CO2-heffing kan wel, maar doe het dan zo
Jesse Klaver van Groen Links kwam afgelopen week met de eis van een CO2-belasting. Misschien is daar wel een meerderheid voor te vinden, maar dan moet GroenLinks voorzichtig en realistisch te werk gaan (en dat is niet altijd de natuurlijke stijl van die partij). Dat blijkt uit een nieuw, gedetailleerd onderzoek van Maurice de Hond.
De Nederlanders zijn volgens de enquête van peil.nl verdeeld in drie groepen. Er zijn de ambitieuze dromers: vier op de vijf aanhangers van D66 en Groen Links vinden dat Nederland een voorbeeldfunctie moet innemen bij de vermindering van de CO2 uitstoot. Dan de realisten: stemmers op CDA en VVD willen in grote meerderheid dat Nederland wel meer moet doen maar in lijn met de rest van de Europese Unie. En tenslotte zijn er de negatieven van SP, Forum voor Democratie en PVV die vinden dat Nederland alleen niks kan veranderen aan de klimaatrisico’s en dat het allemaal neer komt op autootje pesten.
Internationaal is de kloof ook groot. De EU probeert serieus te zijn over klimaatbeleid, maar buiten Europa is er volgens de Ierse expert Joseph Curtin, geciteerd in de Financial Times, ‘geen enkel rijk land dat reductie van CO2 serieus neemt’. Nog erger: Australië heeft zich vorige maand in Katowice aangesloten bij de lijn van Donald Trump.
Daarmee zijn alle vier de grootste steenkool-producenten van de wereld nu tegen de ambities van de EU. China is kampioen kolenstoker. Provinciale partijbestuurders krijgen promotie naar top-banen in Beijing wanneer hun provincie hoge economische groei laat zien; dus bouwen ze extra kolencentrales voor goedkope energie en schrappen ze de laatste jaren zelfs plannen voor te kostbare duurzame energie.
In de VS is president Trump tevreden dat zijn land mede dankzij steenkool niet meer afhankelijk is van olie uit het Midden-Oosten. India heeft andere prioriteiten voor de arme bevolking en Australië verdiende vorige jaar 50 miljard euro aan de uitvoer van steenkool (in 2018 de belangrijkste export van het land). De kans dat die vier landen hun beleid veranderen onder de indruk van onze windmolens lijkt niet groot.
Nederlanders zijn dus verdeeld in dromers, realisten en negatieven; buiten de EU komt ieder jaar meer kolenrook uit de schoorsteen. Mij lijkt dat Klaver en andere voorstanders van een krachtiger klimaatbeleid nog de beste kans maken met deze drie afspraken:
1. Niet duurder dan de rest van de Europese Unie
Groen Links en D66 kunnen pleiten voor een CO2-belasting, maar dan op de voorzichtige manier, dus met een tarief dat niet hoger is dan in de rest van de EU en ook nooit hoger wordt dan in de omringende landen. Die voorzichtige vorm van belasting vraagt van Groen Links en D66 een groot offer, namelijk om af te zien van harde doelen voor de CO2-uitstoot in 2030 en 2050. Een hard doel vereist logischerwijs, dat Nederland het tarief van de CO2-belasting ieder jaar verder verhoogt totdat de klimaatdoelen zijn gehaald. Zo’n harde formule voor het Nederlandse tarief – zonder bovengrens verder omhoog zolang er in de wereld nog CO2 bijkomt – betekent het einde voor Schiphol, de glastuinbouw, Nederland Distributieland en alle energie-intensieve industrie.
2. Geen bestaande energie subsidiëren
Geen Nederlandse subsidies voor al bestaande vormen van alternatieve energie, want dat helpt ons niet met de uitdagingen van de toekomst en betekent alleen maar nog hogere belastingen. Trouwens, wanneer Nederland een CO2-belasting invoert is dat bedoeld als een sterke aanmoediging voor het bedrijfsleven om op eigen kracht in te zetten op minder en schonere energie. Dan moet de overheid niet ook nog met belastinggeld de economie verder gaan verstoren door politieke en lobbygestuurde subsidies op bestaande producten. Graag Lego-speelgoed uit Denemarken maar geen dure turbines voor windmolens als daar zo veel Nederlands belastinggeld bij moet. Graag sportkleding uit China, maar geen elektrische auto’s zolang die alleen kunnen rijden met belastinggeld van Nederlanders waarvan de meesten zelf niet zo’n auto kunnen of willen betalen. Liever subsidie aan de universiteit van Wageningen voor research naar gewassen die minder water en minder kunstmest nodig hebben. En hulp voor de drie technische universiteiten om te werken aan de schoonste vorm van energie: waterstof.
3. Geen dwang van gas naar stroom
We schieten niets op met klimaatbeleid wanneer Duitse elektriciteit uit bruinkool het aardgas gaat vervangen. Gelukkig heeft Diederik Samsom al een hoop kritiek gekregen op zijn luchthartige suggestie dat we per gezin maar 14.000 euro moeten lenen om de gasketel te vervangen. Zulk fanatisme dwingt CDA en VVD in de richting van een negatieve opstelling, omdat kiezers anders weglopen naar SP, PVV en Forum.
Een pijnlijk dilemma dus voor Jesse Klaver. Volgt hij de drie redelijke, gouvermentele afspraken – een voorzichtig tarief in de CO2-belasting, verder alleen subsidies voor nieuwe vormen van schone energie, en geen domme dwang bij de keuze tussen gas en elektra – dan zou hij de realisten van CDA en VVD mee kunnen krijgen voor een meerderheid in de Kamer.
Maar als Klaver zich niet los kan maken van de protestcultuur in zijn partijj, eist dat Nederland voorop loopt in Europa en niet luistert naar de zorgen van de belastingbetalers, dan oogst hij gejuich in eigen kring, maar komt GroenLinks niet dichter bij de macht. Partner in een serieus klimaatbeleid of protestpartij aan de zijlijn – dat is Klaver’s dilemma.