De ban van het asielmoralisme is definitief gebroken
Moralisme over asielmigratie heeft decennialang de Nederlandse politiek beheerst. In linkse en christelijke kring werd inperking van de asielinstroom gezien als immoreel en in strijd met internationale afspraken als het VN Vluchtelingenverdrag en het Europees Handvest. Burgers werden juist kritischer, zeker de afgelopen jaren. ‘Acht op de tien kiezers willen asielinstroom beperken’, meldde EenVandaag vier dagen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023.
In opeenvolgende regeringen leek de VVD soms genegen tot inperking van de asielstroom, maar door aarzelingen of verzet van coalitiepartners kwam daar niets van terecht. Inmiddels is de electorale markt voor asielmoralisme danig geslonken.
Vergelijkingen met de jodenvervolging
Weerstand tegen het aantal in Nederland toegelaten asielzoekers was een drijvende kracht achter het succes van Pim Fortuyn, die in 2002 tegen de Volkskrant zei: ‘Veertigduizend per jaar, dat is in vier jaar tijd een stad van een omvang van Groningen (-) en meestal een enkele reis onderklasse’. Het was een eerste schending van een politiek taboe .
Voorstanders van ruimhartig asielbeleid schuwden vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog niet. ChristenUnie-Kamerlid Tineke Huizinga zei in 2006 – terwijl VVD-minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Rita Verdonk een strenger asielbeleid bepleitte – dat de uitzetting van een uitgeprocedeerd gezin ‘deed denken aan hoe de Duitsers vroeger de joden kwamen ophalen’.
Migratiedeskundigen én linkse politici benadrukten graag mogelijke positieve effecten van asielmigratie voor Nederland. Vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) spiegelde tijdens de toestroom van Syriërs in 2015 voor dat ‘de apotheker uit Aleppo’ arbeidstekorten in Nederland ging helpen opvullen. Toen demograaf Jan van de Beek met Hans Roodenburg, Joop Hartog en Gerrit Kreffer in 2021 in eigen beheer het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat uitbracht over de hoge kosten van (asiel)migratie, werden de conclusies door hoogleraar sociale geschiedenis Leo Lucassen bestempeld als ‘politiek gemotiveerd’.
Het asieldebat in Nederland zat niet zelden vol (bijbelse) metaforen over barmhartigheid en naastenliefde. Socioloog Ruud Koopmans zet in zijn boek De asielloterij Het Europese vluchtelingenbeleid van 2015 tot de Oekraïneoorlog (2023) juist uiteen dat de moraliteit van het huidige Europese asielbeleid kwestieus is: we belonen mensen met genoeg geld om de bewaking van de buitengrens van de EU via mensensmokkelaars te omzeilen. Een deel van hen voldoet niet aan de criteria voor asiel, maar kan toch blijven omdat Nederland in de praktijk vrijwel nooit uitgeprocedeerde asielzoekers uitzet. De armste hulpbehoevenden op de wereld komen zelden aan onze landsgrenzen: die bereiken hooguit een UNHCR vluchtelingenkamp buiten Europa waar de leefomstandigheden niet zelden mensonterend zijn.
Zodra asielzoekers in de media een naam en een gezicht krijgen én minderjarig zijn, kwam er snel publieke steun voor hun zaak. In 2011 voelden Jeroen Pauw en Paul Witteman in hun talkshow CDA-staatssecretaris Henk Bleker aan de tand: waarom mocht de afgewezen minderjarige asielzoeker Mauro uit Angola, die recht tegenover Bleker aan de talkshowtafel zat, niet in Nederland blijven?
Hoogleraren, UNICEF en Defence for Children kwamen in het geweer en riepen de regering op een uitzondering te maken voor Mauro op basis van het Kinderrechtenverdrag van de VN. Verzet binnen de CDA-fractie kwam onder andere van de ‘dissidente’ CDA-Kamerleden Ad Koppejan en Kathleen Ferrier. Verantwoordelijk minister Gerd Leers van het CDA bleef echter bij zijn besluit.
Pardonregelingen voor ‘schrijnende gevallen’
Al vanaf 2000 drongen vluchtelingenorganisaties aan op een generaal pardon voor wat zij ‘schrijnende gevallen’ noemden: afgewezen asielzoekers die al jarenlang in Nederland verbleven. Het CDA toonde zich gevoelig voor oproepen tot compassie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De VVD was tegen, maar op voorspraak van de PvdA kwam het generaal pardon er in 2007 bij aanvang van het kabinet-Balkenende IV dan toch.
In 2012 kwam er discussie over een mogelijk kinderpardon, op voorspraak van de Kamerleden Diederik Samsom (PvdA) en Joël Voordewind (ChristenUnie) én na een lobby onder burgemeesters door GroenLinkser Tofik Dibi. Het CDA was verdeeld, de VVD was tegen. Het kinderpardon kwam er in 2013 onder het kabinet-Rutte II (VVD en PvdA). Mauro was één van de begunstigden.
In 2018 leidde de dreigende uitzetting van Lili en Howick, twee tieners uit Armenië, tot publieke verontwaardiging, vooral nadat premier Mark Rutte had gezegd dat je in de politiek ‘soms hard moet zijn’. De Kinderombudsman en Defence for Children adopteerden de zaak. Verantwoordelijk VVD-staatssecretaris Mark Harbers ontving bedreigingen. Misdaadjournalist Peter R. de Vries tweette dat Lili en Howick ‘bij hem mochten onderduiken’. Onder druk van de publieke opinie maakte Harbers een uitzondering voor de twee tieners.
In 2019 volgde onder Rutte III discussie over een tweede kinderpardon, na ‘kerkasiel’-acties (met steun van de PKN) en terwijl gemeenten zichzelf uitriepen tot ‘kinderpardongemeenten’. Tim Hofman van BNNVARA filmde voor de documentaire Terug naar je eige land hoe hij – samen met de in een AZC verblijvende 8-jarige Iraakse jongen Nemr – verhaal ging halen bij onder andere VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff. CDA-fractieleider Sybrand Buma ging op instigatie van partijprominenten als Ernst Hirsch Ballin akkoord met een tweede kinderpardon, ook al waren meer CDA-kiezers tégen dan vóór.
Buitenslapers als katalysator
In 2022 verschenen beelden in de media van asielzoekers die buiten op het gras sliepen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Mensenrechtenorganisaties, Kamerleden en talkshowgasten spraken hun afschuw uit. Verschillende migratiedeskundigen verzekerden de kijkers dat de asielinstroom in Nederland niet bijzonder hoog was (of lager dan in ons omringende landen ) en dat het beroep dat asielzoekers deden op woningen en de verzorgingsstaat verwaarloosbaar was. Tegelijk maakten sommige media, De Telegraaf en PowNed voorop, zich boos over overlast veroorzakende ‘veiligelanders’ én over de beslissing van gemeenten als Utrecht om statushouders voorrang te geven op wachtlijsten voor sociale woningen.
Het politieke tij rond asielmigratie begon langzaam te keren. De linkse en christelijke partijen zagen hun gezamenlijke zetelaantal de afgelopen jaren kelderen. Ook de politieke invloed van (vaak links-protestante) christelijke organisaties nam af naarmate hun kerken verder leegliepen.
In 2018 nam de Kamer de motie Dijkhoff/Buma aan die opriep de gevolgen van bevolkingsgroei te onderzoeken, iets wat de overheid sinds de jaren zeventig niet meer had gedaan. Vanaf 2022 onderzocht een staatscommissie onder oud-topambtenaar Richard Van Zwol (inmiddels formateur) de impact van immigratie, waaronder asiel. Van Zwol benoemde in zijn eindrapport – dat twee maanden ná de verkiezingen uitkwam – dat asielzoekers vaker in Nederland blijven dan bijvoorbeeld arbeidsmigranten en adviseerde – omkleed met allerlei rechtstatelijke mitsen en maren – ook inperking van de asielmigratie.
Politieke wisseling van de wacht
De VVD kreeg in 2023 te maken met oproer in eigen kring toen VVD-staatssecretaris Eric van der Burg via de Spreidingswet gemeenten wilde verplichten asielzoekers te huisvesten. Op een VVD-partijcongres in juni 2023 moest premier Mark Rutte toezeggen dat de VVD nu echt ging inzetten op inperking van de asielmigratie. De VVD poogde vergeefs de coalitiepartners D66 en ChristenUnie (het CDA was aan de zijde van de VVD beland) akkoord te laten gaan met beperkingen van gezinshereniging. Mirjam Bikker van de ChristenUnie verkondigde voor de camera: ‘Er zijn dingen die je ons niet kunt vragen’.
Op 22 november volgde een onverwacht grote verkiezingsoverwinning van de PVV. Inmiddels ligt er een hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB en gaat het nieuwe kabinet, aldus Wilders, ‘het strengste asielbeleid ooit’ uitrollen.
‘Empathie voor migranten kalft in rap tempo af, onder kiezers van vrijwel alle partijen,’ kopte de Volkskrant deze week. Uit onderzoek in opdracht van de krant bleek ook dat bijna de helft van de kiezers weer grenscontroles wil binnen de EU. De ban van het asielmoralisme is definitief gebroken.
Coen de Jong is auteur van de boeken ‘Dwingeland’ (2021) en ‘Wokeland’ (2022), beide onder meer verkrijgbaar in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week is er het hele jaar door, minstens 104 keer per jaar. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. En Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!