De digitale euro komt er, maar de echte reden wordt niet genoemd

munnie
Digitaal geld. Foto: Wikipedia

Op 28 juni lanceert de Europese Commissie een wetsvoorstel om de digitale euro een juridische basis te geven. Het betekent dat de Central Bank Digital Currency (CBDC) van de Europese Unie er – ondanks alle bezwaren – gewoon komt. Volgens De Nederlandsche Bank is dat nodig om ‘financiële stabiliteit en een efficiënt, betrouwbaar en voor iedereen toegankelijk betalingsverkeer’ te garanderen.

Dat is een vreemd argument. Het digitale transactiesystem van de commerciële banken functioneert prima en bankrekeningen zijn tot 100.000 euro gegarandeerd.

De echte reden, die nooit wordt genoemd, is dat de monetaire autoriteiten meer grip willen op het financiële systeem. Centrale banken zijn steeds slechter in staat de geldhoeveelheid te sturen. De directe vorm van geldschepping, het printen van cash, heeft steeds minder impact. Contante betalingen zijn – vooral in Nederland – dramatisch teruggelopen. De meeste geldschepping komt tegenwoordig voor rekening van de commerciële banken.

Het opkopen van staatsobligaties is geen optie meer

De geldhoeveelheid kan ook worden gestuurd door centrale banken staatsobligaties te laten opkopen. Maar aangezien de totale berg aan opgekochte staatsobligaties in de eurozone inmiddels 5 biljoen euro bedraagt, is dat instrument nog maar beperkt bruikbaar. Nog meer opkopen is onverantwoord.

De centrale banken willen het evenwicht tussen hun geldschepping en die van de commerciële banken (was ongeveer 50/50 en is momenteel eerder 30/70) herstellen en hebben daarvoor een nieuw instrument nodig. Met een digitale euro kunnen centrale banken de commerciële banken omzeilen en met zogenoemd ‘helikoptergeld’ rechtstreeks de geldhoeveelheid verruimen.

Dat middel zal niet direct al worden ingezet. Het is de bekende werkwijze van de Europese Unie: eerst creëert men een onschuldig lijkend precedent, dat in de loop der tijd standaardbeleid wordt. Monetair econoom en voormalig directeur van De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin noemt het ‘camel nosing’: eerst zie je in de kier van een deuropening alleen de neus van de kameel, later pas het hele beest.

De monetaire autoriteiten zijn bovendien bang voor de opmars van digitale cryptomunten, met name de bitcoin. Die zouden – als ze op grote schaal vertrouwen winnen en zo het betalingsverkeer overnemen – een einde kunnen maken aan de mogelijkheid van monetaire financiering. Dan is het afgelopen met het goedkope geldbeleid van de Europese Centrale Bank en met het uit de wind houden van de hogeschuldenlanden als Italië en Griekenland. Ook de optie om meer geld uit te geven dan er via belastingen binnenkomt – om zo de inflatie op te stuwen  – zou tot het verleden gaan behoren. Een eigen digitale munt lost dat probleem op.

Het aanstaande wetsvoorstel van de Europese Commissie is al grotendeels uitgelekt. Zodoende weten we dat de digitale euro niet alleen voor het bedrijfsleven beschikbaar komt, maar ook voor de burger.

De digitale euro wordt bovendien ‘legal tender’ en moet dus overal als betaalmiddel worden geaccepteerd, zowel online als offline (in de gedaante van een soort chipknip, die op termijn onderdeel wordt van de ‘European Digital Identity Wallet’). Voorlopig geldt een maximum van 3000 euro per rekening. Sparen heeft geen zin, want er wordt geen rente uitgekeerd.

De privacy is niet gegarandeerd

Bij hoog en laag wordt beweerd dat de digitale euro niet programmeerbaar is, hoewel transacties boven een bepaald bedrag onderhevig zullen zijn aan controle op witwas.

Software (die nog niet ontwikkeld is) moet ervoor zorgen dat centrale banken geen inzicht krijgen in de identiteit van de rekeninghouders. Hun privacy lijkt dus gegarandeerd. Die claim is echter niet geloofwaardig, zeker niet wanneer de digitale euro onderdeel wordt van de al genoemde ‘European Digital Identity Wallet’. Die komt er, ondanks een door de Tweede Kamer aangenomen motie, die door staatssecretaris van Financiën Alexandra van Huffelen (D66) naast zich neer werd gelegd.

Daarnaast is het de vraag of de autoriteiten de lonkende mogelijkheid om digitaal geld te ‘programmeren’ (manipuleren) weten te weerstaan. Dat zou kunnen door de digitale euro in te zetten voor politieke doeleinden, zoals het bestrijden van infectieziekten, ‘gezond’ eten, het stimuleren van de economie, het bevorderen van diversiteit en inclusiviteit, de woke-agenda of klimaatbeleid.

Wat mij betreft komt er geen digitale euro. Het risico van misbruik en privacyschending is gewoon te groot. Het huidige chartale en girale betalingssysteem – met contactloos betalen met de smartphone, tikkies en internetbankieren – is prima ingesteld op de moderne tijd. Daar is helemaal geen manipuleerbare digitale munt voor nodig.

Centrale banken kunnen hun functie prima uitoefenen met rentebeleid. Andere monetaire instrumenten zijn overbodig. Het overeind houden van de euro door de staatsobligaties van hoge schuldenlanden op te kopen (‘quantitative easing’) is kostbaar en nergens voor nodig. En met begrotingsbeleid en ‘fiscal policy’, bijvoorbeeld met helikoptergeld, hoeft de Europese Centrale Bank zich niet te bemoeien. Dat kan aan de regeringen van de lidstaten worden overgelaten. De Nederlandse belastingbetaler zit niet te wachten op een transferunie.

Cryptogeld is misschien wel een zegen voor de mensheid

En is het een ramp dat de bitcoin het klassieke ‘fiatgeld’ verdringt? Ik denk van niet. Cryptogeld zou over enkele decennia – in retroperspectief dus – wel eens als een zegen voor de mensheid kunnen worden beschouwd: vrij digitaal geld in plaats van de manipuleerbare en inflatiegenererende digitale euro.

Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.

Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!