Kantelpunt! Kernenergie mag weer in Nederland
Schijnbaar onwrikbare taboes kunnen opeens verdampen als politiek wensdenken met de harde realiteit in aanvaring komt. Klimaatminister Wiebes geeft nu in feite toe dat Nederland nieuwe kerncentrales moet bouwen om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te halen. In zijn recente brief aan de Tweede Kamer zegt Wiebes het omfloerster: ‘Deze studie bevestigt dat voor CO2-vrij regelbaar vermogen na 2030 kernenergie één van de kosteneffectieve opties is.’
De studie waar Wiebes naar verwijst is een door hem besteld rapport van Enco, een Oostenrijks consultancybureau. De belangrijkste conclusie uit dat rapport is, dat kernenergie niet duurder is dan zon- en windenergie als met alle systeemkosten rekening wordt gehouden. Er zijn namelijk enorme investeringen in het elektriciteitsnet en in opslag van elektriciteit nodig om het net stabiel te houden als de helft van alle elektriciteit door de grillig variërende wind en zon geleverd wordt. En dan nog zal het rendement van windturbines en zonnepanelen afnemen naarmate hun aandeel toeneemt, waardoor hun kilowattuurprijs stijgt.
Groen miskent de subsidies
Blijkbaar breekt eindelijk ook in de politiek het besef door, dat de echte prijs van elektriciteit – van energie in het algemeen – zich slechts laat bepalen door de complete energie-infrastructuur, nu en in de toekomst tot 2050, te analyseren. ‘Groen’ rekent zich rijk aan goedkope windenergie door alleen te kijken naar hoeveel de afnemer nu per kilowattuur betaalt, onder wegmoffeling van alle systeemsubsidies en het gratis meeliften op de nu nog door kolen- en gascentrales in stand gehouden netstabiliteit.
Wiebes zegt in zijn Kamerbrief toe dat hij, zoals de motie-Dijkhoff vroeg, serieus gaat kijken naar welke publieke ondersteuning nodig is om in Nederland nieuwe kerncentrales te bouwen. Het is mistig waarom Wiebes eerst een Oostenrijks consultancybureau in de arm genomen heeft. In het rapport van Enco staat in wezen niets nieuws; het is vooral een meta-analyse van wat allang in allerlei rapporten van internationale organisaties als het International Energy Agency en de VN-klimaatwaakhond IPCC te vinden was. Wel spitst Enco die meta-analyse enigszins toe op de Nederlandse situatie. Maar het is ook wel weer tekenend, dat deze expertise blijkbaar niet op zijn ministerie aanwezig was.
Het Klimaatakkoord is zonder kernenergie onhaalbaar
De werkelijke reden voor Wiebes’ voortschrijdend inzicht zal wel zijn, dat biomassa dit jaar als duurzame energiebron van z’n voetstuk gevallen is, terwijl ook de weerstand tegen overhaast ‘van het gas af’ gaan snel aanzwelt. Nu zit hij met de brokken: zonder kernenergie zijn de doelstellingen uit het Klimaatakkoord – 49% reductie in CO2-uitstoot in 2030, 95% in 2050 – onhaalbaar.
In dat vorig jaar aangenomen Klimaatakkoord wordt kernenergie als optie niet één keer genoemd, terwijl tientallen belangengroeperingen er wel hun favoriete project, inclusief subsidiekraan, in onder wisten te brengen. Als de SDE++-regeling, die miljarden aan subsidie over allerlei CO2-besparende projecten en projectjes uitstrooit, ook zou gelden voor de CO2-armste energiebron van allemaal, namelijk kernenergie, dan stonden de bouwers bij Wiebes’ ministerie in de rij en zouden we al in 2030 alle kolencentrales door kerncentrales vervangen kunnen hebben.
Ja maar, hoe moet het dan met het afval? De mantra dat er nog steeds geen definitieve oplossing is gevonden voor het nucleaire afval zal ook nu weer aangeheven worden. Dit is een staaltje desinformatie van Trumpiaans kaliber. Nucleair afval kan veilig en voor eeuwig diep in de ondergrond gestopt worden, ook in de Nederlandse bodem is plek zat. Deze diepe eindbergingen in Finland en Zweden zijn bijna klaar, Frankrijk, Zwitserland en andere landen zijn er ook mee bezig.
Het kon niet omdat Greenpeace het niet wilde
De enige reden dat er nog geen eindberging voor het Nederlandse afval gepland staat, is dat Greenpeace en andere milieuclubs het onmogelijk gemaakt hebben om een locatie in Nederland te selecteren; als gevolg van hun hetze tegen kernenergie in de jaren zeventig en tachtig, is elk onderzoek op dat gebied door de overheid verboden. Vervolgens verkondigen diezelfde milieuactivisten dat kernenergie principieel onacceptabel is, omdat er geen oplossing is voor het probleem van het nucleair afval.
Dit is niet de enige vorm van hypocrisie wat betreft kernenergie in Nederland. We importeren al decennia lang atoomstroom uit Frankrijk, België en Duitsland, die volgens tegenstanders veel te duur is, maar gewoon tegen marktprijzen wordt aangeboden. Heel progressief Nederland is principieel tegen kernenergie en wil ook nog van Borssele af, maar in feite is Nederland een nucleaire grootmacht. Want het van origine Nederlandse bedrijf Urenco, met een grote ultracentrifuge-fabriek in Almelo, produceert dertig procent van al het verrijkt uranium dat de 441 civiele kerncentrales in de wereld draaiend houdt.
Thorium en andere stoorzenders
Waarschijnlijk wrijven het Energie Onderzoek Centrum (ECN) en diverse lobbygroepen zich nu in de handen dat er grote budgetten vrij zullen komen voor onderzoek naar esoterische zaken als de thorium reactor en transmutatie van nucleair afval.
De thorium reactor gebruikt thorium als splijtstof, en zou daardoor inherent veiliger zijn dan de bestaande reactoren, die uranium en/of plutonium gebruiken. Transmutatie is in theorie een manier om langlevend nucleair afval door bestraling om te zetten in afval dat nog steeds een paar eeuwen flink radioactief blijft. Beide concepten zijn oplossingen op zoek naar een probleem. Reactoren die draaien op uranium zijn al veilig genoeg, en nucleair afval kun je voor eeuwig onder grond stoppen, zodat de levensduur niets uit maakt.
Minister Wiebes, trap er niet in. Of zulk onderzoek – wat op een laag pitje best mag doorgaan – ooit iets bruikbaars oplevert is onbekend, en de komende tien jaar zeker niet. Daar hebben we niks aan om snel de basislast aan elektriciteit uit kolencentrales mee te vervangen.
Neem de betrouwbare EPR
Om een beslissing te nemen over nieuwe kerncentrales in Nederland, moeten we uitgaan van de state-of-the-art van nu, dus de Europese EPR. Dat is een doorontwikkeling van het meest gebruikte type uranium-reactor (met extra veiligheidsvoorzieningen, zoals een betonnen koepel die bestand is tegen de grootste neerstortende vliegtuigen), waarvan er in de EU meer dan honderd al een halve eeuw lang zonder één ernstig ongeluk gefunctioneerd hebben.
Twee EPRs draaien al in China, en in Groot-Brittannië, Frankrijk en Finland zijn EPRs in aanbouw. Met drie of vier EPRs van elk 1,6 gigawatt, met een levensduur van 80 jaar, legt Nederland tot het eind van deze eeuw een solide basis in zijn elektriciteitsvoorziening. Nota bene: in die tijd moeten alle windmolenparken en zonneweides twee à drie keer opnieuw gebouwd worden omdat die maar 25 jaar meegaan.
Het enige wat nog onderzocht hoeft te worden, is hoe je een gelijk speelveld creëert voor de financiering van kernenergie ten opzichte van andere CO2-arme energiebronnen. En dan moet je wel de kosten van de hele energiemix, de waarde van leveringszekerheid en de veel langere levensduur van kerncentrales dan van windmolens en zonnepanelen eerlijk verdisconteren.