Adieu hertenkamp. Want die moeten op 1 juli 2024 sluiten in verband met het dierenwelzijn
Je zal maar een damhert zijn. Dan weet je dat je dagen zijn geteld, althans als je niet in het wild rond loopt te banjeren, maar bewoner bent van een van de 250 hertenkampen die ons land rijk is.
Het is een typisch gevalletje van kijk-ons-eens-diervriendelijk-zijn of beter gezegd: politieke windowdressing. Miljoenen kippen en varkens zitten in ons land immers opgesloten in de bio-industrie. En die beessies hebben het heel wat slechter dan het gemiddelde damhert. Maar een hertenkampje, dat is zo vreselijk old school.
Het is het gevolg van de positieflijst, ooit bedacht door voormalig landbouwminister Henk Staghouwer en een paar adviseurs uit Wageningen. De lijst zou (oorspronkelijk) worden ingevoerd op 1 januari 2024, maar afgelopen juni werd de Tweede Kamer door minister Piet Adema – Staghouwers opvolger – geïnformeerd dat er meer tijd nodig is om het ontwerpbesluit voor te leggen aan de Europese Commissie. De invoering wordt daarom uitgesteld naar 1 juli 2024.
Waterbuffels en bunzings zijn geen probleem
Op de positieflijst (ook wel huis- en hobbydierenlijst genoemd) staan zoogdiersoorten die veilig en geschikt zijn bevonden om als huis- of hobbydier te houden. Alle diersoorten die níet op de lijst staan, zijn daarmee automatisch níet meer toegestaan om door particuliere eigenaren te worden gehouden. Het damhert is er een van en dus dreigt sluiting van het oer-Hollandse hertenkampje.
Misschien kunnen ze straks in die lege kampjes kamelen, waterbuffels en Algerijnse gerbils zetten, want die mogen dan weer wel gehouden worden. Net als alpaca’s, bruine ratten en bunzings trouwens. Die laatste is overigens niet echt aan te bevelen als huisdier, want reken maar dat er weinig overblijft je dwergkonijn of goudhamster.
En waarom mag je eigenlijk wel een bunzing (notabene, de oervader van de gedomesticeerde fret) houden en geen damhert? Het zijn van oorsprong alle twee dieren die in het wild leven. Dat geldt trouwens voor meer dieren op de positieflijst, ooit leefden ze gewoon in het wild, maar gaandeweg zijn ze gedomesticeerd.
Het criterium waarmee de PAC (de Positieflijst Advies Commissie) aan het werk ging was – hoe kan het ook anders – dierenwelzijn. De centrale vraag daarbij was: in hoeverre zijn bepaalde soorten geschikt om te houden als huis- of hobbydier. Dan vraag je je toch af of die commissieleden ooit een hertenkamp hebben bezocht, want de meeste hertenkampen in ons land zijn ware paradijsjes voor weinig veeleisende roedeldieren als damherten. Er is genoeg ruimte, ze krijgen hun natje en droogje en niets staat hun welzijn in de weg.
Sterker nog, die beesten hebben het waarschijnlijk beter dan hun soortgenoten in het wild. Door het damhert niet op de positieflijst te zetten creëert men een nieuw probleem. Immers, al sinds jaar en dag worden populaties in dit soort kampen op peil gehouden door de overtollige dieren elders onder te brengen of te verkopen aan particulieren of aan particulieren die ze soms weer doorverkopen aan poeliers.
Maar met het naderende verbod in het vooruitzicht wil niemand die beesten meer hebben. Je raakt ze aan de straatstenen niet meer kwijt. Veel gemeentes, zoals Arnhem, moeten nu leuren met hun overtallige dammen, maar niemand wil ze hebben en hoe voorkom je dat er nieuwe kalveren geboren worden?
Het besluit schuurt behoorlijk met dierenwelzijn
In Arnhem zijn alle mannelijke dieren uit het Sonsbeek Park tijdelijk verplaatst naar de kinderboerderij, maar hoe diervriendelijk is dat? Het staat in elk geval haaks op het idee dat dieren in staat gesteld moeten worden om hun natuurlijke gedrag te vertonen: voortplanten dus. Een andere optie is castratie, maar dat is weer niet erg bevorderlijk voor het welzijn van de bokken. Immers, hun gewei blijft dan doorgroeien wat kan tot allerlei andere fysieke problemen. Ook lekker diervriendelijk!
De geschiedenis herhaalt zich. Onder het mom van dierenwelzijn worden politieke beslissingen genomen die uiteindelijk behoorlijk schuren met dierenwelzijn.
Neem die damherten in Waterleidingduinen. Ook die zijn daar ooit uitgezet en hebben zich vervolgens gigantisch vermeerderd. Jarenlang heeft tout links Amsterdam afschot tegengehouden, met als gevolg dat er uiteindelijk veel meer dieren moesten worden afgeschoten dan het geval was geweest als men meteen had ingegrepen.
Tja, je zal in dit land maar een damhert zijn, dan ben je voor je het weet speelbal van politici die er, onder het mom van dierenwelzijn, zo hun eigen politieke agenda op na houden. Wat is er straks aan de beurt: kinderboerderijen, diertuinen, konijn Flappie in zijn kooi, vissen in de kom, reptielen in het terrarium?
De criteria die zijn gebruikt zijn op zijn minst nogal discutabel: het lijkt er namelijk op alsof de adviescommissie in Wageningen de opdracht heeft gekregen hond, kat en hamster te ontzien. Daar wil niemand zijn vingers aan branden. Maar van honden en katten is bekend dat ze overbrengers zijn van zoönosen, en laat dat nu net een zwaarwegend argument zijn waarom andere dieren niet op de positieflijst terecht komen.
Ook het natuurlijk gedrag is een van de criteria, maar het natuurlijk gedrag van een raskat is niet om de hele dag in een mandje bij de tv te liggen. Dus zo bekeken zou je een kat helemaal niet binnen mogen houden. Niet voor niets wordt er al jarenlang gesteggeld over de positieflijst en is hij meerdere malen afgekeurd en haalde de rechter er jaren geleden al een streep door wegens en te zwakke onderbouwing.
Stop met de kneuterpolitiek
Terug naar de damherten. Adema liet recent in een Kamerdebat weten dat hij ook wel twijfelde of die damherten misschien toch op de positieflijst moeten. Advies aan de minister: doen. Stop met die kneuterpolitiek. Daarmee voorkom je een hoop ellende voor de dieren, voor de beheerders/eigenaars en voor de opa’s en oma’s, ouders en kinderen die genieten van hun hertenkampje. Dat is goed voor zowel het mensenwelzijn als het dierenwelzijn.
Oswin Schneeweisz is journalist, columnist en podcastmaker. Hij schreef ook diverse boeken. www.oswinschneeweisz.nl
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!