Dankzij het kabinet-Schoof zal de zorgpremie de komende jaren flink stijgen
Om de plannen voor de zorg uit het coalitieakkoord uit te voeren moet het kabinet-Schoof op zoek naar ruim 30.000 nieuwe zorgmedewerkers. Dat blijkt uit de doorrekening van het akkoord door het Centraal Planbureau. Alleen al het verlagen van het eigen risico zorgt voor 19.000 extra banen in de zorg. Door de financiële drempel voor zorggebruik te verlagen, zullen mensen meer zorg gaan gebruiken. Zorg die soms onnodig is, maar waarvoor wel zorgmedewerkers gevonden moeten worden.
De coalitiepartijen hebben ook 600 miljoen euro uitgetrokken voor de langdurige zorg. Om deze zorg te kunnen leveren zijn zo’n 11.000 nieuwe verpleegkundigen en verzorgenden nodig. En dat is een probleem. Want waar moeten al die extra handjes aan het bed vandaan komen?
Grote personeelstekorten
Er zijn grote personeelstekorten in de zorg. Deze 30.000 extra banen die moeten worden opgevuld, komen bovenop de meer dan 50.000 vacatures die er nu al zijn. En dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Door de vergrijzing zal de vraag naar zorg verder stijgen. Oudere zorgmedewerkers gaan met pensioen en veranderen van zorgverlener in patiënt. De zorg voor de grote geboortecohorten van na de Tweede Wereldoorlog moet worden geleverd door generaties die veel kleiner zijn. Jongeren hebben de banen voor het uitkiezen en de zorg is voor velen niet de eerste keus vanwege de hoge werkdruk, de onregelmatige werktijden en de volgens velen matige beloning. Volgens recente arbeidsmarktprognoses zal het personeelstekort in 2032 oplopen naar ten minste 137.000 personen. Daar komen de 30.000 vacatures van het kabinet-Schoof nog bovenop.
De werkgelegenheidseffecten van het coalitieakkoord waren aanleiding voor veel schampere reacties in de zorgsector. Hoe kunnen de coalitiepartijen plannen bedenken waarvoor veel extra mensen nodig zijn, terwijl de sector al met zulke grote tekorten kampt? Minder commentaar was er op de CPB-berekening dat twee derde van de extra uitgaven die de coalitiepartijen willen doen naar de zorg gaat. Van de 6,4 miljard euro die het nieuwe kabinet extra wil uitgeven gaat 4,2 miljard naar de zorg. Het overgrote deel daarvan is een verschuiving van particuliere naar collectieve uitgaven door de verlaging van het eigen risico en de verhoging van de zorgpremie.
Zonder de plannen van het nieuwe kabinet zouden de collectieve uitgaven aan zorg toenemen van 106 miljard euro dit jaar tot 119 miljard in 2028. Door de extra plannen zullen de zorgkosten aan het eind van deze kabinetsperiode niet 119, maar ruim 123 miljard euro bedragen. Dat is een stijging van 3,8 procent per jaar. Daar moet de kostenstijging als gevolg van de inflatie nog bij opgeteld worden. We moeten er rekening mee houden dat onze zorgpremie de komende jaren flink omhoog gaat.
Maar dan moeten die nieuwe zorgmedewerkers wel gevonden worden. Dat zal niet gaan door meer mensen op te leiden. Jongeren kiezen de laatste jaren eerder minder dan meer voor een beroep in de zorg. Voor de verpleegkunde opleidingen zijn de aanmeldingen zelfs gedaald.
Veel onbenut potentieel
Het activeren van de stille reserve in de zorg biedt meer perspectief. Het onbenut potentieel in de zorg is groot. Het overgrote deel van de zorgmedewerkers werkt in deeltijd. Van de verpleegkundigen werkt 80 procent in deeltijd, onder verzorgenden is dat zelfs meer dan 90 procent. Als al deze deeltijdwerkers 36 uur zouden gaan werken, zou het personeelstekort in één klap zijn opgelost. Hetzelfde geldt als alle mensen met een zorgdiploma die niet meer in de zorg werkzaam zijn, zouden terugkeren in de zorg. Ook dat zou het tekort meteen oplossen.
Het activeren van de stille reserve in de zorg kost echter geld, veel geld. Mensen moeten worden overgehaald om meer uren te gaan werken en het werk in een andere sector te verruilen voor de zorg. Dat kan alleen als er veel geld wordt uitgetrokken voor salarisverbetering, werkdrukvermindering en andere maatregelen om het werken in de zorg aantrekkelijker te maken.
Een paar jaar geleden hield een topambtenaar van VWS mij voor dat de stijgende zorgkosten helemaal geen probleem vormden. Want, zo zei hij, voordat de kosten een probleem gaan vormen zijn er al geen mensen meer om de zorg te leveren. De kostenstijging in de zorg zou vanzelf geremd worden door het gebrek aan personeel. Dat was ook de reden waarom toenmalig VWS-minister Hugo de Jonge nooit een plan heeft gemaakt om de stijging van de kosten te beperken.
Deze redenering was om twee redenen onjuist. Ten eerste dachten de topambtenaar en zijn minister kennelijk dat zodra er personeelstekorten waren, het kabinet geen nieuwe plannen meer zou maken die geld kosten en waarvoor meer mensen nodig zouden zijn. Als het om zorg gaat, willen politici echter altijd maar één ding: meer.
Kop in het zand
De tweede fout in hun redenering was dat personeelskrapte leidt tot loonstijgingen om mensen te verleiden in de zorg te gaan werken en dat daardoor de zorgkosten nog verder toenemen. Het personeelstekort leidt niet tot minder groei van de zorguitgaven zoals de topambtenaar dacht, maar doet de uitgaven aan zorg juist nog meer toenemen.
De coalitiepartijen van het kabinet-Schoof kiezen er net als alle voorgaande kabinetten voor om hun kop in het zand te steken en net te doen alsof in de zorg de bomen tot in de hemel groeien en voor elk plan een blik nieuwe zorgmedewerkers opengetrokken kan worden.
Hoogleraar economie Wim Groot schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week, vaak over gezondheidszorg.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!