Bart Jan Spruyt: Er is één man die NSC van de ondergang kan redden. Hij heet Diederik Boomsma  

WW Spruijt 26 april 2025 FOTO-cropped
Diederik Boomsma werd in 2022 beloond met de titel van Beste raadslid van Nederland en heeft zich gemanifesteerd als een aangename belichaming van intellectueel niveau en hoffelijke integriteit. Foto: NSC.

NSC als politiek project lijkt een kort intermezzo in de Nederlandse politiek te gaan worden. Dat is spijtig, want de partij van Pieter Omtzigt vulde wel degelijk een gat en daar blijft behoefte aan. Laat Diederik Boomsma het stokje overnemen. 

Pieter Omtzigt kondigde op Goede Vrijdag zijn vertrek uit de Nederlandse politiek aan, en zal na de meivakantie officieel afscheid nemen van de Tweede Kamer. Over die onverwachte keuze van rasparlementariër Omtzigt is in de afgelopen week veel geschreven, waarbij het vooral over de persoon van Omtzigt ging.  

Het gaat dan over zijn emoties, zijn gezondheid, zijn grilligheid, zijn brille als gepromoveerd econometrist. Over zijn aarzelingen, bij zijn vertrek uit het CDA in 2021, bij zijn besluit een eigen partij op te richten in 2022, bij de vraag of hij met de PVV in één kabinet wilde na de verkiezingen van 2023. Een lange geschiedenis van dralen en dolen, zoals Eric Vrijsen het typeerde https://www.wyniasweek.nl/eric-vrijsen-de-grillige-pieter-omtzigt-had-goud-in-handen-maar-kwam-alleen-in-de-oppositie-tot-zijn-recht/. ‘Omtzigt is een politicus gebleken die in de oppositie beter tot zijn recht komt dan in de regering. Ooit was hij het idool van de media, maar uiteindelijk ontpopte hij zich niet als de favoriet van de kiezers’. 

Hoe verder met NSC?  

Andere beschouwingen in de afgelopen week richtten zich op de vraag wat Omtzigts vertrek voor de coalitie betekent. Maar een andere kwestie lijkt mij op z’n minst zo relevant: wat betekent zijn afscheid voor het project NSC? 

Omtzigts rechterhand sinds zijn vertrek bij het CDA, Nicolien van Vroonhoven (54), neemt het stokje nu van hem over, en lijkt van de fractie enige tijd het vertrouwen te krijgen om in haar nieuwe rol te groeien. En zij kan niet anders dan uitstralen dat een ‘ontpieterde’ NSC zal laten zien wat het nog altijd in huis heeft. We zullen het zien, maar ik kan me niet goed voorstellen dat er erg veel mensen zijn die zich een NSC zonder oprichter, geestelijk vader en boegbeeld Pieter Omtzigt kunnen voorstellen. Dat er nu al geruchten rondgaan over een mogelijke transfer van Ingrid Coenradie (nu nog namens de PVV staatsecretaris voor Justitie en Veiligheid) om de leiding over NSC over te nemen, lijkt me veelzeggend. 

Als dit alles betekent dat NSC – dat onder Omtzigt in de peilingen al wegzakte naar een zetel of twee – een intermezzo in de Nederlandse politiek zal blijken, een mislukt project, zou dat wat mij betreft zeer te betreuren zijn. Want aan een partij als NSC was behoefte, en die behoefte zal blijven bestaan. 

Nederland lijkt steeds meer een politiek tweestromenland te worden. Dat lijkt een wat vreemde constatering bij de aanblik van al die partijen en partijtjes in de Tweede Kamer, maar in essentie zijn ze alle tot twee stromingen terug te brengen.  

Er is een sterke sociaalliberale stroming, met partijen als VVD, D66 en GroenLinks-PvdA: progressief als het om culturele kwesties gaat, met een onuitroeibare neiging om de overheid als hoedster en oplossing van alle maatschappelijke problemen te beschouwen.  

Naast dat blok is er het blok van het populisme, met partijen als PVV, JA21 en FvD – tegenwoordig met meer macht dan ooit, maar niet in staat om iets van enig gewicht tot stand te brengen. De Nederlandse politiek zeurt maar voort, over stikstof wordt opnieuw een plannetje gelanceerd en ambtenaren gaan nog altijd op ‘diversiteitscursussen’, waar ze leren dat we niet langer van ‘timmerman’ maar van ‘timmerlied’ mogen spreken en het gebruik van de uitdrukking ‘blinde vlek’ ‘validistisch’ heet. 

Volkse middenpartij 

Omtzigt zag aanvankelijk een ‘volkse middenpartij’ voor zich, een partij die zich tussen de twee grote blokken in nestelde en het beste van beide werelden in zich zou verenigen. ‘Er is iets fundamenteel mis in Nederland’, zei Omtzigt in een van zijn laatste bijdragen als CDA-Kamerlid. ‘We hebben de staat zo ingericht dat onze kliek in Den Haag meer kijkt naar de partijvoorzitter dan naar de kiezers. We hebben een structuur en systeem gecreëerd waarin alles centraal staat behalve de burger’.  

Dat wil dus zeggen: een partij die op culturele onderwerpen conservatief zou zijn, met gepaste afkeer van alle ellende die op tal van beleidsterreinen uit de zogeheten ‘Critical Theory’ (‘woke’) voortvloeit. En tegelijk een partij die niet onverschillig zou staan tegenover ‘gewone mensen’ die het in deze tijden van onzekerheid financieel-economisch en sociaal niet gemakkelijk hebben. Een soort kruising van het beste uit de christendemocratische traditie (van KVP en CHU) en de ‘tough love’ van de PvdA van Drees. ‘Het CDA pretendeert een partij te zijn die de belangen van álle burgers, juist ook van minderbedeelden en zwakkeren in onze samenleving, uit oogpunt van rechtvaardigheid en christelijke barmhartigheid behartigt’, schreef hij in een vertrouwelijk memo over (toen nog) zijn CDA. Maar alles bij het CDA stond in het teken van puur machtsbehoud. 

Misschien moeten we vaststellen dat NSC heeft nagelaten dit grotere verhaal mooi voor het voetlicht te brengen, en zich vooral heeft gefocused op allerlei specifieke portefeuilles, waarvoor ze ook deskundige en onafhankelijke personen had weten te rekruteren. Door die concentratie op allerlei concrete zaken was er geen verbindend verhaal en viel de fractie uiteen in een progressieve en conservatieve factie – met al het gedoe dat daarvan het gevolg is. 

Een project als het NSC blijft hoogst gewenst, nu de sociaalliberalen blijven steken in een politiek van dwang en gedram en het populisme is geradicaliseerd en hooguit een bent kermisklanten op de been weet te brengen. Het valt te vrezen dat Van Vroonhoven dit niet begrijpt. Kort na haar aantreden als nieuwe fractievoorzitter zei ze dat NSC in de toekomst weer kan terugkeren in de schoot van het CDA – een CDA, nota bene, van de ARP-boys Henri Bontenbal en Derk Boswijk. 

Grootste politieke talent 

De enige die NSC uit deze ongemakkelijke situatie kan redden, is Kamerlid Diederik Boomsma. Met Roelof Bouwman ben ik van mening dat hij het grootste politieke talent van Nederland is. Boomsma was gemeenteraadslid in Amsterdam en ontpopte zich daar als een volhardend bestrijder van het frivole stadsbestuur. ‘Als raadslid in Amsterdam heb ik gezien hoe mensen verstrikt kunnen raken in bureaucratie en wat er gebeurt als de overheid haar fundamentele kerntaken verwaarloost.’ Hij werd in 2022 beloond met de titel van Beste raadslid van Nederland, werd in tweede instantie Kamerlid voor NSC en heeft zich gemanifesteerd als een aangename belichaming van intellectueel niveau en hoffelijke integriteit. 

Ook het linkse deel van de fractie zou toch moeten inzien dat alleen de keuze voor hem als nieuwe man NSC van een spoedige ondergang kan redden – en daarmee van een project dat zo veelbelovend begon en in Nederland nog altijd bestaansrecht heeft en zelfs meer dan ooit nodig is. 

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.    

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!