Alles wat jongens en mannen leuk vinden wordt verboden

763
Jongens in de knel. Beeld uit campagne van SIRE uit 2017.

Nederland wordt in hoog tempo ontdaan van zaken die mannen bovengemiddeld leuk vinden: stevig autorijden, vuurtjes stoken, vuurwerk afsteken, roken, drinken en vlees eten. Alleen het vaderverlof wordt uitgebreid, maar dat is dan weer niet per se een mannending. De tijdgeest is niet aan de man.

Vanaf eind dit jaar worden beursgenoteerde bedrijven naar verwachting verplicht om dertig procent van hun raden van commissarissen uit vrouwen te laten bestaan. Universiteiten trekken al langer vrouwen voor, als het gaat om hoogleraarsbenoemingen. De Technische Universiteit Eindhoven stelt sinds afgelopen zomer zelfs uitsluitend vrouwen aan in wetenschappelijke functies. Verschillende musea werken met een vrouwenquotum bij de aankoop van kunst.

De vrouwensport maakt in de media een stormachtige opkomst door. Zowel het vrouwenhandbal als het vrouwenvoetbal wordt in vergelijking met pakweg tien jaar geleden grootscheeps gepresenteerd. De prestaties worden niet alleen als ‘Nederlands’ maar ook als vrouwenprestaties gevierd.

Culturele castratie

Er zijn echter niet alleen de successen voor vrouwen. Er zijn ook de – relatieve – nederlagen van mannen. Alles wat in het bijzonder jonge mannen bovengemiddeld leuker vinden dan vrouwen – alles waar vuur aan te pas komt, alles waar enig gevaar aan te pas komt, alles waarbij uit de band wordt gesprongen – staat in een kwade reuk. Tal van overheidsmaatregelen treffen de voorkeuren, zo niet de guilty pleasures van mannen. Met enige overdrijving zou je kunnen spreken van de culturele castratie van de mannen van Nederland.

De eerste doorbraak van het nieuwe jaar is het naderende (gedeeltelijke) nationale vuurwerkverbod in relatie met de viering van Oud en Nieuw. Het betreft hier een traditie van pakweg een jaar of zestig, zeventig, waar jongens en mannen – vaders ook – zich met veel meer enthousiasme op storten dan meisjes en vrouwen – moeders ook.

Opvallend is, dat het vrouwen waren die in de Tweede Kamer af wilden van het geknal en geschiet, maar door de (mannelijke) meerderheid in hun fracties werden overstemd. Dat overkwam Dilan Yesilgöz van de VVD en Lilian Helder van de PVV. Maar de emoties rond de jaarwisseling 2019-2020 – in het bijzonder het overlijden van vader en zoon in een lift in Arnhem – maakt alsnog de weg vrij voor het vuurwerkverbod.

Eerder al had de gemeente Den Haag tot woede van Duindorpers en Scheveningers een eind gemaakt aan de grootscheepse vuren op het strand, die als zodanig overigens al een poging waren reeksen kleinere vuren in te tomen.

Vuur is fout

Alles wat met vuur te maken heeft staat toch al in een kwade reuk. Dat terwijl het maken van vuur al sinds de vroegste tijden doorgaat voor een mannending. Geen wonder dat mannen die nooit koken wel de hele zomer aan de barbecue staan, als waren zij smeden die het ijzer smeden.

Maar:  vuur mag niet meer. Als er één lijn valt te ontdekken in het klimaatbeleid van RutteDrie, dan gaat het om het verbieden van alles waar vuur aan te pas komt en het subsidiëren van alles waar geen vuur aan te pas komt (of waarbij het vuur onzichtbaar is gemaakt). Het stoken van gas en kolen wordt verboden en stroom uit wind en zon wordt verplicht en gesubsidieerd.

Wie op de brandstoffen benzine of diesel blijft rijden wordt gestraft, wie in ogenschijnlijk brandstofloze auto’s rijdt wordt voorgetrokken. Dat stroom voor het overgrote deel uit centrales komt die ook op brandstoffen draaien blijft al te vaak buiten beschouwing. Een opvallende aberratie is de gesubsidieerde houtstook, die dan ook wel het loodje zal leggen (terecht, maar dat is de kwestie nu even niet).

Het vuur moet dus weg. Het roken moet ook weg. Staatssecretaris Paul Blokhuis, een gepassioneerde puritein, verbiedt niet alleen de resterende rookruimtes, maar verhoogt dit voorjaar de accijnzen zodanig (twee keer zelfs) dat arbeiders – die bovengemiddeld roken – zich als eerste geen rookgenot meer kunnen permitteren.

Met het roken verdwijnt de alcohol en ook het vlees uit de beschaafd geachte gewoonten. Het is niet uitsluitend als een verlies voor mannen te beoordelen, maar opvallend is toch dat het feminiene karakter van een deel van de veranderingen hoog is en het masculiene karakter van veel verlieselementen ook.

Vanuit universiteitssteden wordt feminiene cultuur rondgestrooid

In grote lijnen is het ook te zien als de winst van de stad op het platteland, van de universiteitssteden op de krimpgebieden. Misschien is het geen toeval dat vooral de niet-technische universiteiten meer vrouwelijke dan mannelijke studenten hebben, dat de steden waar zij als student de overhand hebben de steden zijn waar GroenLinks en D66 domineren.

Vanuit steden als Amsterdam en Utrecht wordt een waardenpatroon met veel ‘diversiteit’ en ‘duurzaamheid’ over het land uitgestrooid, waarbij veel dat als mannelijk zou kunnen worden beschouwd moet verdwijnen. Mannelijke gedragingen staan de vooruitgang anno 2020 in de weg.

En ja, dan wordt met ingang van 12 maart het autorijden overdag om redenen van duurzaamheid beperkt tot 100 kilometer per uur. Dat is een soort straf op de zonde. Boeren en bouwers, mannen dus doorgaans, hebben op hun geweten dat de stevige doorrijders onder automobilisten – mannen wat meer dan vrouwen – danig worden ingetoomd. En ja, net als roken wordt ook autorijden in 2020 fors duurder.

Het wettelijk ouderschapsverlof voor vaders wordt dit jaar ook verruimd, tot 5 weken. Dat zou je kunnen beschouwen als een verbetering van de positie van mannen, maar is evenzeer uit te leggen als een verbetering van de positie van moeders. De emancipatie van de vrouw in Nederland, zo ongeveer vanaf 1970, ging opvallend genoeg eerder ook niet zozeer gepaard met het versterken van de economische positie van de vrouw, als wel met het vergroten van de huishoudelijke rol van de man.

Nederland was voor de vrouw een achterlijk land

Vooropgesteld: het is grote winst, dat vrouwen in de 21ste eeuw in een land als Nederland eindelijk een gerechte volwaardige positie in de samenleving innemen. Een groot deel van de 20ste eeuw was Nederland – heel anders dan het huidige zelfbeeld – een ronduit achterlijk land als je het afmeet aan de positie van vrouwen. In Nederland werd de vrouw – de gehuwde in het bijzonder – geacht huisvrouw te zijn.

Tot 1957 moest de gehuwde vrouw wettelijk voor van alles en nog wat toestemming vragen aan haar man. Tot luttele decennia geleden nam de vrouw – lange tijd moest het zelfs – ontslag als ze ging trouwen of in ieder geval zodra het eerste kind in aantocht was. Vrouwen kregen systematisch minder loon en zelfs wettelijk minder pensioen. Het is om je dood te schamen.

De afgelopen kwart eeuw is het tij in zoverre gekeerd, dat meer meisjes studeren (hbo en universiteit) en ook meer verdienen dan mannen van dezelfde leeftijd. Tot ze kinderen krijgen, want vanaf dat moment wordt Nederland nog steeds achtervolgd door de huisvrouwentraditie en de deeltijdcultuur die daarvan de hippe erfenis is.

‘Wrokkige, egoïstische mannen’

Bij al die vooruitgang is er niet altijd oog voor de vooruitgangsverliezers: de lager opgeleide, soms al in het onderwijs gedemotiveerde jongens en mannen – waarbij het rolmodel in het basisonderwijs doorgaans ook de vrouwelijke leraar is.

In de zomer van 2017 ging een SIRE-campagne van start, waarin aandacht werd gevraagd voor jongens. SIRE-adviseur Lauk Woldring stelde: ‘Jongens groeien onregelmatiger, rijpen langzamer en hebben meer moeite met het huidige onderwijs. Kijken we niet naar wat ze nodig hebben, dan kunnen ze opgroeien tot wrokkige, egoïstische mannen.’

De SIRE-campagne kreeg meteen de volle laag. Activisten zagen het als een onwelkome ‘sekse-stereotype’ boodschap, die ‘honderd jaar vrouwenemancipatie’ terugdraaide. Jongens zouden juist te stoer en te mannelijk worden opgevoed en zo worden belemmerd in het zichzelf-zijn. En inderdaad: de zomer van 2017 werd niet de zomer van de jongens die opgroeien in een gefeminiseerde omgeving, die zomer van 2017 werd de genderzomer van de sekseneutrale toiletten.

Toch mag er ook in 2020 wel eens wat meer oog zijn voor de boodschap van SIRE uit 2017. Want een land, waar steevast de mannelijke helft van de bevolking bovengemiddeld inlevert, dat kan een land opleveren met onevenredig veel wrokkige, egoïstische mannen. Je hoeft geen man te zijn om dat een slecht idee te vinden. In de podcast De Beste Stuurlui van BNR Nieuwsradio ga ik ook uitgebreid in op het thema van de ‘culturele castratie’ van de Nederlandse man. LUISTER HIER.