De avondklok, de dichte scholen en de mondkapjesplicht: allemaal ondoordacht
De Onderzoeksraad voor Veiligheid publiceerde halverwege oktober 2022 haar tweede deelrapport over de aanpak van het coronavirus door het kabinet. Dit rapport onderzoekt de periode van 1 september 2020 tot en met juni 2021, waarin het kabinet inzette op drie ernstige maatregelen: ‘de mondkapjesplicht in publieke binnenruimtes, de sluiting van scholen in het primair en voortgezet onderwijs en de avondklok.’ Attje Kuiken, leider van de PvdA, vatte het rapport samen als: ‘Het kabinet rommelt maar wat aan.’ Bart Collard kan zich vinden in die conclusie.
De Onderzoeksraad voor de Veiligheid bekritiseert de vroege stimulering van vaccinaties door het kabinet. Het heeft valse verwachtingen gewekt door te communiceren ‘dat er ‘licht aan het eind van de tunnel’ is en dat ‘prik voor prik het normale leven dichterbij komt’. Als vervolgens blijkt dat een hoge vaccinatiegraad niet automatisch betekent dat er geen maatregelen meer nodig zijn, ontstaat bij een deel van de bevolking een gevoel van desillusie.’
Mondkapjesplicht
Al in januari 2020 vergadert het OMT over de effectiviteit van mondkapjes. Het OMT stelt: ‘Het dragen van mondneusmaskers in de openbare ruimte lijkt geen meerwaarde te hebben ten opzichte van goede hoest- en handhygiëne en het bewaren van afstand ten opzichte van zieke mensen.’ In de daarop volgende maanden wordt de politieke druk opgevoerd, maar het OMT blijft aan dit punt vasthouden.
Wanneer op 6 mei wordt besloten dat vanaf 1 juni een mondkapjesplicht gaat gelden in het openbaar vervoer, steunt het OMT dit niet. Over een vergadering eind september schrijft de Onderzoeksraad voor Veiligheid: ‘Sommige OMT-leden ervaren druk om positief te adviseren over mondkapjesgebruik in de publieke ruimte.’
Hoewel het OMT niet voor een mondkapjesplicht was, voert het kabinet in oktober 2020 een mondkapjesplicht in in ‘binnenruimtes van commerciële en publieke gebouwen’ als gevolg van een Kamermeerderheid daarvoor. Van 1 december 2020 tot en met juni 2021 was deze mondkapjesplicht van kracht.
Sluiting van scholen
In december 2020 gaat het kabinet over tot het sluiten van basis- en middelbare scholen, gelet op de toegenomen en voorspelde besmettingscijfers. De Onderzoeksraad is echter kritisch op dit besluit, omdat kinderen worden belemmerd in hun recht op onderwijs.
Eens te meer omdat bleek dat ‘de scholensluiting vooral is bedoeld om het aantal contacten en reisbewegingen van ouders te verminderen, en niet om de kinderen zelf te beschermen tegen het virus. Wat het beoogde effect van de scholensluiting is op het dempen van de pandemie is bovendien niet duidelijk.’
Avondklok
De Onderzoeksraad stelt dat het OMT bij zijn advies aangeeft dat het onzeker was of de avondklok een gewenst effect zou hebben. Er zou, zo bleek uit de invoering van de maatregel in het buitenland, een verlaging van het R-getal van 8 tot 13 procent kunnen plaatsvinden. Maar omdat die maatregel vaak gepaard gaat met andere maatregelen is het afzonderlijke effect lastig te bepalen.
Het OMT schrijft: ‘hoeveel effect een avondklok daadwerkelijk in de Nederlandse situatie, bovenop de huidige lockdown, gaat opleveren, is daarom op dit moment niet exact aan te geven.’ Zowel bij het nemen van het besluit van het invoeren van de avondklok door het kabinet en het publiekelijk motiveren daaromtrent blijft die onzekerheid grotendeels buiten beschouwing.
De Onderzoeksraad stelt: ‘De maatregel gaat in op zaterdag 23 januari 2021 en geldt voor een periode van drie weken. Vanwege de door het kabinet veronderstelde effectiviteit en de relatief goed verlopen uitvoering wordt de maatregel vervolgens echter vijf keer verlengd, waardoor Nederland in totaal meer dan drie maanden met de avondklok te maken heeft. De initiële toezegging dat de avondklok kortdurend zal zijn en als eerste maatregel zal worden afgeschaft, komt het kabinet niet na.’
Geen aandacht voor neveneffecten
Terecht stelt de Onderzoeksraad: ‘Om een waardenafweging te kunnen maken, is het van belang dat de effecten van maatregelen – zowel de effecten op de virusverspreiding als de effecten op sociaal- maatschappelijk en economisch gebied – zo goed mogelijk in beeld zijn.’ Het kabinet heeft daar onvoldoende aandacht voor gehad.
In zijn algemeenheid merkt de Onderzoeksraad op: ‘Wel raken de adviezen over de sociaal-maatschappelijke en economische neveneffecten en uitvoeringsaspecten bij toenemende druk op de acute zorg ondergeschikt. De kortetermijnproblematiek is daardoor in de besluitvorming beter in beeld dan sluimerende problematiek.’
In hoeverre leiden maatregelen tot huiselijk geweld, psychische problematiek en eenzaamheid? Daar is door de overheid geen onderzoek naar gedaan.
Sterker nog: ‘Het valt de Raad ten slotte op dat het kabinet beperkt initiatief heeft genomen om de afzonderlijke maatregelen grondig te (laten) evalueren op hun effecten. Hierdoor is geen inzicht in de mate waarin individuele maatregelen hebben bijgedragen aan het indammen van de pandemie, waardoor het ook in toekomstige situaties onduidelijk blijft of maatregelen zoals mondkapjes, scholensluiting of een avondklok naar verwachting voldoende effect hebben om de inzet ervan opnieuw te overwegen.’
Verwevenheid wetenschap en politiek
Daarnaast is de Onderzoeksraad alert op de unieke samenwerking die in de coronaperiode is ontstaan tussen politiek en wetenschap. Wetenschappers hebben vaccins ontwikkeld, maar ook veel adviezen gegeven over hoe om te gaan met het coronavirus. De Raad is zich ervan bewust dat er voortdurend nieuwe informatie wordt gecreëerd.
Wat die nieuwe informatie betekent is niet altijd duidelijk. Sterker nog, ze spreekt van ‘een continu veranderende complexe situatie, waarin informatie vaak multi-interpretabel en soms tegenstrijdig is. Er is niet één oplossing voor de problemen waar men tegenaan loopt, en elke aangedragen oplossingsrichting brengt weer nieuwe uitdagingen en problemen met zich mee.’
Sommige wetenschappers lieten tegenstrijdige inzichten zien. Wetenschappers kunnen het immers ook níet met elkaar eens zijn. Wat doet dat met de samenwerking tussen wetenschappers en politici? ‘Wat als het ingeschatte effect tegenvalt? Wat als de naleving te wensen overlaat? Hoe verhoudt het ene advies zich tot het andere?’
Daarom is de Raad positief over het bijdragen van wetenschappers aan het publieke debat. ‘Aan de publieke discussie over de vraag of de aanpak goed of fout is, kan de wetenschapper grijstinten en nieuwe perspectieven toevoegen vanuit zijn eigen vakgebied.’
Maar hoe maakt de beslissingsbevoegde uiteindelijk een beslissing? Dat is complex. Volg je volledig het advies van niet-gekozen wetenschappers op? In hoeverre kijken zij holistisch naar het probleem – en niet slechts vanuit hun eigen perspectief? Ter illustratie: wellicht denken sommige beginnende criminologen dat het wijs is om iedereen die verdacht wordt van een misdrijf langdurig op te sluiten, maar zien zij het belang van de onschuldpresumptie over het hoofd.
Kritische debathouding is gewenst
Een van de adviezen van de Raad luidt: ‘Borg dat afwegingen van waarden en belangen in een crisis gemaakt worden door de politiek verantwoordelijken die daarover democratisch verantwoording afleggen. Gebruik de (wetenschappelijke) advisering als inbreng voor de besluitvorming. Communiceer duidelijk naar de samenleving over de weging van deze waarden en belangen, alsmede over de wijze waarop met onzekerheden is omgegaan in de besluitvorming. Vermijd daarbij het creëren van niet-realistische verwachtingen.’
Attje Kuiken stelde dat het kabinet maar wat aan rommelde. Wie het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid leest zal wellicht tot hetzelfde beeld komen. De beslissingen omtrent de mondkapjesplicht, het sluiten van scholen en de avondklok lijken te voorbarig, te simplistisch genomen te zijn.
Behoorlijk vrijheidsbeperkende maatregelen zijn ogenschijnlijk zonder voldoende adequate afweging – en transparante motivatie – ingevoerd. Het rapport toont de urgentie van een kritische debathouding wanneer de overheid dergelijke maatregelen wil doorvoeren.
Wynia’s Week was ten tijde van de coronamaatregelen al heel kritisch op het regeringsbeleid. Zoals: ‘Het beschermen van de kwetsbaren lukte niet erg’. En: ‘De sluipende verlengingen van de avondklok zijn een schande’.
Wynia’s Week zit op het vinkentouw, 104 keer per jaar en twee keer per week. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!