Als ethisch fort voor morele fijnproevers heeft Europa geen toekomst
Door Rik Torfs*
Onze Europese moraal is minder superieur dan we zelf graag denken.
Donald Trump won overtuigend de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De meeste West-Europese politici en journalisten konden het nauwelijks geloven. Sommigen werden na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag milder voor Trump of beweerden dat hun vijandige houding van weleer op een misverstand berustte. Bij elke machtswissel heb je zulke mensen.
Niettemin bleven de meeste journalisten Donald Trump neerzetten als een foute man die de verkeerde keuzes opstapelt nog voor zijn tweede termijn als president een aanvang heeft genomen. Hij kiest waardeloze ministers, machtswellustelingen of wappies, wil het Panamakanaal heroveren en met zijn spaargeld Groenland kopen. De afkeer blijft groot. De stille hoop is dat de invloed van Trump minimaal zal blijven. Daarom moet Europa vooral zijn ethisch hoogstaand eigen verhaal blijven schrijven.
De droom dat wij in Europa onze eigen weg kunnen gaan, arm maar eerlijk en ondersteund door een keur van hoogopgeleide therapeuten, maakt in werkelijkheid geen kans. Donald Trump zal onze politiek ingrijpend veranderen. De defensie-uitgaven moeten omhoog. Er komen nieuwe handelsdeals met Amerika. Europa zal zijn bureaucratische beleidsstijl moeten aanpassen wil het economisch weer competitief worden.
Paradox
De Franse historicus Fernand Braudel (1902-1985) wist al dat het in de geschiedenis om een histoire globale gaat. De meest uiteenlopende interacties en vertakkingen spelen een rol. Allerlei invloeden sijpelen door, nu eens snel, dan weer trager. Maar altijd onstuitbaar. De belangrijkste Europese verkiezingen van 2024 waren de Amerikaanse. Dat zegt veel over de relevantie van Europa zelf. Toch verkeren velen nog altijd in een ontkenningsfase: Trump is niet oké, zijn invloed moet zo gering mogelijk blijven.
Daar zit al meteen een paradox. De ideeën die je buiten probeert te houden, zijn immers de ideeën waarvan je vreest dat ze sterker zijn dan de jouwe. Deze laatste hebben blijkbaar aan hun zogenaamde ethische superioriteit niet genoeg om aantrekkelijk te zijn voor derden.
Toch lijkt het erop dat onze ethische superioriteit ons sterkste uitvoerproduct is geworden. Onze waarden zijn de beste. Welke dan? Dat is minder helder. In ieder geval is het magische woordje ‘zelf’ belangrijk: zelfbeschikking, zelfzorg, jezelf zijn. Meewarig kijken we naar andere landen of continenten die achterblijven. Daarin schuilt de naïeve gedachte dat ze ons weldra monter zullen volgen.
Maar waarom zou ook maar iemand onze aanbevelingen ter harte nemen? Michel Foucault (1926-1984) zag de geschiedenis als een machtsstrijd die de historicus niet enkel beschrijft maar waaraan hij ook actief deelneemt. De strijd helpt controle over de samenleving te verwerven of machtsverhoudingen in stand te houden door sommige groepen naar de marge te verwijzen. In de tijd van Foucault waren dat bijvoorbeeld de vrouw, de homoseksueel, de crimineel of de krankzinnige.
Om welke categorieën het vandaag precies gaat, doet er minder toe. De vrouw en de homoseksueel klommen sindsdien uit het dal. De oude witte man of de klimaatontkenner hebben het dan weer moeilijker. Heel normaal. Schijnbaar ethische regels zijn, in het denken van Foucault, inhoudelijk leeg, louter instrumenten in de machtsstrijd.
Leiderschap
Natuurlijk kun je, in een laatste poging om aan het grote inhoudelijke niets te ontsnappen, het relativisme zelf verabsoluteren. Dat is precies wat we in West-Europa tot onze eigen tevredenheid doen, onder meer door te stellen dat ‘iedereen zichzelf moet kunnen zijn’ en alle culturen in hun volstrekte gelijkwaardigheid elkaar wederzijds verrijken. Kortom, het relativisme wordt op die manier absoluut.
Ik ben er ondertussen nogal zeker van dat een politiek, economisch en militair verzwakt Europa zijn globale invloed niet zal weten te behouden door uit te pakken met zijn ethisch leiderschap als exportproduct.
Daar zijn twee goede redenen voor. De eerste is hard en cynisch. De beste moraal leidt niet tot de overwinning. Integendeel, het is de moraal van de overwinnaar die als de beste geldt.
Sentimenteel afkooksel
De tweede reden is inhoudelijk van aard. Onze Europese moraal is minder superieur dan we zelf graag denken. Ze is een sentimenteel afkooksel van onze verdampte christelijke traditie, vermengd met een relativistisch sausje dat de secularisering er na de Tweede Wereldoorlog aan toevoegde.
Andere continenten vertonen opvallend weinig belangstelling voor onze ethische sterrengerechten. Dat zal zo blijven. Tenzij we opnieuw rijk en machtig worden. Voorlopig slaat, wereldwijd, de ethiek van de weinig fijnbesnaarde Donald Trump beter aan dan die van de West-Europese morele fijnproevers, die zich bovendien doorgaans ethischer voordoen dan ze in werkelijkheid zijn.
Op dat laatste gebied zijn Europeanen niet beter en niet slechter dan de rest van de wereld.
Kerkjurist Rif Torfs is emeritus hoogleraar en oud-rector van de Katholieke Universiteit Leuven. Dit artikel verscheen op 28 december op Doorbraak.be
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Hartelijk dank!