Bruno Bruins’ strijd tegen pillen-windmolens
door Wim Groot en Henriëtte Maassen van den Brink
Minister Bruno Bruins van Medische Zorg probeerde eind augustus de aandacht af te leiden van zijn zwakke optreden rond de verplegerswet BIG-2 door een open brief te publiceren in de Volkskrant. Hierin riep hij farmaceutische bedrijven op om openheid te geven over de kosten van de ontwikkeling en productie van dure geneesmiddelen. Als ze geen openheid zouden geven, dan dreigt hij ze aan de schandpaal te nagelen.
In zijn brief verwijt Bruins de geneesmiddelenfabrikanten dat ze niet meewerken om de zorg betaalbaar te houden: ‘(…) overal werken gedreven zorgverleners, bestuurders en patiënten samen met mij om de kosten in de hand te houden. (…) Hoe zuur is het dan dat één heel belangrijke partij in de zorg niet of nauwelijks meedoet, te weinig verantwoordelijkheid neemt. Er zelfs vaak een flinke schep bovenop gooit. Niet omdat het moet. Maar omdat het kan.’
Het klinkt dramatisch en bevlogen van de minister, maar het is onzin.
Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 zijn de ziekenhuisuitgaven met meer dan 70% gestegen. De uitgaven aan geneesmiddelen stegen in dezelfde periode met slechts 9%. Dat is een stuk minder dan de stijging van de totale zorguitgaven: deze stegen met bijna 47% in deze periode. In tegenstelling tot wat minister Bruins beweert houden geneesmiddelen de zorg betaalbaar. Daarbij komt nog eens dat de geneesmiddelenuitgaven in ons land tot de laagste in de westerse wereld behoren. In België en Duitsland zijn de uitgaven aan geneesmiddelen per hoofd van de bevolking ongeveer de helft hoger dan bij ons. De hoge zorgkosten toeschrijven aan geneesmiddelen is een gotspe.
Nieuwe medicijnen zijn wel duur
‘Dure medicijnen slokken steeds groter deel van het zorg budget op,’ zei de minister in Nieuwsuur. Er is wel een probleem. Voor nieuwe innovatieve geneesmiddelen worden soms onaanvaardbaar hoge prijzen gevraagd. Hoewel we hierbij wel moeten bedenken dat de prijzen van deze geneesmiddelen in ons land vaak een stuk lager zijn dan in de Verenigde Staten. President Donald Trump maakt zich daar geregeld druk om. Trump denkt dat als Europese landen wat meer zouden betalen, patiënten in de VS goedkoper uit zullen zijn.
In de New York Times zei Bruno Bruins Amerikaanse collega van volksgezondheid Alex M. Azar II onlangs dat “de Amerikaanse oudere en de Amerikaanse patiënt te lang is gevraagd om meer te betalen dan nodig is voor geneesmiddelen om de socialistische systemen in Europa te subsidiëren. Het wordt tijd dat er een einde komt aan het stutten van het socialisme in Europa door patiënten in Amerika”, aldus minister Alex M. Azar II (‘Trumps’ efforts to rein in drug prices face setbacks’, New York Times, 11 juli 2019).
Bij zijn strijd om de prijzen van innovatieve geneesmiddelen te verlagen moet Bruno Bruins het niet alleen opnemen tegen de farmaceutische industrie maar ook tegen Donald Trump. Een groot deel van de nieuwe geneesmiddelen worden in de VS ontwikkeld. Het is waarschijnlijk een kwestie van tijd voordat Trump de prijs van geneesmiddelen onderdeel maakt van het handelsconflict tussen de VS en Europa.
Maar de EU maakt medicijnen ook duur
Dat medicijnen duur zijn en soms enorm in prijs omhoog gaan, komt vooral door domme overheidsregels die in het verleden zijn afgesproken. Om de ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziektes te stimuleren biedt de Europese Unie sinds een paar jaar fabrikanten van dergelijke weesgeneesmiddelen tien jaar marktexclusiviteit. Dit heeft ertoe geleid dat veel fabrikanten medicijnen die ooit ontwikkeld zijn voor een heel andere aandoening laten registreren als weesgeneesmiddel, ook al zijn de middelen al lang uit patent. Dit off-label gebruik als weesgeneesmiddel geeft de fabrikant het recht het middel als enige op de markt te brengen.
Dit leidt er toe dat generieke geneesmiddelen na registratie als weesgeneesmiddel plotseling enorm veel duurder worden. Dit oneigenlijke gebruik van de bescherming van weesgeneesmiddelen zou minister Bruins in de EU kunnen aankaarten. Hij doet dat niet, waarschijnlijk omdat hij inziet dat de Europese landen met een grote farmaceutische industrie die profiteren van deze regels, dit zullen blokkeren.
En wat denkt Bruins eigenlijk te bereiken?
De grote vraag is wat minister Bruins denkt te bereiken door fabrikanten van dure medicijnen aan de schandpaal te nagelen? Een boycot van geneesmiddelen? Verwacht hij dat kankerpatiënten of patiënten met een ernstige spierziekten voortaan tegen hun arts zullen zeggen ‘Ik weet dat dit geneesmiddel mijn leven kan redden, maar doe maar niet want minister Bruins heeft gezegd dat het veel te duur is’? Nee, natuurlijk niet.
Meer transparantie en het aan de schandpaal nagelen van farmaceutische bedrijven zal geen effect hebben. Farmaceutische bedrijven weten dat minister Bruins het nog veel zwaarder te verduren krijgt als hij zou besluiten een geneesmiddel niet te vergoeden. In de onderhandeling met grote farmaceutische bedrijven kan minister Bruins geen vuist maken.
Minister Bruins voert een gevecht tegen windmolens, een niet te winnen strijd tegen een denkbeeldig probleem van medicijnen die het zorgbudget zouden opslokken.