De bewering dat een man geen moeder kan zijn, hoort niet strafbaar te zijn
Een open samenleving, waarin het uitgangspunt is dat voorlopige waarheden weerlegd kunnen worden, moet een zo groot mogelijke uitingsvrijheid hanteren. In zo’n samenleving past geen strafbaarstelling van haatzaaien, betoogt Bart Collard.
Afgelopen week werd een Noorse feministe, Christina Ellingsen, geïnterviewd door het Amerikaanse Fox News. Ellingsen, omschreven als progressief, hangt een driejarige celstraf boven het hoofd, onder andere omdat zij gezegd heeft dat mannen geen ‘moeders’ kunnen zijn. Zij wordt beschuldigd van haatzaaien, zo stelt Women’s Declaration International (WDI) Norway, de organisatie waarvoor zij actief is.
Twee maanden geleden schreef het Reformatorisch Dagblad (RD) over deze casus, maar daarbuiten was er geen Nederlandse aandacht voor. Het politieonderzoek richt zich op uitspraken van Ellingsen tussen februari 2021 en januari 2022. Wat heeft zij gezegd? Het RD noemt enkele voorbeelden. Ze stelde op Twitter de vraag waarom een transgenderbeweging ‘jonge mensen [leert] dat mannen lesbiennes kunnen zijn? Is dat geen conversietherapie?’. De beweging noemde ze ‘gestoord’. Op nationale televisie zou Ellingsen tegen een vertegenwoordiger van de transgroep – ‘een man die beweert een lesbische vrouw te zijn’ – hebben gezegd dat hij een man is en dus geen moeder kan zijn. Wat is de relevantie van deze casus voor Nederland?
Discriminatie op genderidentiteit in Nederland
Op 12 februari 2019 stuurde de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, destijds Kajsa Ollongren, een brief aan de Tweede Kamer waarin zij deze informeerde over de voortgang van de ‘kabinetsaanpak van discriminatie’. Ollongren wijst daarin op de Aanwijzing Discriminatie die het Openbaar Ministerie hanteert bij het opsporen en vervolgen van discriminatiezaken. ‘Een discriminatie-aspect kan ook te maken hebben met de genderidentiteit van het slachtoffer (bijvoorbeeld in gevallen waarbij het slachtoffer een transgenderpersoon is). Dit is nu expliciet opgenomen.’
In de Aanwijzing worden zogeheten discriminatiefeiten aangeduid als ‘de specifieke discriminatiedelicten in de artikelen 137c, 137d, 137e, 137f, 137g en artikel 429quater van het Wetboek van Strafrecht’. De eerstgenoemde artikelen betreffen de artikelen in de rechtszaak van de Staat versus Wilders: groepsbelediging en aanzetten tot haat of discriminatie.
Moeten discriminatiefeiten niet uit het strafrecht?
Maar wanneer kan worden gesteld dat een groep beledigd is? Als een deel van die groep dat simpelweg beweert te zijn? Als meer objectief aangenomen mag worden dat dit het geval is? Maar hoe neem je zoiets aan? Heeft dat niet ook te maken met de mentale weerbaarheid (of het korte lontje) van die groep?
Soortgelijke vragen zijn te stellen over het aanzetten tot haat of discriminatie. U zegt iets en ik voel mijn haat voor een derde persoon ontstaan of ik besluit hem of haar te discrimineren als gevolg van uw uitspraak. Maar in hoeverre moet u, bij het doen van uw uitspraak, rekening houden met het feit dat er mogelijk ergens op de wereld een luisteraar is (we leven immers in het globale informatietijdperk) die haat ontwikkelt door uw uitspraak? Wat is haat überhaupt?
Zo bezien rijst wederom de vraag of het niet tijd is om de discriminatiefeiten uit ons strafrecht te verwijderen. Zijn zij niet veel te subjectief van aard?
Europese Commissie breidt haatmisdrijven juist uit
De Europese Commissie (EC) stelde in december 2021 echter voor ‘om de lijst van EU-misdrijven uit te breiden tot alle vormen van haatmisdrijven en haatzaaiende taal op grond van ras, religie, geslacht en seksualiteit’. Als reden geeft de EC: ‘Haat heeft geen plaats in de EU, moet met alle beschikbare middelen worden bestreden, onder meer door middel van het strafrecht.’ De EU-misdrijvenlijst bevat delicten die in elke EU-lidstaat strafbaar gesteld moeten worden. Ook in Nederland.
Wat is een vrouw nog in 2022?
Vrouwenrechten zijn nog steeds een belangrijk thema op de internationale politieke agenda, zo lijkt ook te volgen uit het Nederlandse besluit ‘om een Feministisch Buitenlandbeleid (FBB) te voeren’. Zoals filosoof Floris van den Berg stelt is feminisme gericht op emancipatie van vrouwen en gaat het om het ‘streven naar gelijke rechten en ontplooiingskansen voor mannen en vrouwen’.
Maar wat is een ‘vrouw’ nog in 2022? Voor sommigen wordt dat kennelijk niet bepaald op basis van de verdeling van chromosomen of andere biologische kenmerken. Soms wordt ‘vrouw’ gezien als een nietszeggend sociaal construct; een geluid dat vooral binnen de transgemeenschap gehoord wordt.
Vagina als vleesvervanger
Cabaretier Dave Chappelle zei in zijn Netflixshow The Closer: ‘Wat is een vrouw? Wat is dat in deze verdomde tijd? Is er eigenlijk wel zoiets als een vrouw of een man? Het lijkt tegenwoordig een vraag te zijn.’ Kort daarop grapte Chappelle: ‘Ik zeg niet dat transvrouwen geen vrouwen zijn. Ik zeg alleen dat hun “kutjes”… Snap je wat ik bedoel? Ik zeg niet dat het geen “kutjes” zijn, maar het is “Beyond pussy” or “Impossible pussy”. Oh vriend, nu heb ik een probleem.’
Chappelle vergeleek de vagina’s van transvrouwen met vleesvervangers. Het lijkt op het origineel en qua smaak heeft het ervan weg, maar is toch anders. Chappelle, wiens taak is om grappen te maken, kreeg bakken ellende over zich heen geworpen. Hij moest en zou gecanceld worden.
Vermenging van geslacht en gender
Waar geslacht (biologisch) en gender (gevoel of ervaring) aanvankelijk gescheiden werden, worden ze tegenwoordig vaker vermengd. Die vermenging klinkt door in de instituties. De overheid legt uit over haar Feministisch Buitenlandbeleid: ‘Dit betekent dat het Koninkrijk in optreden, interventies en in multilaterale samenwerking meer aandacht gaat besteden aan inclusiviteit in algemene zin en aan gendergelijkheid in het bijzonder, inclusief LHBTIQ+.’
De term ‘feministisch’ wordt hier dus als een vergaarbak gebruikt voor allerlei vermeende progressieve ideeën en groepen. Dat zorgt voor verwarring en vormt juist een bedreiging voor vrouwenemancipatie. Is het wel wenselijk dat een man (biologisch) die zich als vrouw identificeert (gender) in de vrouwenkleedkamer mag douchen tussen de vrouwen, zonder dat hij een geslachtsoperatie heeft ondergaan?
We weten nog te weinig
Wordt emancipatie niet ook bemoeilijkt als verschillen op groepsniveau niet meer meetbaar zijn? Mannen ontvangen gemiddeld meer inkomen dan vrouwen. Maar als talloze genderidentiteiten leidend worden boven geslacht, hoe kan er dan bijvoorbeeld nog iets zinnigs worden gezegd over gemiddelde inkomens van groepen? Een focus op (gender)identiteit doet vrijwel alle bestaande groepskenmerken wankelen, zodat er nog slechts één graadmeter voor eerlijkheid en rechtvaardigheid is: volledige gelijkheid. Wanneer het gaat om mensenrechten bestaat dat echter al nagenoeg in Nederland, dus deze focus heeft vooral implicaties voor praktische verschillen zoals persoonlijke bezittingen.
Zoals auteur Douglas Murray terecht stelde weten we op dit moment nog te weinig over transgenderschap. Is het een fysieke, lichamelijke afwijking van de standaard (hardware issue) of gaat transgenderschap om een mentale staat, een idee (software issue), zo vraagt Murray zich af. Zijn zij trans geboren of gaat het om een aangeleerde gedachte of gevoel?
‘Een mens met baarmoeder’
Er zijn indicaties dat transgenderschap, in elk geval voor een groot deel, om een software issue gaat. Murray wijst op een ‘cluster effect’: als een aantal kinderen op school beweert trans te zijn, dan neemt het aantal soortgelijke claims in dat gebied plots fors toe.
Maar transactivisten beweren regelmatig dat transgenderschap om hardware gaat. Dat impliceert, zo stelt Murray, ‘that being a woman is a matter of software’. Als iemand immers als trans geboren is, wat is dat oorspronkelijke lichaam met borsten, een vagina en baarmoeder dan nog? Dat kan niet gaan om een ‘vrouw’ want dat is lichamelijk hetzelfde als de trans. Daarom wordt gesproken van ‘een mens met baarmoeder’.
Over transgenderschap is echter nog veel onduidelijk. Mogen kritische vragen daarover niet gesteld worden? Mag het idee of concept niet bekritiseerd worden, omdat dit als haatzaaiend gezien kan worden terwijl het wellicht om een ‘software issue’ gaat?
Strafbaarstelling van haatzaaien is ongepast
Een open samenleving, waarin het uitgangspunt is dat voorlopige waarheden weerlegd kunnen worden, moet een zo groot mogelijke uitingsvrijheid hanteren. En daarom, zo schrijft de progressieve auteur Jonathan Rauch, zijn burgers ‘verplicht een dikke huid te hebben en om emotionele kneuzingen te tolereren’. Deze kritiek die als haatdragend wordt ervaren zou zomaar terecht kunnen zijn. Rauch stelt dat ‘de bewering dat censuur (…) minderheden en gemarginaliseerden beschermt keer op keer volledig weerlegd is’. In zo’n vrije samenleving past de strafbaarstelling van haatzaaien niet. Beweren dat een man geen moeder kan zijn hoort niet strafbaar te zijn in het Westen.
Wynia’s Week brengt iedere woensdag en zaterdag verrassend nieuws en verrijkende inzichten. De donateurs maken dat mogelijk. Mogen we u ook noteren? Dat kan HIER. Hartelijk dank!