Als je als loser te boek staat kun je geen debat meer winnen
Afgelopen weekend beleefde ik een ‘Nixon-Kennedy’-déjà vu in de Duitse verkiezingscampagne. De fijnproevers weten waar ik het over heb. In 1960 vond het eerste presidentiële TV-debat in Amerika plaats. John F. Kennedy en Richard Nixon, de twee presidentskandidaten, stonden tegenover elkaar. Het debat werd tegelijk op radio én TV uitgezonden. Veel mensen hadden nog geen TV.
Dit debat is beroemd geworden omdat het voor het eerst het doorslaggevende effect van media-beeldvorming en TV-imago heeft aangetoond. Wat bleek namelijk: degenen die het debat op de radio gevolgd hadden, zagen Richard Nixon als winnaar. Maar zij die de kandidaten op TV de degens hadden zien kruisen, wezen massaal Kennedy als beste presidentskandidaat aan.
Kennedy kwam op beeld veel energieker en dynamischer over dan de wat oudere Nixon die de wetten van de TV nog niet ontdekt had, en ongeschoren en zonder make-up op het beeldscherm was verschenen. De jonge, onervaren Kennedy had met dit TV-debat een niet meer in te halen voorsprong genomen, en zou de jongste Amerikaanse president uit de geschiedenis worden. Sindsdien is duidelijker dan ooit: (media)beeldvorming doet ertoe in de politiek, en niet slechts argumenten en inhoud.
‘Das Triell der Kanzlerkandidaten’
Waarom moest ik aan deze evergreen uit de communicatiewetenschap denken? Omdat bij het eerste grote TV-debat tussen de Duitse kanselierskandidaten, afgelopen weekend bij RTL Deutschland, iets dergelijks aan de hand was. Ik zat dat zogenaamde Triell der Kanzlerkandidaten te bekijken, en betrapte me erop dat ik Armin Laschet – de al zowat afgeschreven kandidaat van CDU/CSU, de loser van de campagne -, tot mijn verbazing eigenlijk de beste in het debat vond. Ondanks de enorme druk waaronder hij staat – door zijn beroerde imago en geblunder dreigt de partij van Angela Merkel in de oppositie te belanden -, wist hij energiek en offensief zijn punten te maken.
Zo simuleerde Laschet sterk een regeringschef, toen hij in reactie op het Drama Afghanistan, verklaarde dat zijn eerste daad als Bondskanselier zou zijn een Nationale Veiligheidsraad in te stellen. Die raad zou alle veiligheidsvraagstukken moeten coördineren vanuit het Bundeskanzleramt om bureaucratische ruis tussen ministeries te bestrijden.
Ik vond hem ook sterk in zijn aanval op Annalena Baerbock, de Groene kandidaat, door haar als vertegenwoordiger van een ‘verbodspartij’ weg te zetten, die te weinig oog zou hebben voor Industrieland Deutschland en voor de gevolgen van de klimaattransitie voor gewone werknemers. Laschet presenteerde zijn partij als de Ökologische Mitte. Baerbock raakte in het defensief op haar eigen klimaat-thema, en kwam niet echt overtuigend meer terug. Ik vond Laschet ook doeltreffend toen hij Olaf Scholz, de kandidaat van de SPD, verweet dat de SPD weifelachtig is waar het om defensie gaat, en bijvoorbeeld moeite heeft met de aanschaf van drone-bewapening voor de Duitse Bundeswehr.
Op het eind van het debat zette Laschet de flegmatieke Scholz schaak door hem te dwingen afstand te nemen van de ‘extreem-linkse’ partij die Linke, en daarmee van de Rood-Rood-Groene coalitie van SPD, Groenen en die Linke. Hij bracht Scholz hiermee in de problemen, omdat Scholz zelf als SPD-realo weinig of niets moet hebben van die Linke, maar de linkervleugel van de SPD, inclusief het linkse partijvoorzittersduo, juist voorstander is van zo’n ’maatschappijhervormende’ coalitie over links. Scholz zag zijn coalitieplan B onder vuur liggen en pareerde de aanval van Laschet door harde eisen te stellen aan eventuele samenwerking met die Linke. Die partij zou dan onvoorwaardelijk de NAVO moeten erkennen, daar waar die partij, met wortels in de DDR, het opheffen van de NAVO als overjarig relict uit de Koude Oorlog nastreeft en in plaats daarvan een nieuw Europees veiligheidssysteem voorstaat, met inbegrip van Rusland .
Getergd en belerend
Voor de neutrale toeschouwer deed Armin Laschet dus trefzekere aanvallen op de pijnpunten van zijn tegenstanders. Hij oogde tot op het bot voorbereid voor het debat dat wel eens zijn laatste kans had kunnen zijn op een omkering van de voor hem fatale opinietrends. Ik ben geen fan van Laschet, vind zelfs dat CDU/CSU een groot risico heeft genomen met deze omstreden, weinig overtuigende kandidaat, maar vond hem in dit debat duidelijk de meest actieve punten-bokser.
En dan komen we bij het Nixon/Kennedy moment. Want wat wil nu het geval? Uit de peilingen die direct na het debat werden gehouden, komt Laschet als de grote verliezer naar voren. Scholz is de winnaar met 36%; Baerbock een goede tweede met 30%, en Laschet zou kansloos geëindigd zijn als derde, met 25%. En daar was ik verbaasd over. Want deze uitslag van het debat komt bijna naadloos overeen met de rangschikking in de opiniepeilingen voorafgaand aan het debat, met Scholz boven Baerbock en Laschet. De uitslag suggereert alsof mensen het debat bekeken hebben door het prisma van de vooraf gegeven krachtsverhoudingen, populariteit en beeldvorming.
En ook moet gezegd: argumentatief en debat-technisch mag Armin Laschet dan vermoedelijk de beste zijn geweest, het zag er niet heel prettig uit. Laschet kwam nogal getergd over en vooral belerend ten opzichte van Annalena Baerbock, op het zwaar vrouwonvriendelijke af. Daarmee jaag je veel kijkers en kiezers in de gordijnen. Laschet kwam ook nogal dwingend en priemend over tegenover een rustige Olaf Scholz, die in een glanzend zwart domineespak de erfgenaam van Angela Merkel stond te spelen. Hij probeerde rust, ontspanning en stabiliteit uit te stralen, tegen een voor zijn politieke leven vechtende Laschet.
De grootste zorgen van Duitsers
Opnieuw: beeldvorming versus debatinhoud. De grote Nixon/Kennedy-vraag is: wat zou er gebeurd zijn als dit Triell op de radio was uitgezonden, en niet op TV? En zonder de voorkennis van een ingestorte Laschet-campagne? Ik zou mijn geld dan gezet hebben op Laschet als debat-winnaar. Ik denk dat elk studenten-debatgenootschap Laschet dan ook op punten als de winnaar zou hebben uitgeroepen. Maar op TV, met een campagne die al een tragisch verhaal van opkomst en ondergang bevat, lag dat een slag anders. Nu heeft dit debat vooral de bestaande trends verder versterkt, en het beeld van de onsympathieke loser Laschet bevestigd.
Het goede van dit debat was wel dat nu duidelijker is geworden wat er inhoudelijk op het spel staat bij deze verkiezingen en wat de inhoudelijke verschillen tussen de middenpartijen én potentiële coalitiegenoten zijn. En dat eindelijk ingegaan wordt op de grootste zorgen van de Duitsers. Die betreffen, volgens Deutschlandtrend-onderzoek door Infratest Dimap: het klimaat (33 %), migratie (22%), Corona (18%) en sociaal onrecht (16%).
René Cuperus schrijft voor Wynia’s Week wekelijks over de ontwikkelingen rond de Duitse Bondsdagverkiezingen en de regeringsvorming in Nederlands grootste buurland. Steunt u deze onafhankelijke berichtgeving? Doneren voor Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!