Bart Jan Spruyt: Gezond verstand rukt op, maar het woke-gedram over ‘conversietherapie’ is nog niet voorbij

WW Spruyt 15 februari 2025
Mogen artsen, psychologen en pastoraal werkers nog wel gewoon vragen stellen als hun hulp bij genderdysforie wordt gevraagd? Foto: Pexels

Een vaag en overbodig initiatiefwetsvoorstel (dat een verbod op ‘conversietherapie’ beoogt) dreigt diep in te grijpen in de levens van Nederlanders, die bovendien in overgrote meerderheid helemaal niet op zo’n wetsvoorstel zitten te wachten. Hebben we daarom op partijen gestemd die het gezond verstand weer aan de macht zouden brengen?

Aan het woke-gedram lijkt langzaam maar zeker een einde te komen. In de Verenigde Staten is dat heel duidelijk, waar president Donald Trump in zijn inaugurele rede nadrukkelijk verklaarde dat er twee seksen zijn – man en vrouw – en dat zijn administratie een einde zal maken aan de financiering van en indoctrinatie door een ideologie die voor andersdenkenden geen enkele ruimte laat.

Ook in Nederland tekent zich een kentering af. De laatste verkiezingen zijn gewonnen door partijen die hun afkeer van het opleggen van deze manier van denken en het cancellen van andersdenkenden nadrukkelijk hebben laten blijken.

Vaag en onduidelijk

Dat betekent ondertussen niet dat alles op dit gebied nu koek en ei is. Ondanks de politieke wending van november 2023 en het aantreden van het kabinet-Schoof, zetten D66, VVD, PvdA, GroenLinks, SP en Partij voor de Dieren aanstaande woensdagavond de behandeling door van een initiatiefwetsvoorstel dat een einde moet maken aan ‘conversietherapie’. Er is nog overwogen om dit voorstel na de verkiezingen controversieel te verklaren, maar omdat het een initiatief vanuit de Kamer betreft, is daarvan af gezien. Wel is toen besloten dat het voorstel aan een wetenschapstoets zou worden onderworpen. Die toets viel zeer kritisch uit.

‘Conversietherapie’ is een recent woord waarvan de betekenis vaag en onduidelijk is. In de publiciteit wordt het door de voorstanders van een verbod erop, gebruikt als een equivalent van ‘homogenezing’. Dat is slim, want wie is er nu nog voor pogingen om homoseksuele mannen en vrouwen met fysieke of psychische middelen van hun geaardheid te ‘genezen’. En er zijn gruwelijke verhalen bekend, voorbeelden van ‘homogenezing’, die als oude koeien uit de sloot worden getrokken om steun voor een verbod op conversietherapie te mobiliseren.

Ondertussen gaat dit wetsvoorstel veel verder dan een verbod op homogenezing. Het opent de deur naar de meest radicale vorm van ‘gender’- denken, waarbij gevoelens belangrijker zijn dan biologische gegevenheden en hele beroepsgroepen worden gedwongen om in deze manier mee te gaan – op straffe van een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een geldboete tot 22.500 euro.

Bovendien gaat het hier om een wetsvoorstel waarop niemand zit te wachten. Uit een onderzoek dat eerder deze week is gepresenteerd, wordt duidelijk dat een meerderheid van de Nederlanders het strafbaar stellen van ‘homogenezing’ geen goed plan vindt. Driekwart van de Nederlanders heeft er sowieso nog nooit van gehoord; een bijna even groot percentage vindt het onterecht wanneer ‘conversietherapie’ strafbaar wordt gesteld. Daarnaast kent 15 procent het initiatief van naam, maar weet niet wat het inhoudt. 

Inbreuken in de privésfeer

Dat is niet vreemd, want ‘homogenezing’ is zeldzaam en kwam vooral in een grijs verleden voor. In aanloop naar het huidige voorstel deed het Bureau Beke en Ateno in 2021 onderzoek naar het bestaan van conversietherapie. Dat blijkt erg onduidelijk te zijn en te blijven. Het was een van de kritiekpunten uit een onafhankelijk, wetenschappelijk advies over dit initiatief. Wat is nu precies conversietherapie, waar komt het voor en in welke mate? Die vraag wordt niet duidelijk beantwoord. En ondertussen biedt het wetsvoorstel een ingang tot diep ingrijpende inbreuken in de privésfeer.

Er zijn veel, steeds meer, (minderjarige) jongeren die worstelen met hun (seksuele) identiteit, met lange wachtlijsten bij genderklinieken als gevolg. Daarbij wordt dan te kennen gegeven dat jongeren zich niet ‘thuisvoelen’ in het lichaam waarin ze zijn geboren. Moet dat gevoel direct worden bevestigd (‘geaffirmeerd’) en moet de weg naar puberteitsblokkers en trans-seksehormonen worden geopend, of is er in die fase ook nog ruimte voor een goed gesprek met deze jongeren om vast te stellen wat er precies achter deze gevoelens schuil gaat en een andere weg dan de affirmatieve te bewandelen.

Die afwachtende praktijk wordt in het voorstel zo goed als volledig afgesneden. Er zou dan sprake zijn van een ontkenning of zelfs gewelddadige onderdrukking van de geuite identiteit, en die moet worden verboden, op straffe van een gevangenisstraf of boete. Artsen, psychologen en pastoraal werkers zullen wel uitkijken om in een traject waarin hun om hulp bij genderdysforie wordt gevraagd, nog gewoon vragen te stellen. En dat terwijl mishandeling of dwang, als inderdaad hoogst ongewenste zaken, al strafbaar zijn, en via het strafrecht kunnen worden aangepakt.

Het wetsvoorstel is dus overbodig, vaag en onduidelijk (naar de Raad van State in een uitgebracht advies al vaststelde) en een voertuig van een vrijheidsbeperkende ideologie. Het bevat ongedefinieerde termen met een niet-afgebakend bereik. Het maakt onevenredige inbreuk op privé- en gezinsleven en schendt vrijheden van godsdienst en meningsuiting. Dit wetsvoorstel raakt daarmee iedereen. Angst voor sociale druk in religieuze gemeenschappen slaat om in de dwang om bepaalde worstelingen en problemen niet meer te mogen benoemen, en de vraag: ‘wat is goede zorg voor deze (minderjarige) jongeren?’ mag niet meer worden gesteld. Er mag wel hulp worden geboden worden, als het maar het soort hulp is dat volgens de initiatiefnemers het juiste soort is: hulp die de volledig autonome keuze van seksuele identiteit en genderdiversiteit bevordert.

Compromis achter de schermen

Achter de schermen wordt er aan een soort compromis gewerkt. ‘Homogenezing’ (in de oude, haast niet meer bestaande betekenis van het woord) moet worden verboden, maar via een amendement kan worden geprobeerd om de passages over ‘genderidentiteit’ uit het wetsvoorstel te slopen. Als zo’n amendement het in de Tweede Kamer haalt, is het natuurlijk nog maar de vraag of de initiatiefnemers de behandeling van hun gemankeerde initiatief willen voortzetten en ermee naar de Eerste Kamer zullen willen gaan. Maar die meerderheid in de Tweede Kamer is ongewis, omdat het onderwerp voor fracties als BBB en NSC een vrije kwestie zal zijn (er wordt dan dus niet per fractie gestemd, maar hoofd voor hoofd) en dan weet je het bij deze partijen maar nooit.

Maar de acceptatie van het initiatief zou een schande zijn, een vaag, ideologisch gemotiveerd wetsvoorstel, dat dwars tegen de uitdrukkelijke wens van een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking ingaat – en dat was niet de bedoeling toen een meerderheid van de Nederlandse bevolking in november 2023 op partijen stemde die iets van het gezond verstand beloofden te zullen herstellen.

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.    

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!