Biodiversiteit in NL: obsessie met armetierige natuur
Natuurbeschermers rollen de rode loper uit voor de wolf, want ‘die hoort hier thuis’, maar de wasbeer is een ‘invasieve exoot’, die dient te worden uitgeroeid. In de Oostvaardersplassen moest ‘ongerepte natuur’ ontstaan, maar het werd een concentratiekamp voor grote grazers. Welkom in de woke natuur van Nederland.
Natuurbeschermend Nederland heeft een nieuw knuffeldier: de wolf. Sporadisch waagden individuele wolven zich al sinds enige jaren vanuit Duitsland in Nederland, maar nu zijn hier ook broedpaartjes, en wellicht een paar heuse roedels wolven.
‘Wolven horen thuis in Nederland en spelen een belangrijke rol in de natuur’ zwijmelt Wolven in Nederland, een gelegenheidscoalitie van de Postcodeloterij en een aantal natuurbeschermingsclubs.
Boer moet lijdzaam toezien
Aangezien de natuur in Nederland het de afgelopen 120 jaar zonder de wolf heeft moeten doen, roept dat de vraag op welke belangrijke rol dat dan is, of was. Hoe dan ook, zulk Nederlanderschap verjaart niet, dus is de wolf hier een beschermde diersoort.
Dit houdt onder meer in, dat een boer die oog in oog staat met een wolf die zijn schaapskooi binnendringt, slechts lijdzaam toe mag zien hoe het beest al zijn schapen doodbijt. Eigen schuld, zegt de overheid dan, had je maar een beter hek om die schaapskooi moeten bouwen, je wist toch dat er nu wolven in Nederland zijn?
Omdat de wolf in Nederland geen natuurlijke vijanden heeft, zal de populatie zich gestaag uitbreiden, en zullen zulke incidenten steeds vaker plaatsvinden. Als maatschappij kun je ervoor kiezen om die schade en de risico’s voor de mens te accepteren. Al zal dat waarschijnlijk niet langer duren dan totdat het eerste kind is doodgebeten door een wolf.
Ecologen geven geen asiel
Echter, hoe anders is dit voor de wasbeer: ook zo’n aaibaar roofdier dat vanuit Duitsland naar Nederland is opgerukt, dat bovendien niet gevaarlijk is voor de mens. Maar die komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en hoort hier ‘dus’ niet thuis.
Ecologen geven geen asiel: ze hebben de wasbeer op de EU-lijst van ‘invasieve exoten’ weten te krijgen, hetgeen inhoudt dat dit dier in alle lidstaten bestreden en zo mogelijk uitgeroeid moet worden. Nederlandse provinciebesturen voldoen halfhartig aan deze oekaze, met een mix van afschieten, vangen en steriliseren. Het zal niet verbazen, dat de wasbeer volgens ecologen geen belangrijke rol in de natuur speelt, doch juist een bedreiging vormt voor onze biodiversiteit.
Oostvaardersplassen: een concentratiekamp voor grazers
Ecologen hebben er een handje van om alleen aan ‘oorspronkelijke’ of ‘ongerepte’ natuur bestaansrecht toe te kennen. Neem nou de Oostvaardersplassen, het geesteskind van de bevlogen ecoloog Frans Vera. Die propageerde met veel succes bij Staatsbosbeheer dat natuurgebieden in Nederland weer in de oorspronkelijke staat gebracht moesten worden, helemaal terug naar de oertijd toen zelfs de Kaninefaten nog niet door Nederland trokken.
Dat moest door ‘herverwilderen’ (rewilding): parachuteer een paar kuddes grote grazers (paarden, runderen, herten) in zo’n terrein, zet er hekken omheen en laat Moeder Natuur haar gang gaan. Vera’s visioen was dat dan een gevarieerd, half open bos- en moeraslandschap zou ontstaan met een rijke biodiversiteit aan planten, vogels en landdieren.
Wat vreemd genoeg niet in het plan zat, waren predatoren als de wolf en de lynx, die de populaties grazers binnen de perken hadden kunnen houden. Die laatsten explodeerden in aantal en graasden het hele gebied kaal, waarna de Oostvaardersplassen in feite een concentratiekamp voor die grazers werden, die ‘s winters massaal de hongerdood stierven omdat ze vanwege de hekken rond het gebied niet op zoek konden naar nieuwe voedselbronnen.
Meer ideologie dan wetenschap
Voor de ecofundi’s die lyrisch waren over de ‘ongerepte’ natuur in dat gebied, was het in de winter bijvoeren of desnoods afschieten van deze dieren taboe: die moesten ‘met rust gelaten worden’. Dat hield ook in, dat geen normale Nederlander in de Oostvaardersplassen een kijkje mocht nemen, dat kon alleen in de bioscoop, middels de veelgeprezen film De Nieuwe Wildernis.
In strijd met alle feitelijke bevindingen gelooft de inmiddels gepensioneerde Vera nog steeds in zijn visioen van herverwildering. In een interview in De Groene uit 2018 zei hij dat zijn levenswerk ‘de nek is omgedraaid door ‘terroriserende’ actievoerders, ‘luie’ journalisten en ‘liegende’ politici’. Ecologie in Nederland is vaak meer ideologie dan wetenschap.
Obsessie met zand- en veengebieden
Staatsbosbeheer is de facto van Vera’s herverwildering afgestapt, maar hun obsessie met zand- en veengebieden als bij uitstek pure Nederlandse natuur lijkt een loot aan dezelfde stam. Om die armetierige natuur op voedselarme ondergronden te behouden, moet in grote delen van Nederland koste wat het kost de stikstofuitstoot omlaag, en dat is dus de ‘stikstofcrisis’, waarvoor, volgens geluiden uit de Haagse wandelgangen, nu zelfs een aparte minister van Stikstof en Natuur zal worden aangesteld.
Ironisch genoeg zijn juist die schrale gebieden voor een groot deel ontstaan door menselijke roofbouw op de natuur. Eeuwenlang is daar door onder meer begrazing en veenwinning de grond uitgewoond, en dat moeten dan in de 21ste eeeuw de vlaggenschepen van de Nederlandse biodiversiteit zijn.
Biodiversiteit is een mysterieus begrip geworden
Strikt genomen is biodiversiteit niet meer dan een getal, namelijk het aantal dier- en plantensoorten in een ecosysteem. Maar door ecologen en natuurbeschermers wordt de term biodiversiteit nu vaak gebruikt als quasi-objectieve omschrijving van ‘de hoeveelheid natuur’ of ‘de gezondheid van het ecosysteem’.
Volgens de door 150 landen ondertekende Convention on Biological Diversity gaat ‘biodiversiteit over meer dan planten, dieren en micro-organismen en hun ecosystemen – het gaat over mensen en onze behoefte aan voedselzekerheid, medicijnen, schone lucht en water, beschutting en een schoon en gezond leefmilieu’. Zo transformeert biodiversiteit van een wetenschappelijk, in principe meetbaar begrip tot zoiets als de Heilige Geest van de natuur; een mysterieus, holistisch iets dat goed is voor ons aller zielenheil.
Code Zwart voor de natuur?
Hebben natuurbeschermingsorganisaties al geroepen dat het Code Zwart is voor de Nederlandse natuur? Zo niet, dan kan dat niet lang meer uitblijven. Het idee, dat de natuur hier over de hele linie hard achteruit kachelt door de stikstof, wordt immers gretig geloofd.
Maar volgens een veelgebruikte indicator, de Living Planet Index Nederland, is dat niet zo. Die schommelt al dertig jaar opmerkelijk stabiel rond de 100.
Die indices zijn ook uitgesplitst naar allerlei types landschap en diergroepen. De index voor broedvogels is in die periode langzaam toegenomen, de index voor vleermuizen met een factor vijf gestegen, amfibieën en reptielen zijn stabiel. De index voor sommige groepen insecten is flink afgenomen, maar voor andere groepen insecten juist gestegen; een algemeen insectenarmageddon is zeker niet aan de hand.
Er is ook een aparte index voor de fauna van heide en duin, de stikstofzorgenkindjes. Inderdaad is die index vanaf 1990 van (per definitie) 100 gedaald naar 40 in 2005, maar opmerkelijk is, dat die sindsdien niet verder gedaald is.
Het Compendium voor de Leefomgeving, dat al deze indices publiceert, concludeert dan ook op de website: ‘Netto gezien neemt de landnatuur in kwaliteit toe. Deze toename wordt verklaard door het grote areaal bos met een toename in kwaliteit.’
Grootschalig tuinieren
Op deze indices is allerlei kritiek mogelijk, onder meer omdat ze vaak een negatief vertekend beeld geven (gedetailleerde kritiek op deze ‘Dow Jones indices van de natuur’ heb ik uiteengezet in dit artikel in Skepter en de wetenschappelijke versie is te vinden in het tijdschrift Biological Conservation).
Uiteindelijk komt het erop neer, dat biodiversiteit een dermate flexibel en inconsistent concept is, dat het geen zinnig richtsnoer voor natuurbeleid is. En de vraag wat echte, oorspronkelijke natuur is, met soorten die hier thuishoren, is een bijna religieuze vraag die we veilig kunnen parkeren bij de natuurfilosofen. Zolang die maar niet achter hun bureau vandaan komen om ergens een reservaat met ongerepte natuur te stichten.
Natuur in Nederland is altijd een vorm van grootschalig tuinieren. Waarom zouden we dan het heft niet in eigen hand nemen?
Laten we wat pragmatischer gaan denken over natuur
Uiteraard zit aan alles een redelijke grens: als Nederland zou besluiten om de hele Waddenzee in te polderen, zou dit Europees en zelfs mondiaal zulke ingrijpende consequenties hebben voor belangrijke populaties trekvogels en zeedieren, dat het niet meer dan redelijk is dat de EU daar een soort vetorecht claimt.
Maar het is kenmerkend voor de totalitaire neigingen van ecologen, dat ook als het gaat om natuurgebiedjes van slechts enige hectaren, zonder enige uitstraling naar de wijdere omgeving, de economische en sociale kosten van natuurbehoud geen punt van overweging mogen zijn. Ecologen en milieugroeperingen hebben het voor elkaar gekregen dat dit expliciet in de Europese Vogel- en Habitat-richtlijnen opgenomen is.
Het is hoog tijd dat we over natuur weer pragmatisch en meer utilitair gaan nadenken. Sloten die ‘s zomers vol kroos liggen, hoe erg is dat eigenlijk? Wat voor natuur wil de grote meerderheid van de mensen nu echt, als je de sociaal wenselijke antwoorden en de cliché’s over de natuur die naar de knoppen gaat eruit filtert?
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schrijft een paar keer per maand verrassend nuchtere artikelen voor Wynia’s Week over natuur, milieu, klimaat en gezondheidszorg. Steunt u deze broodnodige journalistiek, ook in het nieuwe jaar 2022? Doneren kan op de bankrekening van Wynia’s Week NL94 INGB 0006 3945 08 of HIER Hartelijk dank!