De aftocht van Asscher en de PvdA

asscher-gets-a-motion-of-mistrust-from-his-own-members
Lodewijk Asscher

Zijn biografie over Lodewijk Asscher lag al bij de drukker, maar auteur Wilfred Scholten moest er in allerijl een slothoofdstuk aan toevoegen, toen plots bleek dat de PvdA-leider de politiek zou verlaten. Als voormalig minister van Sociale Zaken ging ook Asscher kopje onder in de toeslagenaffaire. Scholten laat zien dat zijn hoofdfiguur wel vaker door het verleden werd ingehaald. De eerdere deelname aan Rutte-II maakt het de PvdA bijna onmogelijk om geloofwaardig oppositie te voeren. Maar er is meer aan de hand. Je kunt je zelfs afvragen of er voor deze inmiddels 75-jarige partij nog wel een zinvolle toekomst is. Misschien blijkt Lodewijk Asscher de allerlaatste vertegenwoordiger te zijn geweest van een ooit machtige progressieve bestuurderspartij die nu definitief tot het verleden behoort.

‘Golden boy’

Zelf maakte ik rond 2005 kennis met Lodewijk Asscher. Ik werkte toen als directeur van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA en Asscher was een jong Amsterdams raadslid dat toch al voor een landelijke partijcommissie werd gevraagd, omdat hij als een groot talent werd beschouwd. Die hoge verwachtingen maakte Lodewijk Asscher ook waar. Wilfred Scholten schetst diens opmars in de Amsterdamse lokale politiek, die hij eerst als fractievoorzitter en tenslotte als wethouder geheel naar zijn hand wist te zetten, ook al waren de hoogtijdagen van de hoofdstedelijke PvdA toen al voorbij.

Samen met burgemeester Eberhard van der Laan deelde Lodewijk Asscher de lakens uit in de Stopera. Dat betekende overigens niet dat alles wat Asscher aanraakte in goud veranderde. Scholten wijst op een vast kenmerk van de politieke werkwijze van Asscher, waarbij hij allerlei proefballonnen oplaat en uiteenlopende projecten daadkrachtig begint, maar zijn handen ervan aftrekt wanneer succes een tijd uitblijft. Vervolgens doet Asscher er dan maar het zwijgen toe.

Nadat de ‘golden boy’ in 2012 naar het Haagse Binnenhof was vertrokken, bleken de gemeentefinanciën van de Amsterdam bepaald niet op orde. Dat zou Pieter Hilhorst – zijn opvolger als wethouder financiën – uiteindelijk de kop kosten.

Meer Biesheuvel dan Den Uyl

Eerder promoveerde Wilfred Scholten op een diepgravende en vlot geschreven biografie van Barend Biesheuvel, premier en laatste leider van de Antirevolutionaire Partij. Biesheuvel werd als minister-president opgevolgd door Joop den Uyl, het grote voorbeeld van Lodewijk Asscher.

Zelf heeft Asscher eigenlijk meer van Biesheuvel. Den Uyl was behalve partijleider vooral ook een bevlogen ideoloog, terwijl Biesheuvel en Asscher qua stijl tot de categorie van pragmatische, wat technocratische bestuurders mogen worden gerekend.

Als PvdA-leider had Asscher meer overeenkomsten met Ad Melkert en Wouter Bos – eveneens razendknappe, onderkoelde en enigszins mensenschuwe voormannen, die een hekel hadden aan ‘flyeren’. Op PvdA-congressen mengden ze zich niet graag onder partijgenoten voor zomaar een kletspraatje. Liever schaafden ze in een achterafzaaltje aan hun slottoespraak. Wat dat betreft was juist Diederik Samsom meer een opvolger van Joop den Uyl. Ook Samsom ging graag met rode rozen langs de deuren, kon het nooit laten om mensen te bekeren, en had dat drammerige.

‘Witte arbeider’ is verjaagd

De mislukte lijsttrekkersverkiezing tussen Samson en Asscher eind 2016 zal zeker hebben bijgedragen aan de dramatische ineenstorting van de PvdA bij de Kamerverkiezingen van maart 2017. Maar de ongekende omvang van het verlies (29 zetels!) doet vermoeden dat het probleem van deze partij veel fundamenteler is dan slechts een leiderschapskwestie.

Op zichzelf is de neergang van de PvdA oud nieuws: de eerste analyses daarvan dateren al uit de jaren negentig. Het aansprekende leiderschap van Wim Kok, Wouter Bos en Diederik Samsom heeft de voortgaande afkalving slechts tijdelijk een halt kunnen toeroepen. Inmiddels is progressief Nederland toch vooral immaterieel links, terwijl de veelbesproken ‘witte arbeider’ is verjaagd naar het populisme.

Ome Joop hoefde zich niet bezig te houden met het slavernijverleden en LHTBQ-gevoeligheden, maar kon zich nog beperken tot de strijd voor goed en betaalbaar wonen, meer banen en een fatsoenlijk loon. Daar had hij zijn handen vol aan. Maar nu er van zijn PvdA nog slechts negen zeteltjes resteren, lijkt het voortbestaan van de sociaaldemocratie toch echt in het geding.

Voorzichtig opgaande lijn

Het was Lodewijk Asscher die het grootste verkiezingsverlies uit de parlementaire geschiedenis moest incasseren. Maar hij trad niet af. Gedetailleerd reconstrueert Wilfred Scholten de zoektocht naar een nieuw politiek perspectief, die de PvdA-leider in de jaren daarna heeft ondernomen. Met behulp van een bevriende reclameman en enkele andere getrouwen koos Asscher het begrip ‘zekerheid’ als nieuw sociaaldemocratisch richtsnoer.

Een spectaculaire vondst was dat nou ook weer niet, maar de techniek van het oppositievoeren krijg Asscher gaandeweg wel beter in de vingers. Asscher weerde zich dankzij een gedegen voorbereiding, een zakelijke benadering en retorisch talent prima tijdens debatten, en slaagde er geregeld in om premier Rutte uit zijn evenwicht te brengen. Zijn constructieve oppositievoering en verzoenende toon werden in brede kring gewaardeerd. De recente reeks verkiezingen (voor de gemeenteraden in 2018, voor Provinciale Staten en voor het Europees parlement in 2019) liet een voorzichtig opgaande lijn zien. Bij de PvdA mocht weer gelachen worden. Maar ‘de voormalige regeringspartij PvdA bleef de oppositiepartij PvdA in de weg zitten’, aldus Scholten. En ook Lodewijk Asscher zelf zou tenslotte worden ingehaald door zijn verleden als minister in het tweede kabinet-Rutte.

Kom eindelijk eens met die linkse fusiepartij

Joop den Uyl bleek alsmaar niet tot heengaan te bewegen en versleet een reeks ongeduldige ‘kroonprinsen’. De koppige Barend Biesheuvel verliet het Binnenhof juist te vroeg: met iets meer geduld zou immers hij, en niet Dries van Agt, Den Uyl in 1977 uit het Torentje hebben verdreven. Wilfred Scholten laat mooi uitkomen dat ook in de aftocht van Asscher iets voortijdigs en daarmee verdrietigs schuilt. Er had voor deze onmiskenbaar talentvolle bestuurder zoveel meer ingezeten.

Barend Biesheuvel heeft zijn bijna honderdjarige ARP tenslotte laten opgaan in het nieuwe CDA, een fusiepartij die zou uitgroeien tot een machtsfactor van formaat. Als de voortekenen ons niet bedriegen, zal het linkse trio PvdA, SP en GroenLinks volgende maand maar weinig zetels mogen toevoegen aan het toch al schamele totaal. Wellicht de perfecte aanleiding om eindelijk eens die linkse fusiepartij te gaan realiseren.    

Jan-Jaap van den Berg is historicus en politicoloog, en werkte tussen 2003 en 2010 voor de PvdA als directeur van het Centrum voor Lokaal Bestuur.

Wilfred Scholten, Lodewijk. De val van een politiek talent, uitgeverij Ambo/Anthos Amsterdam 2021, 400 blz., ISBN 9789062 343032, 24,99 euro.