De ‘anywheres’ zijn de baas. Nog wel.
De Westerse bevolking kan heel grofweg ingedeeld worden in kosmopolitische, internationaal ingestelde ‘anywheres’ en plaatsgebonden ‘somewheres’. Maakt u geen illusies: de anywheres komen in belangrijke mate overeen met wat je de heersende klasse zou kunnen noemen. Toetreden tot deze klasse vereist het onderschrijven van de gangbare dogma’s. Hierdoor is ze blind voor de eigen fouten en overschat ze haar eigen kunnen.
‘Ik begrijp niet dat iemand zoals jij, die ook goed opgeleid is, zoiets kan vinden.’ Het zal 2016 geweest zijn en ik maakte kenbaar dat ik wel begreep dat veel Amerikanen Trump’s boodschap aantrekkelijk vonden. Deze woorden hoorde ik van een vriendin die, eigenlijk net zoals ik, een typische ‘anywhere’ is: louter topuniversiteiten op het CV, het liefst ook in het buitenland; een baan bij een consultancy, investment bank of multinational; alle opties open om waar dan ook ter wereld te werken.
De term ‘anywhere’ of ‘overalmens’ werd bedacht door David Goodhart. Hij staat in contrast tot de ‘somewhere’ of ‘ergensmens’, die geworteld is in zijn eigen, plaatsgebonden gemeenschap. De anywhere is hogeropgeleid, werkt in de kenniseconomie, en heeft meer gemeen met anywheres buiten de landsgrenzen dan met landsgenoten die geen anywheres zijn. Hun politieke interesses liggen soms eerder in de Verenigde Staten dan het thuisland, zoals ex-D66 politica Wassila Hachchi die haar Kamerlidmaatschap opzegde om voor Hillary Clinton campagne te voeren.
‘Ik geloof niet dat je dit meent. Je bent toch een persoon van kleur!’
Naast de juiste opleiding en banen vereist lidmaatschap van de anywheres ook het onderschrijven van het gemeenschappelijke, sociaal wenselijke gedachtegoed. De maakbare samenleving en cultuurrelativisme zijn cruciaal, uiteraard ook klimaatverandering, en het allerergste wat er bestaat zijn racisten (en alleen blanken kunnen racistisch zijn).
Het belangrijkste is dat je dit gedachtegoed onderkent tegenover andere anywheres. Doe je dat niet dan loop je het risico persona non grata te worden. Of je ook de daad bij het woord voegt, is minder belangrijk. Grote bedrijven zoals Apple zullen extra geld uittrekken voor diversiteit en zich uitspreken over Black Lives Matter, maar tegelijkertijd Amerikaanse sancties vanwege Chinese concentratiekampen aanvechten.
Vooralsnog heb ik slechts één groep kunnen ontdekken die nog zonder angst voor represailles voor hun mening uit konden komen. Dat waren moslims met een donkere huidskleur. Een dergelijke collega van mij (Amerikaans) gaf toe op Trump te hebben gestemd. In plaats van een scheldkanonnade dat hij een verschrikkelijke racist was, leidde dit tot kortsluiting: mijn andere collega kon het simpelweg niet geloven: ‘Je maakt een grapje. Ik geloof niet dat je dit meent. Je bent toch een persoon van kleur!’
Anywhere-nationalisme
In zijn essay ‘Notes on Nationalism’ omschreef de Britse schrijver George Orwell dit fenomeen al: leden van allerlei subculturen erkennen sommige feiten gewoon niet. Een patriottische Engelsman circa 1945 kon niet erkennen dat Groot-Brittannië na de Tweede Wereldoorlog geen wereldmacht meer was. Een anywhere kan niet erkennen dat een hoogopgeleide ‘persoon van kleur’ op Donald Trump stemt.
Lidmaatschap tot de anywhere subcultuur eist dus ook het negeren van feiten die niet van pas komen. Dat Europeanen tot in de 19e eeuw nog tot slaaf werden gemaakt, hoort u niet te weten. Alle statistieken die afbreuk doen aan de idealen van de maakbare samenleving horen ook genegeerd te worden. Zoals Arnout Jaspers vorige week in Wynia’s Week aanstipte: bepaalde feiten hoor je niet te willen weten.
Blind voor eigen fouten
Dit wordt een probleem omdat de beslissingen in vrijwel alle Westerse landen door anywheres genomen worden, waardoor een beleidsuniformiteit ontstaat. Hierdoor kan de voormalig presidentskandidaat en huidige minister van infrastructuur van de Verenigde Staten, Pete Buttigeig, ongegeneerd zeggen dat ‘snelwegen racistisch zijn’ zonder op Last Week Tonight (de Amerikaanse Zondag met Lubach) belachelijk te worden gemaakt.
Of in Nederland: de grootste partijen buiten de PVV, de somewhere partij bij uitstek, hebben allemaal anywheres aan het hoofd. Mark Rutte: Unilever. Wopke Hoekstra: McKinsey, Shell, en Insead. Kaag: Oxford, Exeter, Verenigde Naties. Geen wonder dus, dat zelfs het beleid van zogenaamd rechtse partijen naar links neigt.
Omdat de anywhere subcultuur bepaalde feiten ook niet wil, zelfs niet kan, erkennen, ontstaan er fouten. Zo kan het gebeuren dat een dubieus gasbeleid jarenlang werd doorgezet, dat Femke Halsema haar kinderen van een zwarte school haalt omdat integratie toch niet zo geslaagd is, of dat coronamaatregelen ook soms lijken vastgeroest in de waan van gisteren.
Tunnelvisie is niet houdbaar
Volgens kabinetsinformateur Herman Tjeenk Willink ‘hangt de mate waarin burgers de overheid geloofwaardig achten af van de competentie van het bestuur.’ Zoals ik hierboven aantoon, neigt een overheid die uit enkel anywheres bestaat haar eigen competentie enorm te overschatten. Eén oorzaak hiervan is dat eenieder die de ‘verkeerde’ feiten naar boven haalt, het risico loopt te worden kaltgestellt. Door deze tunnelvisie wordt zelfkritiek geëlimineerd. Daarnaast begrijpt een homogene groep als de anywheres de sores van de somewheres slechter dan ze denkt.
Dit is niet houdbaar op de lange termijn. De lacune aan meningen en feiten die door anywhere-denken ontstond, werd al snel opgevuld door populistische partijen. Jarenlang konden deze partijen buiten de orde worden geplaatst door ze als populistisch en incompetent weg te zetten. Met de opkomst van competente populisten wordt dit niet meer mogelijk.
De grootste bedreiging voor de anywheres zijn de afvalligen, mensen als Pieter Omtzigt. Net zoals de standaard-anywhere is hij hoogopgeleid (inclusief Exeter, evenals Kaag). Het grote verschil: hij is niet bang tegen de orthodoxie van het anywhere-zijn in te gaan. Geen wonder, dat een lijst Pieter Omtzigt goed zou zijn voor 27 zetels.
Ook buiten de politiek begint deze beweging op stoom te komen. Ondernemers zoals Peter Thiel waren een zeldzame rechtse uitzondering binnen de tech scene, mensen zoals Steven Schuurman (die een miljoen aan D66 doneerde) waren eerder regel dan uitzondering.
Het nieuwe, spannende bedrijf is Coinbase. De oprichter, Brian Armstrong, is ook een typische anywhere: hoogopgeleid met werkervaring in het buitenland. Zijn visie op Black Lives Matter was duidelijk, maar controversieel: politiek had geen plaats binnen zijn bedrijf. Zestig werknemers gingen in op een ontslagpakket dat beschikbaar was voor een ieder die het er niet mee eens was.
Als ik iets heb opgemaakt uit mijn gesprekken met mede-anywheres dan is het wel dat men snakt naar een eind aan de verstikkende orthodoxie. Mensen zoals Omtzigt en Armstrong, die op een zakelijke, redelijke, en competente manier een alternatief bieden – zij zijn de toekomst.