Arnout Jaspers: Ruggegraatloze politici laten zich verlammen door het spook van de Juridische Houdbaarheid

Onder de kabinetten Rutte, met als uitschieter Rutte-IV en D66-klimaatminister Rob Jetten, zijn de belastingen op energie torenhoog opgetrokken, hoger dan in elk ander EU-land. Dat was niet omdat de staat gebrek aan geld had; dat was klimaatideologie. Fossiele energie moest onbetaalbaar gemaakt worden om Nederlandse bedrijven te dwingen klimaatneutraal te worden.
Hoewel er al een EU-breed systeem van CO2-beprijzing in werking was getreden (het ETS-systeem), waarin grote bedrijven elk jaar minder gratis uitstootrechten krijgen en extra CO2 uitstoten steeds duurder wordt, was dit voor klimaatdrammer Jetten nog niet genoeg.
Stuitende hypocrisie
Het speelveld mocht juist niet gelijk zijn binnen Europa, want Nederland moest koploper klimaat worden. Dus kwamen er nog extra Nederlandse koppen bovenop alle EU-regelingen en bestaande energiebelastingen. Tekenend voor het feitenvrije universum waarin iemand als Rob Jetten leeft, is dat hij niettemin als minister meeging in het kletsverhaal van actiegroep Extinction Rebellion (XR) dat in Nederland tientallen miljarden euro’s per jaar subsidie naar ‘fossiel’ gaan.
De voorspelbare brokken zijn nu voor het kabinet-Schoof: het ene na het andere energie-intensieve bedrijf valt om, trekt zelf de stekker eruit of kondigt aan dat te zullen doen als er niets aan de energieprijzen gedaan wordt. De hypocrisie van de oppositie is stuitend: PvdA/GroenLinks sluit zich gretig aan bij hoofdverantwoordelijke D66 en geeft nu het kabinet-Schoof de schuld van deze misere. Hun oplossing: nog massaler geld in de energietransitie pompen, want dat die bedrijven verdwijnen komt omdat er niet genoeg goedkope groene energie is. Het idee dat groene energie ooit goedkoper zal worden dan fossiele energie is net zo’n kletsverhaal als die fossiele subsidies van XR.
Er is daarentegen een oplossing die niet vijftien jaar en honderden miljarden euro’s kost, die met één pennenstreek te realiseren is: schaf die Nederlandse superbelasting op energie af. Dat is voor de voltallige oppositie uiteraard onbespreekbaar, want Nederland moet klimaatkoploper blijven. Maar wacht, we hebben nu toch een rechts kabinet? Wat doet het er dan toe dat deuglinks die superbelasting niet wil afschaffen?
We hebben in naam dan misschien wel een rechtse regering, maar die laat zich verlammen door een nieuw spook dat door het politieke landschap waart: de Juridische Houdbaarheid. Bij alles wat het kabinet voornemens is op het gebied van immigratie, milieu en klimaat, doemt dit spook op en verstijven bewindslieden van angst. Angst dat hun beleid geen genade vindt in de ogen van activistische rechters of de Raad van State. Dan moet de desbetreffende bewindspersoon namelijk terug naar de tekentafel en hebben de tegenstanders de comfortabele zekerheid op zak dat er op dit punt weer jaren niets verandert.
Mag niet van de rechter
Juridische Houdbaarheid is een spookbeeld voor elke minieme versobering van het immigratiebeleid. Criminele, structureel overlast veroorzakende nep-asielzoekers vastzetten? Mag niet van de rechter, dus die krijgen allemaal nog een zak geld mee als ze toch even hun AZC niet af mochten in het verleden.
De ridicule grenswaarde voor vergunningsplicht van 0,07 gram stikstof ophogen naar een nog steeds zeer lage 14 gram? Geen wetenschapper die er iets tegen in kan (of wil) brengen, maar de minister en haar ambtenaren zijn al een half jaar bezig om de Raad van State te sonderen en masseren of ze wellicht bereid zouden zijn om dit niet Juridisch Onhoudbaar te verklaren als Johan Vollenbroek straks weer bij ze op de stoep staat.
Klimaatdoelen lopen gevaar
En nu klinkt uit de parlementaire wandelgangen, dat het afschaffen van die Nederlandse superbelasting op energie mogelijk ook niet Juridisch Houdbaar is, zodat het kabinet dit niet aandurft. Want als energie iets goedkoper wordt, zal het verbruik minder snel dalen, en dan komen de door Urgenda via de rechter afgedwongen klimaatdoelen in gevaar.
Dus je kunt er donder op zeggen, dat clubs als Urgenda, XR, Milieudefensie en Greenpeace zich al warmlopen om een eventuele belastingverlaging op energie aan te vechten bij de rechter. Als je dan de juiste rechter treft, is Juridische Onhoudbaarheid gegarandeerd.
Qua PR is het een vondst, die Juridische Houdbaarheid. Het suggereert dat rechters wetten en beleid toetsen op iets objectiefs, iets dat vérstrekkender is dan die wetten zelf, zoals de Grondwet of de universele mensenrechten. Terwijl die Juridische Houdbaarheid niets meer of minder is dan de mening van een rechter over een stukje beleid. Geeft de rechter de staat gelijk, dan is het beleid van de minister Juridisch Houdbaar; krijgt Vollenbroek of Urgenda gelijk, dan is het Juridisch Onhoudbaar.
Uiteraard konden burgers altijd al procederen tegen beslissingen van de overheid, en kregen ze soms gelijk van de rechter of de Raad van State. Dat is het risico van het vak voor elke bewindspersoon. Maar sinds dat is verabsoluteerd tot de Juridische (on)Houdbaarheid van beleid, durven bewindslieden niet of nauwelijks nog beleid te maken dat substantieel afwijkt van wat een rechter eerder expliciet heeft goedgekeurd.
Preutse smetvrees
Hoe zijn we terecht gekomen in deze situatie, waarin rechters zich zonder enige gene tegen ons klimaat- milieu- en immigratiebeleid aan bemoeien? De Urgenda-uitspraak was overduidelijk een geval van juridische usurpatie, en van Ruggegraatloze Rutte hoefden we natuurlijk geen weerstand te verwachten. Maar waarom zitten alle politici in het centrum en op rechts zo onder de plak van de rechter? Voor een deel komt dat vast omdat onze politiek wemelt van de juristen en bestuurskundigen, maar verder?
Zelfs wanneer je als politiek formeel geen instrumenten hebt om rechters op andere gedachten te brengen, kan je op z’n minst signalen afgeven wat je van hun beslissingen vindt en ze inpeperen wat die aanrichten in Nederland. Rechters worden toch geacht midden in de samenleving te staan? Maar van links tot rechts hebben politici last van preutse smetvrees om beslissingen van rechters te kritiseren. Terwijl er toch echt niks heiligs is aan een vonnis.
Er is nog hoop
Het is niet alleen maar kommer en kwel in onze oergezellige legalistische moerasdelta (vrij naar Gerard Reve). Twee recente uitspraken van de rechtbank in Limburg geven enige hoop dat de duizenden PAS-melders door de rechter beschermd zullen worden tegen de juridische guerilla van Vollenbroek. PAS-melders zijn boeren die onder de PAS-regeling, geheel legaal, een natuurvergunning verkregen hebben, hoewel hun bedrijf een kleine hoeveelheid stikstofdepositie op naburige Natura2000-gebieden veroorzaakt (meer dan het vogelpoepje van 0,07 gram, minder dan de nieuw voorgestelde grenswaarde van 14 gram).
Toen de Raad van State in 2019 de hele PAS-systematiek verwierp, werden deze PAS-melders met terugwerkende kracht illegaal, maar tot nu toe hebben lokale overheden er vanaf gezien om hierop te handhaven. Immers, die PAS-melders hebben niets illegaals gedaan, en zijn slachtoffer van onbehoorlijk bestuur.
Dat kon Johan Vollenbroek – juridisch: zijn actievehikel MOB – natuurlijk niet laten passeren: hij is begonnen om procedures aan te spannen die de provincies moeten dwingen om PAS-melders hun vergunning af te pakken. In twee van deze zaken heeft de rechtbank Limburg nu uitspraak gedaan, en die is duidelijk: deze twee boeren – een varkenshouder en een geitenhouder – mogen hun vergunningen houden.
Daarmee zijn zeker nog niet alle PAS-melders uit de brand: de rechtbank vindt namelijk dat de provincie in dit geval genoeg doet om de totale stikstofdepositie op deze Natura2000-gebieden omlaag te brengen, onder andere door een uitkoopregeling van boerenbedrijven in de omgeving. Rond andere Natura2000-gebieden kan de situatie anders zijn, en zijn de PAS-melders vooralsnog vogelvrij voor Vollenbroek.
Niettemin gloort hier een straaltje redelijkheid in het juridische moeras: de rechtbank had ook kunnen zeggen: niks mee te maken, provincie, jullie moeten gewoon handhaven, volgens de letter van de wet. In plaats daarvan maakt de rechtbank, terecht, een belangenafweging en kijkt naar het grotere plaatje.
Laat Raad van State nu eens redelijk zijn
Maar nu de hamvraag: is dit Juridisch Houdbaar? MOB kan namelijk in hoger beroep bij (tromgeroffel) de Raad van State. In alle eerdere stikstofzaken heeft die zich uitermate legalistisch opgesteld. Als ‘niet bij voorbaat kan worden uitgesloten’ dat minieme hoeveelheden stikstofdepositie op een Natura2000-gebied schade aan de natuur aanrichten, dan mag er van de Raad van State niks. Ziedaar de reikwijdte van het voorzorgsbeginsel voor activistische rechters. Ook voor deze twee PAS-melders geldt, dat schade aan de natuur ‘niet bij voorbaat kan worden uitgesloten’, want dat kan nooit als je de onmeetbare effecten van onmeetbaar kleine hoeveelheden stikstof tot juridisch struikelblok verheft.
Ik hoop oprecht dat de Raad van State nu eens een keer in redelijkheid inconsequent is, en die twee boeren hun vergunningen laat houden. Als ze dit ook nog afschieten, wordt dit land Juridisch Onhoudbaar.
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is auteur van de bestsellers De Stikstoffuik (2023) en De Klimaatoptimist (2024), over energietransitie in Nederland. De boeken zijn HIER en HIER te bestellen. Informatie voor media en boekhandel: info@blauwburgwal.nl.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!