Brahim, inbreker, heler en succesvol ondernemer
Hans Werdmölder volgde jonge (Marokkaanse) misdadigers vanaf de jaren tachtig. Eerdere afleveringen van deze serie in Wynia’s Week gingen over Najib, Ilias, Abdel, Rinus, Chico en Bob.
Brahim heb ik leren kennen als een professionele crimineel in de dop. Hij is boerenslim en ondernemend, ook in crimineel opzicht. Criminelen noemen zo iemand een ‘wiseguy’. Zijn vrienden voorspellen hem een gouden toekomst.
Brahim komt uit een Marokkaans gezin van tien kinderen.
Brahim gaat na zijn basisschool naar de Mavo, maar wordt al in de tweede klas van school verwijderd. Vervolgens gaat hij naar de LTS, op individueel niveau. Op school houdt hij zich bezig met allerlei criminele scharrels. Bij zijn eerste aanhouding, hij was toen vijftien, gaat het nog om een gestolen fiets. Daarna volgen er meerdere inbraken. Brahim krijgt al op vroege leeftijd een tuchtschoolstraf opgelegd en een Onder Toezichtstelling (OTS). Aan zijn toeziend voogd laat hij weten geen behoefte te hebben aan bijzondere hulp.
Mooie meid, misdaad en money
Zijn toenmalige leraar op de LTS noemt Brahim ‘een verbaal knap joch met een vlotte babbel, die er altijd goed uitziet en weet van de rottigheid in de buurt’. De vier M-formule, Mooie Meid, Misdaad en Money, gaat in het geval van Brahim beslist op. Zijn toenmalige Surinaams-Nederlandse vriendin, volgens de docent ‘een bloedmooie meid’, wordt door Brahim gekleed uit de eerste keuze kleding afkomstig van diefstal. Brahim noemt haar Hafida, maar dat is niet haar echte voornaam.
Uit deze relatie zijn drie kinderen geboren. Ik herinner mij van een kraambezoek dat de prijskaartjes nog aan de kinderkleding hingen. Formeel wonen Hafida en Brahim niet samen, dat is uitkeringstechnisch beter. Na enkele jaren komt er een kink in de kabel. In een gesprek zegt hij: ‘Hans, het gezin is als een huis. Als de pilaren niet goed zijn, zakt het huis in elkaar. Zo is het gegaan met mijn gezin.’
Zijn ex-partner heeft zelfs aangifte gedaan van aanranding. Ook paste Brahim ‘functioneel geweld’ toe bij de opvoeding van zijn kinderen. Zo hield hij de vlam van de aansteker onder de duim van zijn oudste dochter, om haar op deze wijze de gewoonte van het duimzuigen af te leren.
‘Ik heb stalen ballen’
Brahim is afkomstig uit de gelederen van de groep Marnel, maar hij is al snel zijn eigen weg ingeslagen. In een interview zegt hij: ‘Ik was een jongen die nooit gepakt werd. Ik ben nooit verder gekomen dan het politiebureau en ik had ook geen centerpons, kraspen of breekijzer op zak.’
Brahim heeft verschillende tot de verbeelding sprekende inbraken op zijn naam staan. Zo heeft hij een grote inbraak gepleegd in een video- en computerzaak. Hij wist het hekwerk ter beveiliging van de ramen zo te bedienen, dat ze vrij gemakkelijk hun slag konden slaan. De waarschuwing van zijn oudere broer dat hij met verkeerde vrienden optrekt, wimpelde hij af met de woorden: ‘Ik heb stalen ballen.’ In de wijk staan Brahim en zijn broers bekend als ‘de Daltons’, die kleine jongens aanzetten tot het stelen van spullen.
De droom van een eigen coffeeshop
De droom van Brahim is een eigen coffeeshop. Dankzij financiële steun van zijn familie lukt het hem deze droom eind jaren zeventig te realiseren. De coffeeshop krijgt de naam Odysseus.
Om zijn illegale levenswandel niet in gevaar te brengen, staat de coffeeshop op naam van een familielid. Dat is in de wijk een bekende truc, die ook veelvuldig op motoren en auto’s wordt toegepast. Immers, bij ontdekking van illegale feiten kan het pand niet worden dichtgespijkerd of door de politie beslag worden gelegd op het vervoermiddel. Eind jaren tachtig bedraagt de omzet van de coffeeshop gemiddeld 180.000 gulden per jaar.
Een coffeeshop mag maar 500 gram in voorraad hebben. Dat is onhandig bij een goed lopende zaak, met veel klanten. Om de twee dagen moet de voorraad worden aangevuld. Daarom wordt een grote voorraad cannabis gestald bij zijn ouders. Die krijgen daar een vergoeding voor. De klantenkring van de coffeeshop bestaat voornamelijk uit jongeren die hasj kopen en kleine dieven. Junkies worden slechts gedoogd voor zover zij beschikken over gestolen goederen en cheques. Illegale Marokkanen en Algerijnen worden geweerd.
De coffeeshop vormt het gedoogde ‘front’ van Brahims illegale activiteiten. Heling van gestolen goederen vormt de ware winstgevende handel. Om zijn coffeeshop niet in opspraak te brengen, worden illegale zaken, zoals de opkoop van gestolen goederen, buitenshuis gedaan. Brahim zorgt er altijd voor om de koopwaar, een partij kleding of sigaretten, alleen te zien en die nooit aan te raken. Hij zegt erover: ‘Je moet altijd zorgen dat je “schoon” blijft, dus ik laat de gestolen spullen door de verkoper in de achterbak van mijn auto zetten.’ De spullen verkoopt hij, met dikke winst, door aan winkels en marktkooplieden. Daarbij is Brahim wel zo slim om een gestolen partij kleding te mengen met legale goederen en de spullen bij voorkeur in een andere plaats af te zetten.
Als ‘eigenaar’ van de coffeeshop heeft Brahim enkele zwartwerkers, jongens en meisjes met een uitkering, in dienst. Tegelijkertijd sponsort hij twee zaalvoetbalteams in de wijk. Hij heeft een boekhouder in dienst en er wordt belasting betaald over de legale en gedoogde inkomsten.
Vertrek naar Spanje
In 1990 vertrekt Brahim naar Spanje. Hij heeft er schoon genoeg van, de zaken rond de coffeeshop doet hij over aan zijn jongere broer. Hij heeft zes jaar in Spanje gewoond, aan de kust in Marbella. Met een vriend runden ze daar een Tapaszaak, die diende als dekmantel voor de handel in softdrugs. Brahim blijft er met opzet een beetje vaag over.
Zijn uitkering in Nederland loopt gewoon door, dankzij een truc. Brahim is naar een psychiater gegaan en heeft zich geestelijk ziek laten verklaren. Hij krijgt medicijnen, maar die gooide hij weg. Zo krijgt hij de begeerde medische verklaring en is hij niet verplicht om te solliciteren. Hij is vrij om te gaan en staan waar hij maar wil. Wanneer hij een oproep krijgt voor een gesprek, komt hij daarvoor speciaal terug uit Spanje. ‘Van die truc heb ik zes jaar plezier gehad’, vertelde hij mij eind jaren tachtig.
Eenmaal terug in Nederland pakt hij de oude draad weer op, maar dat loopt minder goed af. Hij wordt gepakt en berecht wegens een overval op een geldloper. Hij krijgt een relatief milde straf opgelegd. In de gevangenis wordt hij omschreven als vriendelijk en correct, zolang het hem voor de wind gaat en niemand tegenwerkt.
In 2014 wordt de door zijn broer gerunde coffeeshop, in opdracht van de burgemeester, gesloten. De formele reden is dat de coffeeshop te dicht bij enkele scholen zou zijn gevestigd. De ware reden is dat er zaken gebeurden die het daglicht niet konden verdragen.
Definitieve scheiding
Met Hafida, zijn voormalige levenspartner, heeft hij definitief gebroken. De kinderen hebben tot hun achttiende jaar op een internaat gezeten. Brahim heeft zijn ex-partner zelfs financieel geholpen, toen zij na hun scheiding een flat kreeg in Amsterdam-Noord.
Het geld, het zou gaan om een bedrag van 12.000 euro, wordt echter niet aan de inrichting en meubels besteed. Volgens Brahim heeft zij met het geld siliconen in haar borsten laten zetten. Zijn ex-vrouw werkte toen freelance als buikdanseres en haar borsten moesten wel een beetje gevuld zijn. Zijn ex-vrouw is weer uit Noord verhuisd en woont nu in een nieuwbouwwoning in de buurt van Hoorn.
Brahim is er helemaal klaar mee. De kinderen ziet hij slechts af en toe. Zijn oudste dochter wil niets meer met hem te maken hebben. Er zijn in het verleden teveel dingen gebeurd. De kinderen wonen zelfstandig en werken in de horeca.
Is het diploma niet te koop?
In 2009, als ik weer contact leg met Brahim, woont hij al weer zes jaar samen met een Nederlandse vriendin. Samen hebben ze een zoon, een baby is op komst. Brahim is nu formeel zonder werk.
Hij wil een café beginnen. Daar heeft hij de vereiste papieren voor nodig. Brahim volgt een opleiding bij ASA, afdeling Zorg en Welzijn. Daar zit hij in een groep van leerlingen met ‘een psychiatrisch rugzakje’. Brahim moet er schamper om lachen. ‘Ik heb meer levenservaring dan alle leerlingen en docenten bij elkaar.’ Hij noemt de opleiding ‘een speeltuin’. ‘Je leert er niets. Je begint om tien uur, we praten wat, dan een half uur pauze, daarna worden nog twee pagina’s van een boek behandeld.’
Die opleiding stelt niets voor, is zijn conclusie. Het vak Sociale Hygiëne vormt echter een struikelblok. Brahim is een doener, hij kan niet stilzitten. ‘Ik kan geen boek lezen, na een pagina ben ik al moe,’ vertelt hij mij. ‘Is het diploma niet te koop?’