‘Constructieve’ journalistiek is een arrogante kerk met steeds dezelfde psalmen
Journalistiek die een afkeer heeft van nieuws, is dat een grap? Nee. Sinds enkele jaren is er een invloedrijke school van journalisten die vindt dat nieuws afleidt van waar het in de journalistiek huns inziens werkelijk om moet gaan: het uitleggen van de werkelijkheid.
In een promotionele mail van deze week, afzender De Correspondent, word je niet aangemoedigd lid van dit medium te worden omdat je dan toegang krijgt tot scherpere, beter geïnformeerde en meer actuele artikelen, nee, je draagt door een lidmaatschap bij aan, citaat, hun ‘missie om zoveel mogelijk mensen inzicht te geven in hoe de wereld werkt’. En dat is goed, vertelt De Correspondent je in diezelfde mail, ‘want hoe groter het begrip voor elkaar en de wereld om ons heen, des te groter de kans dat we de problemen van onze tijd het hoofd kunnen bieden’.
Tegen ‘de waan van de dag’
Van de oprichter van De Correspondent, Rob Wijnberg, is bekend dat hij zich in zijn begintijd bij de NRC al vrij snel, hoe gek het ook klinkt, ongemakkelijk begon te voelen bij het nieuws. Zelfs bij de licht bedaagde NRC vond hij de nieuwsvoorziening te vluchtig, te incidenteel, teveel gericht op effectbejag; bijna alsof je een zee verwijt uit water te bestaan. Hij vatte zijn weerzin uiteindelijk samen onder de term ‘waan van de dag’, en begon zich zo principieel te verzetten tegen het type journalistiek dat zich, volgens hem dan, te afhankelijke maakte van die waan dat hij in 2013 de stoute schoenen aantrok. Hij werd de initiatiefnemer van een nieuw journalistieke online platform, inderdaad, het al genoemde De Correspondent.
Bescheidenheid past niet bij zo’n lancering. Bij DWDD werd het platform opgepijpt tot een ware revolutie in de journalistiek. Met bravoure stelde De Correspondent ‘jouw medicijn tegen de waan van de dag’ te zijn. Ofwel, dit was niet zomaar een krantje, blaadje of magazine dat je kan oppakken en weer wegleggen, nee, lid worden van dit platform zou, toe maar, een geneeskrachtige werking op jou hebben! En degenen die geen lid werden, waren die dan gedoemd ziek te blijven? Of dom? In de arrogante gedachtegang van De Correspondent wel, ja, want zij lieten het ‘medicijn tegen de waan van de dag’ aan zich voorbijgaan.
Het zich op gereformeerde wijze afzetten tegen wat het al te sensatiegerichte karakter van veel nieuwsvoorziening zou zijn, raakte blijkbaar een snaar. Een nieuwe generatie, vooral jonge nieuwsconsumenten wilde zich maar al te graag laten voorstaan op de eigenschap dat ze voorbij de vermeend hijgerige krantenkoppen keken en dachten. Dat het filosoof Rob Wijnberg samen met zijn collega’s vervolgens gelukt is van De Correspondent een gevestigd merk te maken is dan ook een prestatie van formaat. De vraag is alleen: wat heeft hun club nog met journalistiek te maken? Wat is de daadwerkelijke invloed van De Correspondent? Bepalen zij op enigerlei wijze de nieuwsagenda? Of is hun website een tamelijk steriele koelkast met theoretische artikelen die alleen door de eigen ledenbubbel wordt bezocht?
De meeste leden die ik spreek zijn ooit lid geworden omdat ze sympathiek stonden tegenover de missie, maar bekennen bijna allemaal dat ze al jaren geen artikel meer op de site hebben gelezen. Wat niet vreemd is. Want het oudste en meest invloedrijke deel van ons brein, het reptielenbrein, dat gericht is op overleven en in dienst daarvan kansen en gevaren opspoort, vindt weinig van zijn gading in De Correspondent. De content is dusdanig gericht op duurzaamheid en de lange termijn, en qua strekking zo eenvormig, abstract en voorspelbaar, dat het ogenschijnlijk helemaal niet uitmaakt of je het vandaag, morgen of volgende maand tot je neemt.
Snobby imago
Dat De Correspondent er dankzij een snobby imago in geslaagd is levensvatbaar te worden betekent niet dat constructieve journalistiek, ook wel oplossingsjournalistiek genoemd, een succesnummer is. Integendeel.
Voormalig Journaal-hoofdredacteur Hans Laroes deed in 2019 met Brandpunt+ een gesneefde poging om ‘jong volwassenen’ te interesseren voor ‘oplossingsgerichte verhalen over dingen die ons inspireren en verbazen’. Wat bleek? Die beoogde ‘jong volwassenen’ hadden helemaal geen trek om in door KRONCRV voor gestanste ideeën over onder meer ‘Macht’, ‘Health’ en ‘Betere Wereld’ als illustratiemateriaal rond te lopen. En vervolgens keek ook bijna niemand naar de items van Brandpunt+. Want zeker online en op tv is het handig als je kijkers, zeker jonge kijkers, stevig prikkelt, plaagt, verontrust of verwart in plaats van ze door correcte omroepbazen voorbewerkte ‘oplossingen’ aan te bieden. Brandpunt+ ging in feite kapot aan hetzelfde manco als waar al die ooit monter gestarte goednieuwsshows aan ten onder gaan: je weet van tevoren hoe het afloopt waardoor het reptielenbrein op nul stimulatie hoeft te rekenen.
In een toegeeflijke bui kun je constructieve journalistiek nog zien als een onschuldige uitbreiding van de traditionele nieuwsvoorziening. Misschien zelfs als een sympathieke poging zicht te krijgen op de complexe werkelijkheid achter het dagelijkse nieuws. Maar de kranten vervangen, waar Wijnberg aanvankelijk op inzette, is intussen een sprookje gebleken. En als je inzoomt op de motieven waarmee ooit met deze vorm van journalistiek is begonnen, verdampt de mildheid. En zie je louter dedain van academici jegens het journalistieke handwerk, je zou bijna zeggen: van theoretisch geschoolden jegens praktisch geschoolden.
Zo lijkt de bewering dat de nieuwsindustrie afstompt, verhult en cynisch maakt een adequate analyse van wat (te veel) nieuwsconsumptie met je geest kan doen, maar is het uiteindelijk niet meer dan borrelpraat en een vederlicht excuus om in je kantoortuin te blijven plakken in plaats van de straat op te gaan. Daarnaast is het ook nog eens volkomen onjuist! Het idee dat gedachten óver de werkelijkheid interessanter, noodzakelijker en impactvoller zijn dan de werkelijkheid zelf, getuigt van wereldvreemdheid. En wordt door de grootschalige consumptie van het harde eerstelijnsnieuws gelukkig nog altijd gelogenstraft. Als er bovendien iets afstompend is gebleken, dan zijn het wel de betuttel-preken van types als Rutger Bregman (‘Correspondent Vooruitgang’) die in een van zijn laatste stukken op De Correspondent zes signalen optekent die erop duiden dat je, och hemel, ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat’ (zucht).
Belerend, betuttelend en bevoogdend
Het meest kwalijke aan constructieve journalistiek is dat het de suggestie wekt een poging te doen de nieuwsconsument ‘te zien’, hem of haar serieus te nemen door de uitnodiging te reageren of mee te denken inzake ‘oplossingen’, terwijl de oplossing in de artikelen steevast al voor negentig of vijfennegentig procent wordt voorgekauwd en degenen in de reactiepanels, lees ze maar na, de betreffende publicist nooit, maar dan ook nooit op andere gedachten weten te brengen. Met andere woorden: de nieuwsconsument wordt in de constructieve journalistiek nou juist niet serieus genomen, maar eindeloos beleerd, betutteld en bevoogd, totdat hij of zij de conclusies van de superieure Wijnbergen en Bregmannen, de iconen van hogeschool-links, volledig onderschrijft.
Een gewone krant of nieuwswebsite is daarbij vergeleken een wonder van speelsheid en (geestelijke) bewegingsvrijheid: door ongelijksoortige verhalen met heel verschillende onderwerpen bij elkaar te plaatsen en het aan de consument over te laten waar zijn of haar oog op valt, en welke conclusies uit de aangeboden content te trekken, tonen de traditionele media oneindig veel meer respect voor en vertrouwen in de geestkracht en zelfstandigheid van hun afnemers dan de dorre schoolmeesters van de constructieve journalistiek.
Die schoolmeesters bestieren niets meer of minder dan een arrogante kerk met elke dag ongeveer dezelfde psalmen.
Hans van Willigenburg (1963) is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’.
Wynia’s Week ligt iedere woensdag- en zaterdagmorgen bij u op de mat. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!