ASML is kampioen belasting betalen en heeft dus ook politieke macht

Menno
Om chipmachinefabrikant ASML in Nederland te houden, kreeg Brainport Eindhoven een miljardenimpuls uit Den Haag. Beeld: YouTube.

Deze week gaat het erom spannen voor het kabinet-Schoof. Vrijdag 16 augustus, de dag dat de ministers 45 dagen in functie zijn, publiceert het Centraal Planbureau (CPB) zijn nieuwe, actuele raming voor de economische groei, de inflatie en de gevolgen voor de rijksbegroting van 2025, de staatsschuld en voor de zittingsperiode van het kabinet tot 2028.

De ramingen zijn de bouwstenen voor de eerste begroting van minister Eelco Heinen (VVD) van Financiën én voor het regeerakkoord dat het kabinet nog moet schrijven. Op basis van het eerdere hoofdlijnenakkoord van de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB vaart hun kabinet financieel scherp aan de wind. Het begrotingstekort bleef in de eerste berekeningen net onder het Europese plafond van 3 procent.

Vrijdag moet blijken of dat in 2025 en de komende jaren blijft lukken. Zo niet, dan dreigen bezuinigingen. Daar hebben de partijleiders geen zin in. Hun plannen ademen: eerst het zoet (koopkracht) voor de kiezer, later komt misschien het zuur (bezuinigen) op tafel.

Somber beeld

De krimp van de economie en de malaise in de industrie, die de export remt, kleuren het beeld somber. Maar wie weet zorgen de banengroei en de hogere lonen voor voldoende compensatie (btw, loon- en inkomstenbelasting) op de begroting.

Eén inkomstenpost kan zomaar een tegenvaller laten zien. Dat is de belasting die bedrijven betalen over hun fiscale winst, de vennootschapsbelasting. Alleen vennootschappen betalen deze belasting: besloten en naamloze vennootschappen en coöperaties. Ik noem het in ’t vervolg winstbelasting. Daarnaast bestaat de dividendbelasting die beleggers moeten betalen over een dividenduitkering van een bedrijf, maar die blijft hier buiten beschouwing.  

Aan de opbrengst van de winstbelasting kun je aflezen hoe goed of hoe slecht het met het Nederlandse bedrijfsleven gaat. De conclusie van de afgelopen jaren moet zijn: het gaat hier fan-tas-tisch.

De vennootschapsbelasting is in vijf jaar verdubbeld tot 48 miljard euro, meldde statistiekbureau CBS enkele weken geleden. Dat is nogal wat. De opbrengst is de optelsom van de belastingaangiftes van meer dan 400.000 bedrijven. Dat cijfer komt uit een recent rapport van het ministerie van Financiën over de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst mag niks zeggen over individuele belastingplichtigen, daarom richt ik me bij mijn zoektocht naar de grootste belastingbetalers op beursgenoteerde bedrijven, die in hun jaarverslag openheid van zaken moeten geven.

Eenmalige heffing

De verdubbeling van de winstbelasting heeft twee oorzaken: hogere winsten én toevalstreffers, zoals de gestegen olie- en gasprijzen. De prijsstijgingen deden consumenten en industriële pijn, maar energieproducenten konden de vlag uitsteken.

De overheid heeft een deel van hun extra winst in 2022 ‘wegbelast’ met een eenmalige heffing. Deze extra belasting zag je bijvoorbeeld terug bij staatsbedrijf EBN, dat namens de overheid participeert in gasvelden. De winst van EBN was omhoog gesprongen. Daardoor was EBN in 2022 het Nederlandse bedrijf dat de meeste winstbelasting betaalde: maar liefst 5,5 miljard euro, zo ontdekte ik vorig jaar voor Wynia’s Week.

Over het afgelopen jaar, 2023, was de winstbelasting ‘maar’ 75 miljoen euro. EBN keerde wel twee keer dividend uit aan de Nederlandse overheid en dat leverde 2,3 miljard euro op. EBN wint dus geen goud als belastingkampioen, wie dan wel?

Shell en Unilever

Als het om winstbelasting gaat liggen twee namen altijd voor op de tong vanwege de gemíste opbrengsten: energieconcern Shell en zeep- en ijsfabrikant Unilever. Zij sloten hun hoofdkantoren in Nederland en kozen voor Londen. Shell en Unilever publiceren – zoals steeds meer, ook Nederlandse multinationals – gedetailleerde cijfers over hun belastingbetalingen.

Multinationals liggen namelijk onder een vergrootglas in verband met belastingvermijding en het gebruik van belastingparadijzen. Daarom doet een groot aantal landen ook mee met een wettelijk vastgelegd minimumbelastingtarief.

Shell publiceert zijn belastingcijfers steevast in het najaar, Unilever heeft ze al. In het Verenigd Koninkrijk betaalde Unilever 8 miljoen pond (ruim 9 miljoen euro), in Nederland was dat 227 miljoen euro. Het bedrag valt hoger uit dan gebruikelijk, zegt Unilever, vanwege de betaling van aanslagen over eerder jaren én vooruitbetalingen. Fijn, maar geen goud.

Ook het feit dat een bedrijf een grote werkgever is, betekent niet dat men ook een belastingtopper is. Neem KLM, goed voor 26.194 voltijdbanen in Nederland (2023). Over 2023 betaalde de luchtvaartmaatschappij 32 miljoen euro winstbelasting plus een vooruitbetaling van 76 miljoen, samen 108 miljoen euro. In 2022 was het nul als gevolg van de geleden verliezen.

Wie het grote belastinggeld zoekt, moet – inderdaad – bij het grote geld zijn. De banken dus. ING betaalde (op kasbasis) vorig jaar 601 miljoen euro winstbelasting in Nederland. Leuk weetje: in Duitsland betaalde de geldgigant maar liefst 904 miljoen euro winstbelasting. ING is daar veel winstgevender dan in Nederland.

De Rabobank is echter nummer één in de bankensector. Zij betaalde (op kasbasis) vorig jaar 1.016 miljoen winstbelasting in Nederland.

Winnaar Wennink

Rabo’s miljard is goed een tweede plaats. De winnaar is chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven. ASML betaalde 1.826 miljoen euro winstbelasting. Tel je daar de ingehouden loonbelasting voor de werknemers in Nederland bij op (763 miljoen euro) plus de ingehouden dividendbelasting voor buitenlandse beleggers (352 miljoen euro) dan is het bedrag al groter dan de investeringssteun à 2,51 miljard euro van het demissionaire kabinet-Rutte IV aan Brainport en de regio Eindhoven.

De steun kwam er nadat toenmalig topman Peter Wennink het kabinet eraan had herinnerd dat ASML de groei van het bedrijf ook buiten Nederland kan voortzetten. De nieuwe belastingkampioen ASML liet even zien waar het geld wordt verdiend. Brainport is niet alleen kennis, maar ook economische en politieke macht.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!