Antisemitisme is alleen nog erg als het in één adem kan worden genoemd met ‘islamofobie’

3
Steeds vaker proberen Joodse Nederlanders hun identiteit te verbergen. Beeld: YouTube.

Het is 17 november 2024 en in de EO-talkshow Dit is Tijs is de Nederlands-Marokkaanse advocaat Anis Boumanjal aan het woord, die verdachten bijstaat van de aanvallen in Amsterdam op Israëlische supporters in de nacht van 7 op 8 november. Moslimjongens in onze hoofdstad, zo verzekert ze de kijkers, zijn niet antisemitisch maar ‘leven dagelijks met joodse jongens samen’. Het is exemplarisch voor hoe in de Nederlandse media commentatoren proberen het bestaan van antisemitisme te begraven onder platitudes en bezweringsformules.

Sinds 7 oktober 2023, toen Hamas een moordpartij beging op Israëlisch grondgebied met meer dan duizend burgerdoden tot gevolg, is het aantal vijandige uitingen tegen Joodse Nederlanders toegenomen. Joden krijgen bijvoorbeeld op straat, op hun werk of online op beschuldigende toon te horen dat ze medeverantwoordelijk zijn voor het optreden van het Israëlische leger in Gaza.

Een veeg teken was de verstoring van de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam op 10 maart 2024, waarbij een groep luidruchtige demonstranten ageerde tegen de bezoekende Israëlische president Isaac Herzog en tegelijk een hoogbejaarde Holocaust-overlevende uitschold. Op 7 oktober, toen op de Dam een bijeenkomst werd gehouden ter herdenking van de slachtoffers van de Hamas-aanval en de gegijzelden in Gaza, hielden pro-Palestijnse betogers een agressief getoonzette ‘tegendemonstratie’ waarbij ze mensen die joodse of Israëlische symbolen bij zich droegen intimideerden.

Disclaimers over islamofobie

In de reacties op dergelijke verstoringen is sprake van een patroon: pro-Israëlische politici en commentatoren spreken er schande van en willen – net als het kabinet-Schoof – méér aandacht voor de bestrijding van antisemitisme. Maar bij andere commentatoren bestaat volop begrip voor de ‘emoties’ die de (al dan niet vermeende) oorlogsmisdaden van het Israëlische leger zouden oproepen. De Amsterdamse GroenLinks-burgemeester Femke Halsema benadrukte dat het bij pro-Palestina-demonstraties mag ‘schuren’.

Al lang vóór 7 oktober 2023 en de start van de Gaza-oorlog hadden synagogen in Nederland permanent bewaking nodig en kregen Joodse scholieren beveiliging. Het aantal keren dat een moskee of een islamitisch object in Nederland beveiliging nodig had is daarentegen op de vingers van één hand te tellen. Inmiddels staan de autoriteiten ook op scherp in aanloop naar de Dodenherdenking op 4 mei. 

Desondanks horen we in Nederland steeds minder politici en burgemeesters die antisemitisme veroordelen zonder disclaimers in te bouwen over islamofobie en oproepen tot ‘verbinding’. Het is een vorm van Verharmlosung (letterlijk: bagatellisering) van antisemitisme, alsof dat op zichzelf geen verwerpelijk verschijnsel meer zou zijn.

Het verantwoordelijk stellen van Nederlandse Joden voor Gaza hangt samen met het veelvuldige – en meestal onweersproken – gebruik van het woord genocide, ook in de zogenaamde kwaliteitsmedia. Op 22 december, in Buitenhof, deed historica Beatrice de Graaf alsof over de term geen discussie of twijfel bestaat. Ook zich politiek neutraal noemende organisaties als Amnesty International, PAX en Artsen Zonder Grenzen hebben het in de context van Gaza over genocide.  

Hulporganisatie Oxfam Novib, vrijwel volledig gefinancierd door de Nederlandse overheid, startte in december de actieweek ‘Niet in Mijn Naam’ – met bijbehorende hashtag op X – om de Nederlandse staat medeverantwoordelijk te stellen voor de ‘oorlogsmisdaden van Israël’. Oxfam-voorzitter en voormalig PvdA-Tweede Kamerlid Michiel Servaes, die vorig jaar tijdens de dodenherdenking een toespraak mocht houden onder auspiciën van het Amsterdams 4 en 5 mei comité, ageert al jaren fanatiek tegen de Israëlische staat. Oxfam Novib kreeg tijdens de actieweek kritiekloze steun van een heel scala van politici van GroenLinks en PvdA, inclusief lijsttrekker Frans Timmermans, en ook van cabaretier Dolf Jansen en gesubsidieerde activisten als Kick Out Zwarte Piet-aanvoerder Jerry Afriyie.

Kracht van herhaling

De kracht van de herhaling maakt dat de ‘genocide in Gaza’ voor velen inmiddels een vaststaand feit is, waarover discussie niet meer wenselijk of toegestaan is. Ultralinkse, ‘antikoloniale’ en islamitische groeperingen vinden elkaar in hun afkeer van de gezamenlijke vijand Israël, een land dat in deze kringen al sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967 voor bezetter en kolonisator doorgaat.

De anti-Israëlische stemming past naadloos in het antikoloniale perspectief dat op een aantal universitaire faculteiten en in ‘progressieve’ media dominant is. Beroepsactivisten, een aantal universitaire docenten én leden van Bij1, DENK, de SP, de Partij voor de Dieren en GroenLinks doen mee met agressief getoonzette pro-Palestijnse demonstraties en eisen academische boycots van Israëlische universiteiten.

Hier is overigens weinig nieuws onder de zon. Ook de eerste grote pro-Palestina-demonstratie in Nederland – in het voorjaar van 2002 in Amsterdam onder het motto ‘Stop de oorlog tegen de Palestijnen’ – was georganiseerd door linkse actiegroepen en politieke partijen en liep uit op rellen en het belagen van Joodse voorbijgangers.

Oud-PvdA wethouder Rob Oudkerk wees er tijdens een manifestatie tegen antisemitisme op 7 november 2024 bij het Amsterdamse stadhuis op dat er sprake is van ‘uitburgering’ van joodse Nederlanders. Een schouwburgdirecteur bleek zo sensitief voor het maatschappelijke klimaat dat hij de aankondiging van een jazzvoorstelling preventief wilde ontdoen van het woord ‘Jiddisch’. De Universiteit Utrecht cancelde lezingen over de Holocaust omdat men liever een ‘diverse en gebalanceerde dialoog’ nastreefde. Opvallend is dat deze vormen van uitburgering niet plaatsvinden onder druk van autoriteiten, maar geheel op eigen initiatief van leden van de culturele en wetenschappelijke bovenlaag.

Oudkerk praatte in zijn recente EO-documentaire over antisemitisme met burgemeesters als Sharon Dijksma (Utrecht), Jan van Zanen (Den Haag) en Ahmoud Aboutaleb (Rotterdam) over spanningen in hun steden rond de Gaza-oorlog. Met name Aboutaleb putte zich uit in een procedurele woordenbrij (‘de Rotterdamse gemeenteraad is een vlaggenprotocol overeengekomen’) om te benadrukken waarom het ophangen van een Israëlische vlag na 7 oktober 2023 in Rotterdam echt niet meer kan, omdat de vlag ‘woede oproept’. Maar onder wie?

In stationshallen in Nederland staan regelmatig pro-Palestijnse betogers die spreekkoren als ‘From The River To The Sea’ laten klinken. De Nederlandse Spoorwegen, geleid door oud-D66-minister Wouter Koolmees, is formeel eigenaar van de binnenruimte van stations. De NS zegt óf niets te kunnen doen óf redeneert dat er onveilige situaties kunnen ontstaan wanneer de politie gevraagd zou worden om in te grijpen.

Onrecht en actie

Fanatieke pro-Palestina demonstranten wijzen erop dat ze opkomen tegen onrecht en dat ze strijd van Palestijnen tegen ‘bezetting en genocide’ willen ondersteunen. Hun acties zouden zijn gericht tegen zionisme en kolonialisme en niets te maken hebben met antisemitisme.

In theorie zou men zeer sterk gekant kunnen zijn tegen de Israëlische regering zonder ooit uit te halen naar Joden in Nederland. De praktijk is anders: de vijandigheid slaat over richting de Joodse gemeenschap in Nederland, zeker wanneer die zich in de discussie mengt.

De hoeveelheid antisemitische haat die – de bijna nederig verbinding zoekende – Parool-columniste Natascha van Weezel te verstouwen krijgt, is tekenend. Pro-Palestijnse actievoerders zeggen juist dat zij zelf slachtoffer zijn – van hardhandig optreden door de politie en beperking van hun demonstratierecht door het kabinet-Schoof.

Na aanvallen op bezoekende supporters van de Israëlische voetbalclub Maccabi Tel Aviv in de nacht van 7 en 8 november was er, naast afschuw, vrijwel direct ook begrip te horen.

In televisieprogramma’s begonnen al snel tafelgasten moslims en Marokkanen als slachtoffer te presenteren. De Arnhemse PvdA-burgemeester Ahmed Marchouch verweet in Trouw premier Schoof én de regeringspartijen dat ze hele groepen Marokkanen en moslims ‘wegzetten als schuldigen aan de rellen in Amsterdam’.

Deze tactiek is zichtbaar tot in de Tweede Kamer, met name bij de Erdogan-aanhangers van DENK: concrete uitingen van antisemitisme wegredeneren door luid kabaal te maken over vermeende wijdverbreide islamofobie en direct de boodschapper aanvallen. Het blijkt effectief te zijn: binnen enkele dagen na 7 november ging het in Nederland niet meer om de aanvallen op Israëlische supporters of over antisemitisme, maar om de vraag of het kabinet-Schoof uit racisten en moslimhaters bestaat.

Kwaadaardige intenties

Daarnaast wezen velen – tot in de hoofdstedelijke gemeenteraad aan toe – op vermeende genocideverheerlijking door de harde kern van de Israëlische supporters als oorzaak voor het ontvlammen van ‘de woede onder Amsterdammers’. Dat een aantal Maccabi-supporters een Palestijnse vlag van een kraakpand op het Rokin trok, gold als bewijs voor hun kwaadaardige intenties.

Volkskrant-columnist Peter Middendorp dagdroomde in een column op 13 november dat het bijna logisch was dat ‘jongeren met een migratieachtergrond (…) die lui van Maccabi graag in elkaar wilden slaan’ en voegde eraan toe dat hij ‘in hun geval’ ook ‘de straat op was gegaan, dronken van haat’.

De Groene Amsterdammer publiceerde op 25 november 2024 een artikel waarin auteur Rachida Azough de aanvallen op Maccabi-supporters probeerde te reduceren tot ‘Israëlische propaganda’ die vanuit Tel Aviv in de Nederlandse media en politiek was geïnjecteerd en vervolgens gretig was verspreid door ‘de agitatoren van VVD, BBB, NSC, PVV, CU, JA21 en SGP’.  

In een podcast op 29 november 2024 met Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Klok sprak columniste Sheila Sitalsing schande van de rol van de Israëlische regering die zich ‘in Nederlandse aangelegenheden mengde’ en viel Klok persoonlijk uit tegen premier Schoof omdat die had gesproken van een ‘integratieprobleem’.  

Het bagatelliseren en goedpraten echode wellicht na in de woorden van de Amsterdamse hoofdofficier René de Beukelaar, die de verdachten van het molesteren van Maccabi-supporters typeerde als ‘mensen die zich woedend voelden over Gaza’. Is het denkbaar dat ook burgemeesters en openbaar aanklagers zich laten beïnvloeden door de meerderheidsopinie in hun beroepsmatige en sociale kringen?

De feiten uit politieonderzoeken die bij de zittingen aan de orde kwamen (zoals app-verkeer uit Telegram-groepen) bevestigden dat al dagen voor de wedstrijd plannen bestonden de bezoekende Israëliërs aan te vallen, met gebruik van termen als ‘jodenjacht’.

Angst en verwarring

De olifant in de kamer blijft vaak de achtergrond van de verdachten: media, politici en autoriteiten putten zich uit in verhullende beschrijvingen als ‘taxichauffeurs’ en ‘jongeren op scooters’, termen waar iedereen die in Amsterdam woont dwars doorheen kijkt.

Het resultaat van dit alles is angst en verwarring in de Joodse gemeenschap in Nederland, amper 50.000 mensen groot, waarvan velen woonachtig in Amsterdam en Amstelveen. Het begrip voor de pijn over de Tweede Wereldoorlog is zienderogen aan het verminderen. Het besef dat antisemitische vooroordelen in Nederland altijd sluimerend aanwezig bleven, dringt scherp door. Mensen slapen er niet van, voelen zich in een aantal buurten in Amsterdam onveilig, dragen op straat geen Joodse symbolen als keppels en davidsterren meer (wat overigens al veel langer aan de hand was) of proberen in de tram hun Joodse identiteit te verbergen. Sommigen overwegen te vertrekken uit Nederland. Ondertussen geven Nederlandse politici en burgemeesters de opdracht om ‘verbinding’ te zoeken.

De joodse gemeenschap waardeerde het sterk dat Willem-Alexander in zijn kersttoespraak zei dat Joden zich in Nederland veilig moeten voelen. Maar het doet tegelijk pijn dat de koning dit tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog moest uitspreken.

Coen de Jong is auteur van de boeken ‘Dwingeland’ (2021) en ‘Wokeland’ (2022), beide onder meer verkrijgbaar in de winkel van Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!