Als de bevolking zich achter de boerenprotesten schaart kan het politieke landschap er heel anders gaan uitzien
In grote delen van de Europese Unie vinden momenteel protestacties van boeren plaats. Niet alleen in Nederland, waar het begon, maar inmiddels ook in Duitsland, Frankrijk en België en het breidt zich als een olievlek uit. De onvrede zit diep. De aanleiding in Nederland was het niet-onderbouwde stikstofbeleid waar de boeren de dupe van werden en in Duitsland, Frankrijk en België was de aanleiding het afbouwen van de subsidie op agrarische diesel.
Maar er is meer aan de hand. De boeren zijn slachtoffer van het rampzalige honderden miljarden kostende klimaat- en natuurbeleid van de EU. De afbouw van de subsidie op agrarische diesel is maar één aspect daarvan. Het natuurbeleid dwingt de boeren 4 procent van hun akkerland braak te laten liggen. Gewasbeschermingsmiddelen mogen niet of nog maar in beperkte mate worden gebruikt. Mest mag slechts in kleine hoeveelheden over de weiden worden uitgereden. De intensieve veehouderij moet plaatsmaken voor extensieve, niet rendabele veeteelt. Het klimaatbeleid zet in op minder zuivel- en vleesconsumptie.
Derde landen hoeven niet te voldoen aan strenge EU-eisen
Al deze maatregelen tellen op. Elke keer dat de boeren via innovatie (en het maken van enorme kosten, waarvoor ze zich in de schulden moeten steken) tegemoet komen aan de eisen uit ‘Brussel’, komt er weer een nieuwe maatregel. Klimaatbeleid is ontaard in een groene planeconomie die op z’n grenzen stuit en (onder andere) de landbouwsector verstikt.
Aan de andere kant is de EU-markt grotendeels open voor producten uit derde landen, die niet hoeven te voldoen aan de strenge eisen van de EU. Dat geldt in het bijzonder voor Oekraïne en als het Mercosur-akkoord in de huidige versie wordt aangenomen ook voor Brazilië en Argentinië. Groeihormonen en antibiotica voor de vleesindustrie zijn daar niet verboden en klimaat- en natuurbeleid kent men al helemaal niet.
De Franse boeren protesteren hier terecht tegen. Handelsakkoorden zijn prima – weten we sinds Ricardo (comparatieve kostenvoordelen van internationale handel) – maar er moet wel een level-playing-field zijn. Zo worden er nog steeds kooi-eieren, die al sinds 2012 verboden zijn, geïmporteerd uit Oekraïne. Met Canada is er wel grotendeels een level-playing-field – handelsakkoord, het CETA-verdrag, hoewel ook tegen onderdelen daarvan bezwaar wordt gemaakt.
Maar met Mercosur dus nog niet. Op recent verzoek van Macron, die hiermee het boerenprotest in zijn land wil sussen, zullen waarschijnlijk heronderhandelingen met de 4 Mercosurlanden (Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay) plaatsvinden.
Frankrijk
De (nieuwe) Franse regering is de boeren inmiddels tegemoetgekomen, met onder andere een steunpakket van 450 miljoen euro. Dat bedrag komt bovenop de 200 miljoen euro die het kost om het afschaffen van de subsidie op agrarische diesel weer ongedaan te maken.
Saillant is echter dat de regering een verbod heeft afgekondigd op de import van groente- en fruitgewassen die behandeld zijn met thiacloprid, een insecticide dat sinds 2019 verboden is in de EU. Tevens zegt de Franse regering de import van pluimvee en graan uit Oekraïne te gaan beperken. De Franse regering heeft dergelijke bevoegdheden echter helemaal niet. Het nemen van importmaatregelen is een bevoegdheid van de EU. Als andere lidstaten de Franse maatregelen overnemen is het einde van de exclusieve bevoegdheid van ‘Brussel’ op het gebied van handelspolitiek in zicht.
Confrontatie met ‘Brussel’
De nieuwe Franse premier Attal zegt ook onomwonden dat dit zijn intentie is: ‘We willen autonoom zijn en zelf beslissen over de landbouw. Zelf beslissen over onze oogst. Zelf ons land voeden.’ Attal wil het streven naar voedselautonomie zelfs opnemen in de wet. Of de soep zo heet wordt gegeten als door Attal opgediend, moet worden afgewacht, maar een stevige confrontatie met ‘Brussel’ ligt op de loer.
Het geven van de schuld aan ‘Brussel’ is niet nieuw. Het is voor regeringen van lidstaten de gemakkelijke weg om zichzelf vrij te pleiten. Maar deze keer ligt de hoofdoorzaak van de maatregelen die de boeren raken toch echt in Brussel. De protesten van de boeren gaan niet alleen over handelspolitiek. De boeren zijn de dupe van de Green Deal en de natuurherstelwet (van Timmermans). Met maatregelen die elke keer een stuk verder gaan. Tot uiteindelijk in 2050 de EU ‘klimaatneutraal’ is.
Het zijn daarenboven niet alleen de boeren die slachtoffer zijn van het rigoreuze klimaat- en natuurbeleid. Iedereen heeft er last van. Met de verhoogde energieprijs (zonne- en windenergie zijn veel duurder dan fossiele brandstof), het gebrek aan aansluitingen (het netwerk kan de intermittent/onregelmatig beschikbare zonne- en windenergie niet aan en moet met forse kosten worden verstevigd en uitgebreid) en veel andere kostenverhogende maatregelen van dit beleid. Zowel de bevolking als de industrie protesteert hier tegen. Zo komen in Frankrijk ook de leraren al in opstand. Het beleid vermindert de koopkracht van de bevolking en doet de industrie failliet gaan of vertrekken naar elders. Het is om deze reden dat het boerenprotest zoveel steun onder de bevolking ondervindt. Men is niet alleen solidair met (de noden van) de boeren, die noden heeft men zelf ook.
Politieke landschap gaat danig veranderen
Met de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni, eind dit jaar in België en volgend jaar in Duitsland en daarna in Frankrijk zijn politici van de huidige (coalitie)regeringen ongerust over hun toekomst. En niet zonder reden. De opiniepeilingen laten al een dramatisch verlies zien. Politieke partijen, die opkomen voor de boeren en een verzachting willen van het rigoreuze klimaat- en natuurbeleid – EVP en ID in het Europees Parlement, PVV, BBB en NSC in Nederland, N-VA en Vlaams Belang in België, AfD en CDU/CSU in Duitsland en Rassemblement National en les Républicains in Frankrijk – zitten in de lift.
Als de boerenprotesten doorzetten, als de bevolking zich achter de boeren schaart, de boeren niet ontzien worden en het rigoreuze klimaat- en natuurbeleid niet wordt afgezwakt zouden de huidige peilingen wel eens kunnen uitkomen en het politieke landschap in de Europese Unie danig kunnen wijzigen.
Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.
Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank