Afwijzing van een kabinet met de PVV is puur emotioneel en  maatschappelijk onverantwoordelijk

Graafland
‘Max Weber noemde de mensen die alleen maar bezig zijn met “overtuigingsethiek” ook wel eens “Windbeutel”, een luchtige Duitse slagroomsoes met niet al te veel inhoud.’ Beeld: deutsche-delikatessen.de.

Meerdere ambtenaren bij de landelijke en plaatselijke overheid hebben aangegeven dat zij ‘moeite hebben met de PVV’ in het nieuwe kabinet. Zij krijgen hun geweten niet in overeenstemming met uitspraken van Wilders en anderen in de PVV. Kan dat wel? Ja dat kan. Je kunt een gewetensvraag hebben en weigeren mee te doen. Jaren geleden kon je ook militaire dienst weigeren. Je kunt weigeren mee te doen aan een Covid-inentingscampagne, er zijn meerdere mogelijkheden om gewetensvol te weigeren. De vraag is of dat altijd opgaat. Het antwoord is nee, en daarvoor moeten we terug in de tijd. Als het over politiek en ambtenarij gaat krijgen we een probleem.

Max Weber en de overtuigingsethiek

De Duitse socioloog Max Weber (1864-1920) noemde die individuele ethische opstelling meer dan een eeuw geleden overtuigingsethiek, (Gesinnungsethik), een persoonlijke ethische opvatting over wat wel en wat niet toelaatbaar en wenselijk is. Hij schreef twee lange essays over dit onderwerp: Wetenschap als Beroep (1917) en Politiek als Beroep (1919). Weber had een duidelijke reden om hier over te schrijven, en die is voor ons zo veel jaar later opnieuw van belang.

Veel Duitse professoren aan de universiteit waren in Webers tijd overtuigd van de superioriteit van het Duitse ras. En niet alleen zij. Openlijk antisemitisme was tegen het einde van de negentiende eeuw in het Duitse Keizerrijk van Wilhelm II gebruikelijk. Duitsland zag zich vooral als een cultuurnatie (Kulturnation). Socialisten en Joden waren bijvoorbeeld uitgesloten van benoeming aan de universiteit. Zij  pasten niet in dat beeld. ‘Overtuigingsethische’ opvattingen hoorde je dagelijks met veel verve verkondigen.

In Politiek als Beroep geeft Weber een uitvoerig historisch beeld van de democratieën in Engeland, de Verenigde Staten en Duitsland. En met name van hun overheidsdienaren. Wat een politicus volgens hem nodig heeft is gedrevenheid, verantwoordelijkheidsgevoel en inschattingsvermogen. Gedrevenheid in de zin van een hartstochtelijke overgave aan de zaak. Maar je hebt ook verantwoordelijkheidsgevoel en inschattingsvermogen nodig om afstand te kunnen nemen. Politiek bedrijf je met je hoofd, aldus Weber. En het lijkt er op dat we op dit moment politiek met onze emoties bedrijven. Dat we overtuigingsethiek bedrijven.

Weber onderscheidde ook een andere vorm van ethiek, een ethiek die over je handelen in de maatschappij gaat. Dat is een ethiek die nu opnieuw aandacht verdient, omdat de huidige politiek alleen maar overtuigingsethiek is geworden. Wat we nodig hebben is Webers ‘verantwoordelijkheidsethiek’(Verantwortungsethik). Dat betreft je verhouding tot de maatschappij en daarbij gaat het niet langer alleen over wat jij persoonlijk verantwoord vindt. Dan gaat het om de consequenties van de te verwachten effecten van je handelen voor de maatschappij. En dan is het niet langer puur subjectief.

Opstappen of loyaal meewerken

Eduard Bomhoff weidde onlangs in Wynia’s Week een artikel aan een rapport van de Wetenschappelijke Klimaatraad. ‘In het rapport vinden we drieënzeventig pagina’s vol directieven, maar niet één euroteken met informatie over de kosten’, schrijft Bomhoff. De verantwoordelijkheid voor al die richtlijnen is opgelost in een ethische moraalpolitiek van schone handen houden.

En in die zin kunnen de verontruste ambtenaren maar twee dingen doen: opstappen of loyaal meewerken en zich over hun bezwaren heenzetten. Weber noemde de mensen die alleen maar bezig zijn met ‘overtuigingsethiek’ ook wel eens ‘Windbeutel’, een luchtige Duitse slagroomsoes met niet al te veel inhoud. Ze zijn te veel op hun eigen ethiek gericht zonder de maatschappelijke gevolgen ervan onder ogen te willen zien.

Politiek is overtuigingsethiek geworden

Het lijkt me dat dit nu weer actueel is, en het niet alleen de ambtenaren betreft maar, net als bij Weber, ook de politiek. De oppositie bij monde van Frans Timmermans, wil de PVV-leden Faber en Klever van het nieuwe kabinet naar huis sturen. Hun uitspraken ziet hij als ‘fascistisch’. Niet het probleem van de immigratie is voor Timmermans relevant, maar de woorden die gebruikt worden. En zijn oppositie is niet gebaseerd op de aanpak van het probleem, maar op het verbieden van de woorden.

Veel politiek en maatschappelijk protest gaat uit van unieke eigen waarden, negatieve gevolgen voor de maatschappij komen niet of nauwelijks aan bod. Probleem is dat de politiek, die per definitie een verantwoordelijkheidsethiek betreft, steeds meer opgeschoven is naar een overtuigingsethiek. En dat gold met name de Rutte-kabinetten, met D66 voorop.

De politiek is overtuigingsethisch geworden en gaat weg van verantwoordelijkheid voor de toekomstige vaak negatieve gevolgen van het politieke handelen. En daar lijkt nu verandering in te komen met het nieuwe kabinet. De adviesorganen van de overheid zoals de Wetenschappelijke Klimaatraad, en ngo’s als Urgenda die per definitie een beperkt doel nastreven, bedrijven ook louter overtuigingsethiek. In de onderhandelingen met de ‘niet-morele mens’, de PVV, achten zij uiteindelijk alle middelen toegestaan en kun je ook de Kamervoorzitter weigeren bij een herdenking van de slavernij. In feite komt het er op neer dat ze de uitslag van de verkiezingen niet accepteren omdat hun ‘morele kompas’ is stil blijven staan bij hun overtuigingsethiek.

Weber beschrijft hoe je kunt reageren als je een oorlog hebt verloren. ‘In plaats van als een stelletje oude wijven naar de “schuldige” te zoeken, terwijl de structuur van de maatschappij de oorlog veroorzaakte’, kun je ook op de vijand afstappen en zeggen: wij hebben de oorlog verloren, jullie hebben hem gewonnen. Laten we het er nu over hebben welke consequenties daaruit getrokken moeten worden, gelet op de verantwoordelijkheid voor de toekomst. Deze woorden van Weber gelden onverminderd voor de politiek.

Politiek moralisme in Duitsland

In Duitsland zien we op dit moment eenzelfde soort zendelingengedrag bij politici op het gebied van klimaat, energie, defensie en cultuurpolitiek als in Nederland. Waarden en cultuur staan centraal. Dat zien we bij de Duitse Groenen-leider Robert Habeck en in de kritiek van Henryk Broder en Reinhard Mohr die niets overlaten van de Duitse groene politiek. De Groenen vinden dat ‘onze waarden’ met alle mogelijke middelen verdedigd moeten worden.

Ook de EU-politiek heeft er dagwerk aan. Ursula von der Leyen typeert de oorlog in Oekraïne als een ‘oorlog tegen onze waarden’. Wij brengen onze waarden overal op aarde. Welke dat precies zijn, en hoe die zich verhouden tot onze belangen op aarde is niet onmiddellijk duidelijk.

We moeten terug naar een evenwicht tussen overtuigingsethiek en verantwoordelijkheidsethiek, op dit moment is de balans ernstig verstoord.

Arie Graafland is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft. Hij schrijft regelmatig voor Wynia’s Week, vooral over non-fictie boeken.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!