Als Rutte de immigratie niet beperkt kan hij wel inpakken
Als premier Mark Rutte er niet in slaagt zich te houden aan zijn belofte om de immigratie te beperken, wacht hem een electorale afstraffing, te beginnen met de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 15 maart aanstaande, betoogt Hans Roodenburg.
Premier Mark Rutte is erin geslaagd de binnen de VVD omstreden asieldwangwet – eufemistisch aangeduid als ‘spreidingswet’ – door te drukken in de fractie en op het partijcongres. De prijs die hij hiervoor moest betalen is het op zich nemen van een resultaatsverplichting (of is het toch meer een inspanningsverplichting?) om de immigratie, en meer in het bijzonder de asielinstroom, te beperken. De grote vraag is of de premier ook zal leveren. Rutte zal, zoals zijn partijgenoot Paul de Krom het ooit uitdrukte ‘met getrokken zwaard Europa in’ moeten. Dat is op zichzelf al lastig genoeg, maar ten strijde trekken zonder de instemming van de coalitie is geen optie.
Christenen en globalisten
Beperking van de asielinstroom ligt bij de andere coalitiepartijen gevoelig, want onbeperkte asielinstroom is daar zo ongeveer een geloofsartikel. Binnen het CDA wordt er verschillend over gedacht, maar de linkse VU-dominees vormen daar een machtsfactor van betekenis. In de ChristenUnie lijkt men onbeperkte asielinstroom letterlijk als een Bijbelse opdracht te beschouwen.
D66 tenslotte is weliswaar een bij uitstek seculiere partij, maar daar heeft het christendom plaatsgemaakt voor een globalistisch wereldbeeld dat ook weinig ruimte laat voor afwijkende ideeën. Daar komt nog bij dat partijleider Sigrid Kaag jarenlang werkzaam was voor de Verenigde Naties. In die jaren was Peter Sutherland UN Special Representative for International Migration, ofwel topfunctionaris immigratiezaken. Van hem is de uitspraak: ‘The EU should do its best to undermine the homogeneity of its member states’. Sutherland is ook te beschouwen als de geestelijke vader van het Pact van Marrakesh, dat een nadere uitwerking is van deze gedachte.
Inmiddels lijkt het erop dat immigratie, en vooral de aanzwellende instroom van asielzoekers, hét dominante thema gaat worden bij de komende verkiezingen voor de Provinciale Staten. Die verkiezingen zijn bepalend voor de samenstelling van de nieuwe Eerste Kamer. En dat zou weleens tot gevolg kunnen hebben dat de positie van het kabinet daar nog verder verzwakt. Het is dan ook niet zo verrassend dat de coalitiepartijen, zij het knarsetandend, de deur voor premier Rutte op een kier zetten om de instroom van asielzoekers in te dammen.
Beperking immigratie is nu partijlijn van het CDA
In september van dit jaar baarde minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) opzien met een interview in het Nederlands Dagblad. Hij wees erop dat het migratiesaldo te hoog is. Een concreet getal wilde hij niet noemen, maar het moet ‘heel veel minder’ zijn dan het huidige migratiesaldo van ruim 100.000. Let wel: ruim 100.000 is het cijfer van vorig jaar. Dit jaar komt het migratiesaldo naar verwachting minstens uit op het dubbele.
De bewindsman vervolgde zijn betoog met de observatie dat ‘middenpartijen demografische ontwikkelingen negeren’, omdat ‘we het op een gegeven moment een rechts thema zijn gaan vinden’. Nederland kan zich echter niet veroorloven ‘geen grip te hebben op migratie’. En hoe zit het dan met de internationale verdragen, waarover in politiek Den Haag continu wordt gezegd dat die zouden verhinderen dat Nederland het migratiesaldo kan beïnvloeden? Volgens De Jonge is dat geen steekhoudend argument. ‘Er zijn landen om ons heen die het echt beter doen. Je kunt niet schouderophalend voorbijgaan aan een groei die in potentie disruptief is voor alles wat we belangrijk vinden.’
Op het CDA-partijcongres begin november sloot partijleider Wopke Hoekstra zich aan bij zijn ambtsgenoot De Jonge. Beperking van de immigratie is nu dus expliciet de partijlijn van de christendemocraten. Voor zover ik kan nagaan vermeden beide bewindspersonen het woord ‘asiel’, maar impliciet gaven zij aan dat ook de asielinstroom moet worden beperkt.
Deze voor CDA-begrippen stevige uitspraken van De Jonge en Hoekstra zijn, zoals te verwachten was, in de achterban van het CDA niet onverdeeld gunstig ontvangen. De meer bevlogen partijleden stonden niet te juichen. Instemming was er ook, bijvoorbeeld van Mona Keijzer: ‘Er moet paal en perk gesteld worden. Elke week 1500 mensen erbij … Dit is zo niet vol te houden’, aldus de populaire oud-staatssecretaris tegenover De Telegraaf. Merk op dat dit getal van 1500 betrekking heeft op de asielinstroom.
D66 en ChristenUnie geven Rutte groen licht
Toen premier Rutte het CDA eenmaal aan boord had, stonden D66 en de ChristenUnie voor het blok: De coalitie opblazen of Rutte het groene licht geven. Zij kozen bij monde van hun partijleiders Kaag respectievelijk Segers schoorvoetend voor het laatste. Beperking van de asielinstroom is voor deze partijen niet langer onbespreekbaar. Segers probeerde nog wel de aandacht af te leiden van asiel door erop te wijzen dat ook de arbeidsmigratie binnen de EU moet worden aangepakt.
Ook Zweden en Italië willen minder immigratie
Nu premier Rutte ervan uit mag gaan dat de coalitiepartners voorlopig niet zullen dwarsliggen, kan hij ‘met getrokken zwaard Europa in’. Hij mag dit beslist niet overlaten aan staatssecretaris Eric van der Burg. Niet alleen omdat laatstgenoemde er niets van terecht zal brengen, maar door beperking van de asielmigratie tot ‘Chefsache’ te maken, krijgen de Nederlandse inspanningen meer gewicht.
Nederland is niet de enige lidstaat van de Europese Unie waar beperking van de immigratie in het algemeen, en van de asielinstroom in het bijzonder, hoog op de politieke agenda staat. We hadden natuurlijk Denemarken al, dat anders dan Nederland destijds zo verstandig was om een ‘opt-out’ te bedingen in migratiezaken en dat derhalve geen bevoegdheden op dit gebied heeft overgedragen aan Brussel. Zweden en Italië deden dat wel, maar daar zijn onlangs coalities aan de macht gekomen die beperking van de immigratie hoog in het vaandel hebben staan en bereid zijn daarvoor de grenzen op te zoeken.
De belangen van Nederland en Zweden komen in hoge mate overeen, want beide landen zijn een gewilde eindbestemming van asielzoekers. Wat betreft Italië ligt de zaak gecompliceerder. Weliswaar zal de huidige coalitie daar naar verwachting vaker de havens sluiten voor schepen van de ngo’s die migranten oppikken voor de kust van Libië. Maar de migranten die toch voet aan wal weten te zetten in Italië zal geen strobreed in de weg worden gelegd als ze, veelal zonder zich te laten registreren, doorreizen naar de verzorgingsstaten in Noordwest-Europa.
Nederland kan ongetwijfeld zijn voordeel doen met de ervaringen in andere lidstaten die ook bezig zijn de immigratie te beperken en daarbij bereid zijn de grenzen op te zoeken, zo niet zich inspannen die grenzen – gesteld door internationale verdragen en organisaties als de EU – te verleggen. Premier Rutte doet er goed aan bondgenoten te zoeken om samen mee op te trekken.
Anti-migratiepact
Een speciaal geval is Oostenrijk. Dit land is evenals Italië zowel eindbestemming als doorvoerland voor asielzoekers. Die bereiken Oostenrijk zowel via de zogenaamde ‘Balkanroute’ als via Italië. Eind oktober dit jaar stond de teller in Oostenrijk op bijna 90.000 asielaanvragen, Oekraïners niet meegeteld. Dit is meer dan twee keer zoveel als in Nederland in dezelfde periode, en dat op een bevolking die half zo groot is.
De benarde positie van Oostenrijk heeft ertoe geleid dat het land, in de persoon van kanselier Karl Nehammer, samenwerking heeft gezocht met premier Viktor Orbán van Hongarije en president Aleksandar Vučić van Servië (kandidaat-lid EU).
Dit ‘Anti-Migratiepact’ is het politieke antwoord van de drie landen op het – volgens de Oostenrijkse kanselier – falende asielbeleid van de EU. Maar vooral Duitsland wordt gezien als boosdoener, bijvoorbeeld omdat het de illegale immigratie faciliteert door met overheidsgeld de ngo-boten te financieren.
In Duitsland is geest van ‘Wir schaffen das’ nog springlevend
Dit brengt ons op de situatie in Duitsland. Dat land stevent af op een nieuw instroomrecord. Dit heeft alles te maken met de komst van vluchtelingen uit Oekraïne. Maar ook de instroom van asielzoekers uit Afrika en het Midden-Oosten blijft hoog. Op het eerste gezicht lijkt de geest van ‘Wir schaffen das’ nog springlevend. Ruim 300 gemeenten, waaronder alle grote steden, afficheren zich als ‘Sichere Häfen’ (veilige havens) en verklaren zich bereid meer mensen op te nemen.
Kritiek is er ook, maar die is vooral te vinden in de alternatieve media. Bijvoorbeeld dit interview op de liberaal-conservatieve opiniesite Tichys Einblick met Rainer Wendt, de landelijk voorzitter van de Duitse politievakbond DPolG. Deze functionaris neemt geen blad voor de mond. Het interview is één lange litanie over wat er allemaal mis is met het Duitse asielbeleid.
Aan de grens met Oostenrijk worden grenscontroles uitgevoerd. Maar illegale immigranten die het toverwoord ‘Asiel’ uitspreken kunnen, behoudens evidente bedriegers, niet worden teruggestuurd. Vervolgens lukt het de verkokerde bureaucratie niet om het kaf van het koren te scheiden, zodat bijvoorbeeld personen die een veiligheidsrisico vormen niet altijd worden ontmaskerd. Onwelgevallige cijfers worden om partijpolitieke redenen onder de pet gehouden, ook tegenover de politie. Versoepelingen van verblijfsrecht en van inburgeringseisen worden door de nieuwe Bondsregering van de daken geschreeuwd. Gevolg: aanzuigende werking.
Het zal, dit alles in aanmerking nemende, niet verbazen dat de getergde vakbondsman pleit voor een radicale koerswijziging in de Bondsrepubliek: ‘We moeten eindelijk af van de Merkel-politiek […] en van de ongecontroleerde immigratie naar Duitsland.’
Electorale afstraffing dreigt
Volgens de laatste peiling van Maurice de Hond is er, ook zonder CDA, ChristenUnie en D66, een virtuele Kamermeerderheid voor beperking van de immigratie inclusief asiel. Dit afgaande op de betreffende verkiezingsprogramma’s. De rechtse oppositie (PVV, JA21, BBB, FVD, SGP, BVNL) samen goed voor 59 virtuele zetels, vermeerderd met 20 virtuele zetels voor de VVD, komt uit op een totaal van 79 virtuele zetels.
Dit is een spectaculaire groei vergeleken met de verkiezingsuitslag voor de Tweede Kamer in 2021. Toen kwam de rechtse oppositie uit op 32 zetels, en dat is samen met de 34 zetels van de VVD onvoldoende voor een meerderheid. Een en ander vormt een aanwijzing dat premier Rutte, als hij inzake het immigratiedossier niet gaat leveren, rekening moet houden met een electorale afstraffing, te beginnen met de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 15 maart aanstaande.
Wynia’s Week publiceerde tientallen artikelen en rapporten over Nederland Immigratieland. U vindt die artikelen HIER.
Wynia’s Week is er 104 keer per jaar, twee keer per week. Dat wordt volledig mogelijk gemaakt door de vrijwillige bijdragen van sponsors en andere donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!