Asiel: stel een veel lagere bovengrens aan de aantallen die hier mogen blijven
Door Diederik Boomsma*
Een van Europa’s oudste literaire werken, De Smekelingen, geschreven door Aeschylus rond 458 voor Christus, is een tragediespel over de dilemma’s rond migratie. Het werk is onlangs uitgevoerd door debatcentrum de Balie in de vertaling van Hafid Bouazza, met een koor van Koerdische vrouwen.
Voor de poorten van de stad Argos melden zich vijftig vrouwen die zijn gevlucht uit Egypte voor een gedwongen huwelijk. Zij vragen asiel. Koning Pelasgos wordt verscheurd door twijfel. Wat moet hij doen? Enerzijds rust op hem de oudste, goddelijke plicht van de gastvrijheid. ‘De toorn van de goden wacht iedereen die de kreten van smekelingen niet wil horen!’ Maar het toelaten van die vluchtelingen kan ook grote onrust meebrengen en oorlog met de Egyptenaren die hun bruiden komen terughalen.
Elke beleidskeuze leidt tot problemen
Pelasgos erkent zijn plicht jegens de vreemdelingen, maar ook die jegens zijn volk. Hij wil helpen, maar niet later het verwijt krijgen ‘U heeft de stad vernietigd, want u koos ervoor vreemdelingen meer te eren dan uw eigen onderdanen!’ Als staatsman weet hij bovendien dat wanneer hij dergelijke offers vraagt van zijn mensen, hij dit niet buiten hen om kan doen.
Op de tegenwerping dat hij de koning is en toch kan doen wat hij wil, is hij stellig: ‘Nee, het is niet enkel mijn huis, waarin jullie onderdak zoeken. Het is niet alleen mijn huis, maar dat van alle burgers van deze stad. Zij verbinden hun lot, zij dragen de last, en ik zal niets beloven voordat ik met hen heb gesproken.’ Hij dwingt de stad niet, maar legt het dilemma voor aan het hele volk. Daar kunnen wij nog veel van leren.
Oorlog met Egypte hoeven we gelukkig op dit moment niet te vrezen. Maar Aeschylus toont ons het tragische karakter van de politiek. Elke beleidskeuze heeft neveneffecten. Die gaan niet weg, omdat wij het goed bedoelen. Daarom heet het ook een tragedie: elke beslissing leidt tot problemen. Nergens worden die tragische mechanismes meer zichtbaar dan in het asielvraagstuk. Maar juist daarom moeten we geen genoegen nemen met kreten of decreten, maar de morele keuzes inzichtelijk en bespreekbaar maken.
Nederland moet grenzen stellen
Zoals bij veel andere dossiers — bijvoorbeeld stikstof — is Nederland hier in een technocratische fuik gezwommen, waarbij de politieke beslissing grotendeels lijkt te zijn overgedragen aan de uitspraken van rechters, op grond van internationale verdragen en EU-regels. Mede daardoor zit de discussie verstrikt in slogans; een wedstrijdje barmhartigheid etaleren versus daadkrachtig klinken. Ondertussen verandert er niets, en raken de diepere morele vragen uit zicht.
Mensen die gedwongen zijn om huis en haard te verlaten, op de vlucht voor oorlog, vervolging en geweld, zijn dan afhankelijk van de hulp van anderen. Wij hebben een morele plicht om ze te helpen. Maar de ongemakkelijke waarheid is dit: het aantal migranten dat Nederland met goed fatsoen kan opvangen, huisvesten en integreren — waarna ze overigens dus ook geen vreemdeling meer zijn — is zeer beperkt vergeleken met het aantal mensen dat graag zou willen komen.
Eén blik op de demografische ontwikkelingen volstaat al. Dat geldt voor vluchtelingen, maar nog veel meer voor wie niet zozeer direct gevaar loopt, maar die wel op zoek is naar een beter leven. Laat niemand het ze kwalijk nemen: gelukzoekers zijn we immers allemaal. Maar het betekent dat Nederland grenzen moet stellen en onderscheid moet maken.
Wie een geloofwaardig verhaal vertelt, maakt de meeste kans
Dat is echter in veel gevallen al buitengewoon ingewikkeld. In veel gevallen is het niet wie het meest hulp nodig heeft, maakt kans op een verblijf hier, maar wie er het beste in slaagt om een geloofwaardig verhaal te vertellen. Dat valt vaak niet samen. De meest succesvolle procedures zijn vaak die van mensen die de beste instructies hebben ontvangen over wat ze moeten zeggen.
Bij de Raad van State komen advocaten dan vooral met procedurele klachten: de tolk was niet goed, een document is vergeten. Zo raken schrijnende gevallen soms uit zicht, omdat het apparaat bezig is met het bestrijden van excessen en het voorkomen van misbruik. Er zit ook een spanning tussen het belang van snelheid en het belang van zorgvuldigheid in de asielprocedure—ook zo’n tragisch mechanisme.
We moeten inzetten op een asiel- en migratiebeleid dat prudent en toekomstbestendig is. Het huidige stelsel is dat niet. Het spekt de kas van criminele mensensmokkelaars, leidt tot drama’s op zee, en maakt mensen tot chantagemiddel van autocraten, terwijl de allerarmsten achterblijven. Het is ook tegenstrijdig: aan de ene kant bewaken we de grenzen om mensen tegen te houden. Aan de andere kant ‘belonen’ we wie er toch langs weet te glippen.
Elk jaar een stad als Deventer erbij
Vasthouden aan iets wat neerkomt op een open-einde regeling, zet Europese landen in de praktijk aan tot allerlei nare en ingewikkelde bureaucratische noodgrepen om asielaanvragen te ontmoedigen en frustreren. Na Zuid-Europa en Denemarken, gaat ook Zweden nu die kant op. Het systeem is verworden tot een juridisch en bureaucratisch steekspel, omdat de claims die op de samenleving en overheid worden gelegd vanuit het huidige stelsel niet realistisch zijn.
De inwilligingspercentages in Nederland liggen al veel hoger. Met een asielinstroom van elfhonderd mensen per week zou Nederland elk jaar een stad zo groot als Deventer moeten bijbouwen. Nog los van de enorme extra druk op volkshuisvesting, zorg, onderwijs en andere sociale voorzieningen, brengen migranten soms ook een cultuur mee, een stelsel aan normen, tradities en waarden, die, soms wel, maar niet altijd goed samengaan. Dat is dan voor niemand een goede oplossing.
Ethische toondoofheid
Maar, de barmhartige Samaritaan dan? Wij hebben zoals gezegd naar mijn mening de morele plicht onze naasten hulp te bieden. Maar er is een cruciaal verschil tussen hulp bieden aan mensen in nood — zoals onze Samaritaan — en grote aantallen mensen het recht geven om zichpermanent in jouw land te vestigen.
Voor het eerste is ook veel draagvlak in Nederland. Wat nodig is, is om dat onderscheid weer te maken—de kern van de politieke deugd bij uitstek, de prudentie—en niet accepteren als het vigerende juridische kader dat onmogelijk maakt. Zoals Achmed Aboutaleb aangaf: solidariteit betekent niet: nog meer ongecontroleerde migratie.
Hier geldt ook: naastenliefde vraagt persoonlijke offers. De kosten van het huidige beleid worden via de overheid opgelegd aan iedereen die hier woont, inclusief volgende generaties. Barmhartigheid claimen, maar anderen de prijs laten betalen, getuigt niet van naastenliefde, maar eerder van ethische toondoofheid.
Sterkere nadruk op terugkeer
Nederland moet samen met Europa de regie terugnemen. Migratie verandert samenlevingen ingrijpend en voorgoed. Dat moet onderwerp zijn van politieke en democratische besluitvorming—en kan niet worden teruggebracht tot een juridische kwestie, op grond van abstracte normen zonder oog voor de financiële en maatschappelijke consequenties.
Wat mij betreft is het enige prudente politieke besluit hier: het hanteren van een (veel lagere) bovengrens aan het aantal mensen dat zich hier permanent kan vestigen. Ook Australië en Canada hanteren overigens absolute bovengrenzen. Daarnaast moet weer onderscheid kunnen worden gemaakt tussen vluchtelingen, die persoonlijk worden vervolgd, en de ontheemdenstatus voor een tijdelijk verblijf, waarbij de nadruk veel sterker blijft liggen op terugkeer.
Dat ontslaat ons niet van de plicht om steun te bieden voor opvang in de regio, waar elke euro ook veel verder reikt. Maar we moeten nu eenmaal grenzen stellen. Dat is inderdaad oneerlijk voor wie buiten de boot valt. Maar het is eerlijker en rechtvaardiger dan het alternatief.
*Diederik Boomsma is Kandidaat Kamerlid voor Nieuw Sociaal Contract (nr. 21)
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!