Bart Jan Spruyt: Er is niets zo gevaarlijk als een elite die zijn eigen elitarisme niet ziet – dat is een goed punt van David Van Reybrouck

WW Spruyt 29 maart 2025
David Van Reybrouck, de nieuwe Denker der Nederlanden, roept tegenstrijdige gevoelens op. Foto: Wikipedia.

De nieuwe Denker der Nederlanden, David Van Reybrouck, is natuurlijk een wat linksige intellectueel, maar tegelijk intelligent en erudiet genoeg om pijnlijke en ongemakkelijke aspecten van onze democratie te benoemen. Het zou daarom wel eens kunnen zijn dat zijn Denkerschap niet in de gebruikelijke nietsigheid zal passeren.

April is de Maand van de Filosofie. Dat evenement gaat gepaard met tal van activiteiten, zoals de presentatie van een essay (Optimisme zonder hoop, geschreven door Tommy Wieringa) en de inauguratie van de nieuwe Denker der Nederlanden (v/h Denker des Vaderlands): David Van Reybrouck (Brugge, 1971). De Denker is een persoon die zo af en toe eens opduikt in het Journaal of Nieuwsuur om de actualiteit van een wijsgerige analyse te voorzien. Van Reybrouck is de opvolger van Marjan Slob, die, dacht ik, geen verpletterende indruk heeft nagelaten.

Van Reybrouck vertelde deze week dat Het Financieele Dagblad, Trouw, NRC en de Volkskrant bij hem langskomen voor een interview, nu hij twee jaar lang het nieuws van filosofisch commentaar mag voorzien. Maar liever zou hij eens De Telegraaf halen, een populaire krant immers, om zo ook eens niet-gelijkgestemde ‘mensen te bereiken’. Of dat interview met Wierd Duk ervan komt, weet ik niet. Maar een stukje in Wynia’s Week, een populaire website immers, is misschien ook al heel wat.

Of zo’n Maand van de Filosofie erg veel zin heeft, valt te betwijfelen. Het lijkt vooral gecreëerd om de kaste van schrijvers en denkers een paar weken lang een gevoel van relevantie te geven, met gesubsidieerde avondjes en vooral nachten (‘festivals boordevol talks, theater, colleges en interviews met inspirerende sprekers van dit moment’) over, dit jaar, het onderwerp ‘Mij een zorg’. Een heerlijke invalshoek natuurlijk om quasi-diepzinnig te kletspraten over onderwerpen als klimaat en geopolitiek. Ware filosofie daagt uit, vroeger tenminste, tegenwoordig volgt zij de mode van de dag. Over een maand is het weer voorbij, en zal niemand zich er iets van herinneren.

Zal de nieuwe Denker iets blijvends achterlaten? Hij is de auteur van bekende boeken over de koloniale geschiedenis van Congo en de Revolusi in Indonesië, en daarnaast ook van essays over democratie, waaronder zelfs een Pleidooi voor populisme (2008) en een verhandeling Tegen verkiezingen (2013). Nu de naoorlogse wereldorde verbrokkelt en er dus genoeg valt te filosoferen over allerlei urgente zaken, wil hij geen ‘meninkjesautomaat’ worden. Het essay dat volgende week verschijnt gaat over het klimaat en de rampen die ‘genadeloos’ voortrazen en waarvoor zich maar geen politieke oplossingen laten bedenken (De wereld en de aarde). Van Reybrouck is in ieder geval een man die iets op zijn naam heeft staan en zijn onderwerpen serieus wil agenderen.

Er valt voor hem genoeg te agenderen. Zo bepleit hij democratische vernieuwing omdat onze representatieve democratie zijns inziens niet goed functioneert. Eens in de vier jaar mogen burgers stemmen, en de politici die zij hebben gekozen houden zich vervolgens niet bezig met beleid maar met de vraag hoe zij een volgende keer kunnen worden herkozen. Om die spiraal te doorbreken bepleitte Van Reybrouck ‘burgerberaden’, die via loting moeten worden samengesteld. Waarom? Omdat de bevolking veel progressiever en ambitieuzer is dan wij denken en verregaande maatregelen zou willen om de ‘genadeloze’ ramp een halt toe te roepen.

Dat burgers wel stemrecht maar geen spreekrecht hebben, is volgens Van Reybrouck de echte reden waarom zij zo boos zijn – zó boos dat we niet vreemd moeten opkijken als zij vroeg of laat de deuren van de politiek zullen openbeuken, net als in januari 2021 in Amerika.

Hoe langer de politieke elite de woede van burgers negeert, hoe radicaler zij zullen worden. Die radicalisering heeft zich bijvoorbeeld voltrokken bij J.D. Vance, die Van Reybrouck in 2017 al in de smiezen had. Vance z’n analyse van de blanke deplorables was volgens Van Reybrouck uitstekend, maar hij belandde in de armen van Donald Trump.

Tegenstrijdige gevoelens

Wat in Duitsland is gebeurd, is ook een voorbeeld van zo’n radicalisering. In 2017 zei Van Reybrouck in een interview dat het een goed idee zou zijn wanneer de AfD zou gaan meeregeren. Nu zegt hij natuurlijk dat de AfD toen nog niet zo radicaal was als nu – maar zijn essay Pleidooi voor het populisme was wel degelijk een oproep aan de politiek om ook naar het lager (‘praktisch’) opgeleide deel van de bevolking te luisteren. Als zij dat niet doen, en dat doen zij niet, dan zullen burgers hun heil zoeken bij populistische leiders met hun maatregelen die zijns inziens een bedreiging van democratie en rechtsstaat vormen.

Van Reybrouck roept tegenstrijdige gevoelens op. Over het klimaat is hij zeer alarmistisch. Qua bewoonbaarheid heeft de aarde er sinds de tienduizend jaar niet zo slecht voor gestaan als nu, naar zijn mening. Iedereen maakt zich nu druk om de Russen, maar hun komst is onzeker, terwijl de hittegolven, overstromingen en bosbranden over ons heen slaan. Hij ziet dat er het een en ander aan onze democratie hapert, maar of zijn idee van burgerraden daar een oplossing voor biedt, valt nog te bezien natuurlijk. Maar hij ziet wel de kloof tussen hoger- en lageropgeleiden en verzet zich tegen de neerbuigendheid waarmee de elite de burgers benadert en benoemt. Er is, zo zegt hij, ‘niets zo gevaarlijk als een elite die zijn eigen elitarisme niet ziet’.

Ontroerende anekdote

Daarom denk ik dat het Denkerschap van Van Reybrouck niet in nietszeggende onbenulligheid voorbij zal gaan. Hij is daar niet alleen te intelligent en te erudiet voor, maar heeft ook de vinger gelegd op pijnlijke punten van ongemak. En het is nu eenmaal zo in de Nederlanden dat een linksige intellectueel zulke dingen mag zeggen en dat er dan naar hem wordt geluisterd.

Misschien dat Van Reybrouck vooral iets moet doen met de bijna ontroerende anekdote die hij vertelde over zijn grootvader, arbeider in een dorp in West-Vlaanderen. Diens grieven werden gehoord door de dorpspastoor, die ging praten met de bisschop, waarna ze bij de senator in Brussel terechtkwamen. ‘Mijn grootvader heeft nooit populistisch gestemd, omdat zijn stem ertoe deed. Er werd naar hem geluisterd, en die grieven werden vertaald’.

Het zou mooi zijn als het Denkerschap van Van Reybrouck een kleine bijdrage zal leveren aan het herstel van deze politiek.

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.    

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!