Het was een links-populistische Prinsjesdag

premier-mark-rutte-tijdens-de-algemene-beschouwingen
Premier Mark Rutte tijdens de Algemene Beschouwingen.

Wynia’s Week kwam deze week met een extra editie. Prinsjesdag was dit jaar immers weinig minder dan revolutionair. De Miljoenennota vertoonde een groter begrotingsoverschot en hogere collectieve uitgaven dan ooit eerder sinds de Tweede Wereldoorlog. Voor het eerst sinds 1982 was een Nederlands kabinet hoegenaamd niet geïnteresseerd in het beteugelen van staatsschuld en begrotingstekorten. Waar de eerste kabinetten-Rutte nog volledig stuurden op het wegwerken van het begrotingstekort, gaat dit kabinet nog eens extra miljarden lenen om te kunnen ‘investeren’.

Ook verder waaide er een uitgesproken linkse wind over het Binnenhof. De Rijksoverheid laat stevige steken vallen bij het Coronabeleid, maar toch versterkt het virus de neiging tot meer staat, meer collectivisme, meer corporatisme, minder markt, meer overheid, tegen het kapitalisme, tegen het individualisme. Historici gaan er nog een hele kluif aan krijgen, want zo vanzelfsprekend is die trend niet.

De multinationals

Jazeker: de coalitie die drie jaar geleden het huidige kabinet bij elkaar formeerde, zorgde voor een stevige domper in de populariteit van de multinationals, door op aandrang van Unilever en Shell de dividendbelasting af te willen schaffen. De multinationals pasten daarbij – en dat niet voor het eerst – het chantagemiddel ‘en anders gaan we weg’ toe. Zo kregen ze Rutte er onder, met als gevolg een cadeautje voor de buitenlandse aandeelhouders voor rekening van Nederlandse belastingbetalers.

Daarbij blijkt dit grootbedrijf de sterke onderhandelingspositie (nauw samenwerkende grote bedrijven in een klein land delen al gauw de lakens uit) benut voor de combinatie van weinig belasting betalen en veel subsidies binnenharken draagt bij aan de beroerde reputatie van deze machtige firma’s. Ze zijn steevast voor duurzaamheid en klimaat, maar veel grote bedrijven behoren wel tot de grootste vervuilers, terwijl kleine dienstverleners en burgers er verhoudingsgewijs veel meer voor betalen.

Nu zijn multinationals niet hetzelfde als ‘het kapitalisme’, maar de suggestie is snel geleverd. Shell, Unilever en anderen bezorgden het kapitalisme zo een slechte naam in Nederland. Het emobeleid draagt daar ook aan bij. Nadat in 2015 de vorige crisis gaandeweg wegebde dook ‘het klimaat’ weer op aan het Binnenhof. Ik zeg: ‘aan het Binnenhof’, want in alle enquêtes onder de bevolking neemt het klimaat bij lange na niet de prominente positie in als onder de Binnenhof-bewoners. Dat komt ook, omdat het maar niet duidelijk wil worden waarom uitgerekend Nederland daarbij een gidslandrol zou moeten spelen. De dwang waarmee impopulaire, dure en improductieve middelen (zoals het gasverbod) worden ingezet versterkt dat.

De wind waait links

Enfin, in het najaar van 2020 komt de wind van links, zelfs het bedrijfsleven ligt collectief aan het infuus van de staatsschuld. Het gaat niet over het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren – waar best wat over te zeggen valt – maar over wie het het beste voor heeft met huurders en zorgpersoneel. Hoe het geld in Nederland verdiend moet worden, wie de snel oplopende staatsschuld moet betalen? Geld speelt geen rol: geld valt uit de lucht, de FNV stelt een looneis van 5 procent en de staatschuld kost niets.

Omdat het kabinet zo’n beetje alles doet wat de linkse oppositie behaagt, stelden de Algemene Beschouwingen verder weinig voor. Het kabinet geeft iedereen zijn zin en na ons de zondvloed.

Meer daarover in de extra editie van Wynia’s Week, eerder deze week. Met bijdragen van Wim Groot en Henriëtte Maassen van den Brink (‘Een knuffelkabinet in woelig water’), van Sander Boon (met zijn alternatieve Troonrede) en van mijzelf (‘Miljardenorgie, voor rekening van volgende generaties’).

Tot de volgende Wynia’s Week!