Arnout Jaspers: Als je goed naar de cijfers kijkt, zie je dat tbs niet leidt tot lagere recidive. Laten we eindelijk stoppen met dat sprookje

WW Jaspers 12 april 2025
Decennialang is ons door ministers van Justitie, het OM en directeuren van tbs-klinieken voorgehouden dat de recidivestatistiek het succes van het tbs-systeem bewijst. Maar zodra je even wat dieper graaft, verdampt dat recidivebewijs. Foto: Pexels

Dit is een bewaarcolumn. Iedere keer als een ex-tbs’er of tbs’er op proefverlof een ernstig misdrijf pleegt, kan deze column geherpubliceerd worden, omdat we dan altijd dezelfde riedel te horen krijgen: ‘Het is vreselijk wat er gebeurd is, we leven erg mee met het slachtoffer en diens familie, maar het tbs-systeem werkt: de recidive van ex-tbs’ers is lager dan de recidive van  gewone gedetineerden. We moeten dus doorgaan met de tbs-behandeling, en als maatschappij accepteren dat zulke zeldzame tragedies helaas voorkomen.’

Als meest recente aanleiding kunnen we het geval Malek F. nemen, die in 2018 drie willekeurige mensen in Den Haag neerstak. Afgelopen week bleek Malek F. ook binnen de Mesdag-kliniek (nomen est omen) aan een mes te kunnen komen, waarmee hij een medepatiënt neerstak. Dit valt niet eens onder recidive, omdat het binnen de kliniek plaatsvond, maar toont maar weer eens aan dat tbs-klanten ook na jaren therapie nog levensgevaarlijk kunnen zijn.

Verkeerde vergelijking

Het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) van het ministerie van Justitie houdt van alle tbs’ers bij of ze weer in de fout gaan, en die cijfers zijn, op groepsniveau, deels openbaar. Min of meer hetzelfde geldt voor gewone gedetineerden die vrij komen. De statistiek die dan altijd gepresenteerd wordt als bewijs voor hoe goed tbs werkt is: van de gewone ex-gedetineerden pleegt binnen twee jaar na vrijlating 47 procent weer een delict, tegen slechts 20 procent van de ex-tbs’ers. Na vijf jaar is de recidive 77 tegen 30 procent.

Duidelijke zaak, toch? Tbs’ers recidiveren nog niet eens half zo vaak als gewone ex-bajesklanten. Zo’n tbs-behandeling, die gemiddeld negen jaar duurt, kost minstens 1,5 miljoen euro, maar dan heb je ook wat. Justitie en de tbs-archipel zijn natuurlijk heel blij met zulke cijfers, en doen dan ook geen enkele moeite om dit in een reëel perspectief te plaatsen.

Iedereen die iets van statistiek begrijpt, snapt dat je geen conclusies kan trekken uit de vergelijking van twee zo verschillende groepen daders, terwijl het verschil juist veroorzaakt wordt doordat het tbs-systeem een speciaal soort misdadigers selecteert (officieel mag je ze niet eens misdadigers noemen; het zijn ‘cliënten’). Tbs’ers zijn vaak veroordeeld voor zeer ernstige zedendelicten en geweldsmisdrijven, maar bijna nooit voor drugshandel of fraude, om maar wat te noemen.

Gewone gevangenissen zitten vol met kleine drugshandelaren die na het uitzitten van hun straf van een paar maanden vrolijk verder gaan met de lucratieve handel, en die keer op keer tegen de lamp lopen. Zulke draaideurcriminelen schroeven het recidivepercentage flink op. Maar moet je iemand die voor de tweede keer wordt veroordeeld voor hasjhandel, als recidivist even zwaar laten wegen als een tot tbs veroordeelde moordenaar, die na twaalf jaar behandeling, binnen een jaar na zijn vrijlating opnieuw een lustmoord pleegt?

Bij de Frequently Asked Questions van TBS Nederland staat de recidive van tbs’ers uitgesplitst naar ernst van het misdrijf, maar de recidive van gewone gestraften niet. Dat is geen eerlijke vergelijking. Bron: https://tbsnederland.nl/faq/

Je moet dus op z’n minst proberen de recidive te vergelijken bij vergelijkbare misdaden, en dat inzoomen op deelgroepen geeft een heel ander beeld.

(Disclaimer: de cijfers hieronder zijn gebaseerd op de websites van TBS Nederland en het WODC. Echter, omdat ik daar geen helder overzicht van recidive uitgesplitst naar aard misdrijf kon vinden, heb ik dit aan Grok, de chatbot van X, gevraagd. Sommige van de cijfers waar Grok mee kwam kon ik zelf checken, en die klopten. Ik neem dus vooralsnog aan dat Grok de overige cijfers niet uit zijn duim gezogen heeft, al kan ik de herkomst niet exact traceren. Experts met toegang tot de volledige dataset van het WODC zijn bij deze uitgenodigd voor een factcheck.)    

Kijken we eerst naar de uitsplitsing wat betreft het primaire delict, waardoor deze daders voor het eerst in de gevangenis terechtkwamen. Daders van ernstige zedendelicten krijgen soms alleen gevangenisstraf, anderen tbs (met in veel gevallen eerst ook gevangenisstraf), dus dat is goed vergelijkbaar.   

De recidive van daders van zedendelicten die alleen gevangenisstraf kregen, is 20 à 25 procent binnen twee jaar, maar slechts 7 procent recidiveerde met een zedendelict. Bij de tbs’ers is geen uitsplitsing per soort delict beschikbaar, dus daar kunnen we alleen vergelijken met het algemene recidivepercentage van 20 procent binnen twee jaar.

Nauwelijks verschil in recidivepercentage

Voor daders van geweldsdelicten die geen tbs kregen, geldt een recidivepercentage van 35 à 40 procent binnen twee jaar, maar aan de zwaarste kant van het geweldspectrum, doodslag of erger, is de recidive slechts 10 à 15 procent. Dat is dus lager dan het algemene recidivepercentage van 20 procent bij tbs’ers.

De recidive van alle ex-gedetineerden en ex-tbs’ers, binnen twee jaar, is ook uitgesplitst naar de ernst van  het recidiverende misdrijf: 

Ernstige recidive (maximale gevangenisstraf langer dan vier jaar):

ex-gedetineerden: 15 à 20 procent; ex-tbs’ers 20 procent.

Zeer ernstige recidive (maximale gevangenisstraf langer dan acht jaar):

ex-gedetineerden: 5 à 7 procent; ex-tbs’ers: 4 procent.    

Samenvattend: als je inzoomt op de categorie misdaden en het soort recidive dat kenmerkend is voor tbs’ers, verdwijnt het verschil in recidivepercentage met ex-gedetineerden vrijwel helemaal.

De veel hogere recidive van gewone bajesklanten vergeleken met tbs’ers wordt vrijwel geheel veroorzaakt doordat een groot aantal licht gestraften vaak recidiveren met lichte misdrijven.

We willen erg graag geloven dat tbs werkt

Decennialang is ons door ministers van Justitie, het Openbaar Ministerie en directeuren van tbs-klinieken voorgehouden dat de recidivestatistiek het succes van het Nederlandse tbs-systeem bewijst. Maar zodra je even wat dieper graaft, verdampt dat recidivebewijs.

Al die jaren heeft geen journalist of politicus kritische vragen bij dat pr-verhaal gesteld, want we willen allemaal erg graag geloven dat tbs-behandeling zwaar gestoorde mensen resocialiseert en klaarstoomt voor terugkeer in de maatschappij. Al die tijd moeten er onderzoekers bij het WODC zijn geweest die inzicht hebben in deze cijfers en wat dit betekent voor dat pr-verhaal. We hebben ze nooit gehoord.

Uiteraard kun je het argument waar ik mee begon – tbs’ers en gewone gedetineerden zijn geen vergelijkbare groepen – ook inroepen om dit resultaat in twijfel te trekken. Dan zeg je: ‘Inderdaad, ook na inzoomen zijn die groepen niet vergelijkbaar. Een rechter legt geen tbs op door kop-of-munt te gooien, dat is maatwerk.’  De claim is dan dat tbs’ers zonder tbs-behandeling een veel hogere recidive zouden hebben gehad.

Dat is een ‘wat-als’-claim die onafhankelijk bewijs van het effect van de tbs-behandeling vereist. Daar is de laatste jaren, ook internationaal, redelijk wat onderzoek naar gedaan, hoe lastig dat ook is, en het bewijs dat behandeling echt werkt is zwak of inconsistent. Vooralsnog zien we slechts dat de gemiddelde ex-tbs’er na negen jaar behandeling à 170.000 euro per jaar een vrijwel even grote kans heeft om weer gruwelijk in de fout te gaan als een vergelijkbare ex-gedetineerde. Er is geen hard bewijs dat al dat therapeutische gepraat in de kliniek nog iets uitmaakt als iemand weer een paar maanden op vrije voeten is.

Is opsluiting de enige effectieve component?

Maar stel dat het binnenkort lukt om aan te tonen dat ex-tbs’ers echt minder recidiveren. Dan nog moet je je afvragen: is het behandelingseffect niet louter het effect van opgesloten zijn? Iemand die tbs krijgt, zit gemiddeld eerst vijf jaar gevangenisstraf uit, plus negen jaar tbs-behandeling, dus die zit veertien jaar opgeborgen, aanzienlijk langer dan de gemiddelde gevangenisstraf voor verkrachting, zware mishandeling, doodslag of soms zelfs moord. Een doorsnee tbs’er zit misschien wel zeven jaar langer binnen dan een vergelijkbare dader in een gewone gevangenis.

Het is een algemeen bekend verschijnsel, dat criminelen met het stijgen van de leeftijd minder crimineel worden. De hormonale aandrang tot normoverschrijdend gedrag vermindert, chronische ziektes eisen hun tol, en voor sommige misdrijven moet je domweg fysiek fit zijn. Dus hoe langer je iemand vastzet, hoe kleiner de kans op recidive na vrijlating. Dat is een onbedoeld ‘therapeutisch’ effect van elke vorm van langdurige opsluiting.

Long stay-experiment

Als negen jaar tbs mét therapeuten net zoveel effect zou hebben als negen jaar tbs zonder therapeuten, moeten we misschien eens gaan nadenken over andere  ‘therapeutische’ vormen van opsluiting. Zoiets bestaat al: de long stay-afdelingen van tbs-klinieken, waar ‘uitbehandelde’ cliënten zitten. Daar verspillen de duurbetaalde therapeuten en psychiaters hun tijd niet meer aan. Het regime is er een stuk losser dan in een gewone gevangenis, maar de maatschappij komen ze nooit meer onbegeleid in.

Waarom zouden we, als experiment, dat long stay-regime niet invoeren voor een groep pas veroordeelde tbs’ers? En dan na negen jaar kijken of het echt iets uitmaakt, vergeleken met een groep die wel het hele therapeutische behandelingstraject doorlopen heeft. Om zulk onderzoek staat de tbs-archipel vast niet te springen.

WetenschapsjournalistArnout Jaspers is auteur van de bestsellers De Stikstoffuik (2023) en De Klimaatoptimist (2024), over energietransitie in Nederland. De boeken zijn HIER en HIERte bestellen. Informatie voor media en boekhandel:  info@blauwburgwal.nl.   

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!