondigt voor eind 2023.
Ageren tegen overheidsbeleid
Op 28 oktober jl. sprak de Tweede Kamer met minister Kaag over haar begroting voor 2021. Alleen de Kamer kwam aan het woord, want voordat de minister kon antwoorden moest zij in quarantaine. Het vervolg staat nu voor eind november gepland.
VVD-Kamerlid Weverling bracht de subsidies ter sprake en hekelde het enorme bedrag dat ermee was gemoeid voor organisaties die het geld gebruiken om te ageren tegen overheidsbeleid. Hij kreeg bijval van PVV en Van Haga/FvD. Zijn opmerkingen ontlokten de verdedigers van de subsidies (D66, CU, PvdA, SP en PvdD) de reactie of de overheid alleen organisaties mag subsidiëren die het met het kabinet eens zijn. Farmers Defence Force kreeg toch ook subsidie, zo wist D66-Kamerlid Bouali (ten onrechte) te melden.
Marxistische verandertheorie
Dit is echter de verkeerde discussie. Het probleem met deze subsidies is niet alleen de hoogte van het bedrag en waarvoor dit wordt gebruikt, maar vooral dat alleen die organisaties ervoor in aanmerking komen die een bepaalde marxistische verandertheorie omarmen en daaraan uitvoering willen geven.
De Nederlandse staat betaalt deze organisaties om zich op basis van een woke-ideologie te gaan mengen in het politieke debat hier en in het buitenland. Het is echter niet aan organisaties die op subsidie drijven en zonder substantiële achterban om een dergelijk debat te voeren en daarbij een eenzijdig vanuit het ministerie gedicteerd perspectief naar voren te brengen. Helaas ging het daarover niet in de Kamer.
Geld binnenharken
Wie er subsidie gaat krijgen in het kader van PoV weten we pas tegen het einde van dit jaar. Voor S&T laat onderstaande tabel zien welke 25 (clusters van) maatschappelijke organisaties welk subsidiebedrag ontvangen over de periode 2016 t/m 2020.
De terreinen waarop deze organisaties werkzaam zijn vallen grosso modo in zeven categorieën uiteen. De penvoerder is de voornaamste aanvragende partij. Een penvoerder kan daarnaast ook nog één keer partner zijn van een ander programma. Verschillende penvoerders, zoals Milieudefensie en Mama Cash, hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Daarnaast zijn er kleinere organisaties als SOMO die, door als partner mee te liften bij verschillende programma’s, aardig wat geld weten binnen te harken. Iets wat ze anders vanwege hun omvang en gebrek aan achterban niet zou zijn gelukt. Overigens ontvangen de meeste van deze organisaties ook nog geld uit een van de andere rijk gevulde potjes van het ministerie. Daarover een andere keer meer.
Scroll op mobiel van links naar rechts om de budgetten te zien.
Penvoerder | Partners | Budget |
Gezondheid, seksualiteit | ||
Aidsfonds | International HIV/Aids Alliance | € 41.000.000 |
Amref | ACHEST, HAI, Wemos | € 32.510.166 |
Rutgers | ARROW, Choice, Dance4life, Hivos, IPPF, LACWHN | € 34.667.680 |
COC | € 18.315.000 | |
Natuur en milieubescherming | ||
Both Ends | Action Aid, the Clean Clothes Campaign, Milieudefensie, SOMO, TNI | € 68.849.137 |
IUCN | WWF | € 59.523.750 |
Milieudefensie | IUCN, Tropenbos Internationaal | € 41.208.750 |
Ontwikkelingssamenwerking | ||
Care | € 19.008.663 | |
Cordaid | € 41.805.000 | |
HIVOS | ARTICLE 19, IIED | € 53.015.928 |
ICCO | CoPrisma, Edukans, Kerk in Actie, Wilde Ganzen, CNV | € 34.667.680 |
IRC | Akvo, Simavi, Wetlands International | € 16.352.500 |
Oxfam Novib | SOMO | € 82.143.760 |
SNV | IFPRI | € 34.667.680 |
Fair trade | ||
Fair Wear | FNV Mondiaal, CNV Internationaal | € 31.999.999 |
Solidaridad | € 34.155.000 | |
UTZ | € 20.520.000 | |
Vrouwenemancipatie | ||
FCAM | Both Ends, Mama Cash | € 32.051.250 |
Mama Cash | AWID, CREA, JASS, Urgent Action Fund – Africa | € 32.051.250 |
Mensenrechten | ||
Free Press | European Journalism Center | € 32.051.250 |
NIMD | AWEPA | € 30.813.140 |
PAX | Amnesty International NL | € 59.500.000 |
Plan | Defence for Children-ECPAT, Terre des Hommes | € 41.208.754 |
Overig | ||
GPPAC | WFM-IGP | € 10.000.000 |
Rode Kruis | Care, Cordaid, Red Cross Climate Center, Wetlands International | € 50.352.278 |
Totaal 2016 t/m 2020 | € 952.438.615 |
Geestverwanten
De eenzijdige samenstelling van dit gezelschap valt meteen op. Volgens de linkse partijen in het begrotingsdebat zouden juist deze gesubsidieerde organisaties een noodzakelijk tegenwicht vormen tegen op misbruik uit zijnde grote bedrijven, overheden en internationale organisaties. Daarmee gaan ze voorbij aan het feit dat met name die laatste twee steeds meer worden bevolkt door geestverwanten. Ook grote bedrijven stellen zich vaker activistischer op en dan heb ik het niet alleen over Big Tech.
Problematisch is juist dat de opvattingen van al deze partijen meer en meer samenvallen en dat dit door de manier van opereren van subsidiegevers als het ministerie ook wordt bevorderd. Die eenzijdigheid van het publieke debat breekt de maatschappij op tal van terreinen op en is aantoonbaar ook niet bevorderlijk voor het ontwikkelingsproces.
Ontzetting
Het geld van S&T mag alleen worden gebruikt voor lobbyen en beïnvloeden. Dat gebeurt lang niet altijd in de landen met wie Nederland samenwerkt. De kantoren van deze organisaties bevinden zich vooral in ons land en ook de Nederlandse publieke opinie dient te worden bewerkt. Bureaukosten en mediacampagnes hier kunnen er dus gemakkelijk onder worden gebracht.
Hoezeer veel van deze organisaties drijven op subsidie (en bijdragen van de Postcodeloterij) is ook iets voor een volgende keer. Een indicatie voor de door S&T gecreëerde afhankelijkheid is de ontzetting bij organisaties die wel deelnemen aan S&T maar nu blijkbaar zijn afgevallen bij PoV, zoals Free Press. En het gejuich bij een organisatie als PAX die kennelijk wel is uitverkoren voor PoV.
Geen overzicht
Opvallend is dat je een overzicht als bovenstaand nergens tegenkomt. Ik heb deze tabel samengesteld o.b.v. informatie uit de openbare subsidieboekhouding van BuZa. Alleen in de begrotingsstukken van het departement wordt op een sterk geaggregeerd niveau en te midden van tal van andere subsidieregelingen, inzicht gegeven in de bedragen die met S&T zijn gemoeid.
De Kamer stelt weliswaar af en toe vragen over individuele subsidies, maar heeft nooit (voor zover ik heb kunnen nagaan) om een integraal overzicht van alle met S&T gemoeide bedragen, uitgesplitst naar betrokken organisaties, gevraagd noch deze gekregen.
Het ministerie noemt S&T een succes en krijgt daarvoor enthousiaste bijval van een blad als Vice Versa, dat al evenzeer mee-eet uit de subsidieruif van Kaag. Dit succes vent men niet uit in specifieke rapportages of overzichten noch geeft het departement er een onderbouwing van. Dat is voor Kaag geen reden om ermee te stoppen, maar blijkbaar juist een rechtvaardiging om op dezelfde manier door te gaan.