Als we de asielmigratie willen beperken moeten de Haagse topambtenaren uit een ander hout gesneden zijn

HansRoodenburg 17-2-24 DEF
Beeld: bvnl.nl

‘Topambtenaren over ‘onbeheersbaar asieldossier’: ‘Meer Ter Apels nodig’, zo kopte De Telegraaf. Wat kan dit anders betekenen dan: niet beperken, maar accommoderen. Dit zou lijnrecht ingaan tegen de wens van de kiezer die op 22 november met een bijna twee derde meerderheid heeft gestemd op partijen – samen goed voor 95 zetels – die beperking van de asielmigratie hoog in het vaandel hebben staan. Wat zit hierachter? Wie zijn die topambtenaren?

Bij nadere beschouwing blijkt het te gaan om het rapport Bouwstenen voor het asielbeleid en asielstelsel, opgesteld door ABDTOPconsult, onderdeel van de Algemene Bestuursdienst van de Rijksoverheid. Het rapport is vorige week vrijdag door demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (JenV, VVD) aangeboden aan de Tweede Kamer.

Haagse bubbel

Het rapport vermeldt als enige auteur Harry Paul, voormalig project-plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Financiën, inspecteur-generaal van de NVWA en inspecteur-generaal bij het toenmalige ministerie van VROM. Hij bedankt zijn collega’s van het ABDTOPconsult-team voor het meedenken en meelezen. Evenals de auteur zijn ook die collega’s – uitgezonderd een oud-hoofddirecteur van de IND – geen specialisten op het gebied van asiel.

Het klinkt misschien een beetje afgezaagd, maar ik kan dit rapport moeilijk anders zien dan als een typisch product van de Haagse bestuurlijke bubbel. Het ademt de geest van het rapport Asielopvang uit de crisis van de Adviesraad Migratie (zie mijn artikel in Wynia’s Week van juni vorig jaar), waarin de aanzet werd gegeven tot de omstreden ‘spreidingswet’ ook bekend als ‘dwangwet’. Het devies van de Adviesraad, ‘De opvang van asielzoekers moet niet als crisis, maar als maatschappelijke opgave worden aangepakt’, is bij de topambtenaren van ABDTOPconsult in goed aarde gevallen.

De weerstand tegen de ongebreidelde asielinstroom, de notie dat onze absorptiecapaciteit zo langzamerhand is bereikt, de daaruit voortvloeiende maatschappelijke ontwrichting die zich aftekent, de niet mis te verstane boodschap op 22 november van de kiezer aan politiek Den Haag, het lijkt allemaal nauwelijks door te dringen tot de topambtenaren van ABDTOPconsult.

Voor zover zij gebrek aan draagvlak onder de bevolking signaleren, wordt dit gezien als een lastig obstakel op weg naar het doel: het tegen elke prijs, met de dwangwet in de hand, accommoderen (lees: doorsturen naar gemeenten) van de niet aflatende stroom van asielzoekers en statushouders. En er moeten meer Ter Apels komen: ‘Bij het regionaliseren van de opvang dient ook de spreiding van de aanmeldcentra te worden meegenomen.’

Laaghangend fruit en twee-statussen-stelsel

Concrete voorstellen om, conform de opdracht van de kiezer, serieus werk te maken van beperking van de instroom zal men in dit rapport dan ook tevergeefs zoeken. Veel verder dan verwijzingen naar internationale samenwerking met een hoog business as usual-gehalte komt het niet. De motivatie lijkt eenvoudig te ontbreken.

Wat de politieke partijen op dit gebied in hun programma’s hebben staan, wordt in het rapport niet serieus genomen of eenvoudig genegeerd. Om te beginnen het ‘laaghangend fruit’. Invoering van het twee-statussen-stelsel, dat in andere landen wel wordt toegepast, wordt ontraden. Dit stelsel biedt meer mogelijkheden tot inperking van gezinsmigratie en van het recht op een permanente verblijfsvergunning na verloop van tijd, en kan hierdoor een ontmoedigende werking op de instroom hebben.

Laat statushouders ook op hun beurt wachten

De topambtenaren wijzen op juridische complicaties, en stellen dat de ontmoedigende werking niet bewezen zou zijn. Ook de vrees voor doorprocederen speelt bij deze opstelling van de topambtenaren een rol. Nederland vormt door het niet toepassen van een twee-statussen-stelsel een uitzondering in Europa. Zouden al die andere landen het echt bij het verkeerde eind hebben?

Overige soorten laaghangend fruit worden door de topambtenaren buiten beschouwing gelaten. Bijvoorbeeld het voortrekken van statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen. Dit maakt Nederland niet alleen tot een aantrekkelijke bestemming, maar ondermijnt ook het draagvlak bij de reeds aanwezige bevolking. Als Nederlandse jonge volwassenen moeten afzien van het stichten van een gezin omdat ze noodgedwongen bij pa en ma moeten inwonen, lijkt het voor statushouders niet te veel gevraagd om in de opvang ook gewoon op hun beurt te wachten.

En dan hebben we nog de internationaal gezien erg soepele regeling inzake gezinshereniging voor alleenreizende minderjarige vreemdelingen (Amv) en het volkomen doorgeschoten inwilligingspercentage (85 procent) van asielverzoeken. Dat moet toch allemaal wel een tandje minder kunnen.

Tot zover het plukken van laaghangend fruit. Noodzakelijk, maar niet voldoende. Uiteindelijk zal ook het internationale juridische kader op de schop moeten. Het siert de Tweede Kamer in zijn nieuwe samenstelling dat die hiermee een begin heeft gemaakt. Dit betreft het aannemen door de eerdergenoemde bijna twee derde meerderheid, en met instemming van demissionair premier Mark Rutte, van motie nr. 1997 (21501-20). Deze bepaalt dat Nederland bij de eerstvolgende EU-verdragswijziging zal bedingen dat een opt-out (naar Deens model) mogelijk wordt voor EU-afspraken op het gebied van asiel en migratie. Dit is een politiek feit van de eerste orde.

In Brussel ontbreekt een besef van urgentie

De topambtenaren laten duidelijk blijken dat deze beleidsrichting niet hun voorkeur heeft. Zij hebben, geheel conform de ambtelijke consensus in Den Haag, juist veel vertrouwen in een ‘Europese’ aanpak, ook al hebben ze de feiten hierbij niet aan hun kant.

Het enige wapenfeit waarop de EU kan bogen is de Turkije-deal, die overigens niet per se onverenigbaar is met een opt-out. Verder is in de pakweg 25 jaar dat de EU aan de knoppen kan draaien vrijwel niets bereikt. Dit is niet alleen te wijten aan tegenstribbelende lidstaten, maar ook aan het ontbreken in Brussel van een besef van urgentie als het gaat om beperking van de instroom, en aan de hieruit voortvloeiende onwil om internationale verdragen ter discussie te stellen.

Tandeloos

De ‘bewaker’ van de buitengrenzen, Frontex, laat nog steeds iedereen door die de toverformule ‘asiel’ uitspreekt. Het onlangs gesloten Asiel- en Migratiepact is vooral een spreidingswet op EU-niveau en doet weinig of niets aan de instroom. De buitengrensprocedure voor kansarme asielzoekers (vooral veiligelanders) is tandeloos zolang de druk op de herkomstlanden om hun onderdanen terug te nemen niet substantieel wordt verhoogd, en zolang afgewezen asielzoekers die weigeren mee te werken aan terugkeer niet voor onbepaalde tijd kunnen worden opgesloten.

Intussen melden zich, volgens statistiekbureau Eurostat, in Nederland per hoofd van de bevolking vier keer zoveel asielzoekers als in Denemarken met zijn opt-out.

Het rapport komt ook nog op de proppen met het in EU-kringen populaire idee van ‘legale migratieroutes’: ‘Het denken over verruiming van de mogelijkheden voor arbeidsmigratie in relatie tot asielmigratie staat (in Nederland) nog in de kinderschoenen en de meeste beleidsinspanning is gericht op het terugdringen van irreguliere migratie. Legale routes zijn voorspelbaarder en kunnen in combinatie met hervestiging mogelijk bijdragen aan het beter beheersbaar houden van migratie, hoewel daarover nog weinig bekend is. Meer aandacht voor legale routes is daarom op z’n plaats…’

Hier wordt impliciet toegegeven dat degenen die nu de Middellandse Zee oversteken om vervolgens in de EU asiel aan te vragen, voor een deel helemaal geen vluchtelingen zijn, maar economische migranten. Het openen van nieuwe instroomkanalen zal misschien sommigen ervan weerhouden die oversteek te maken, maar zal per saldo ongetwijfeld leiden tot meer migratie naar de EU.

Degenen die naar de EU willen maar niet aan de criteria voldoen die bij legale arbeidsmigratie onvermijdelijk moeten worden gesteld, zullen alsnog de oversteek wagen. Alles overziende lijkt me dit geen effectief middel om de asielmigratie te beperken.

Hoe verder?

Welke kant het op zal gaan met de kabinetsformatie blijft voorlopig nog gissen. Maar als de onderhandelaars gehoor geven aan de opdracht van de kiezer om de asielinstroom te beperken dan zou ik ze adviseren dit rapport van de topambtenaren niet al te serieus te nemen.

Wat het te vormen kabinet wel serieus moet nemen is de instelling van deze topambtenaren die uit het rapport spreekt. Wil het beperken van de asielinstroom een succes worden dan is het zaak dat de topambtenaren die op het betreffende ministerie de kar moeten trekken uit een ander hout gesneden zijn.

Hans Roodenburg is econoom en gaf bij het Centraal Planbureau leiding aan onderzoek naar de economische gevolgen van immigratie. Hij publiceert sinds maart 2021 in Wynia’s Week over het Nederlandse immigratiebeleid. 

Wynia’s Week is er diverse keren per week, als video, als podcast en als internetkrant. Wynia’s Week bestaat nu 5 jaar. Op naar het volgende lustrum! Doet u mee, als donateur? Hartelijk dank!