Laat activisten en politici van de geschiedenis afblijven
Geschiedschrijving bestaat deels uit mythes. Winnaars en overlevers schrijven hun versie van gebeurtenissen op, want geschiedschrijving is een effectief politiek wapen. Ook activisten, immigratie-onderzoekers als Leo Lucassen en een historicus als Geert Mak plakken graag hun eigen mythologie uit het heden op het verleden. Dat leidt dan tot historische inzichten als ‘Nederland was altijd al een immigratieland en een multiculturele samenleving’, inzichten die aansluiten bij de politieke voorkeur van de boodschapper.
Een voorbeeld van een historische kwestie die sterk gepolitiseerd is geraakt is de dekolonisatie van Nederlands-Indië in 1945-49. Nederland kon deze periode moeilijk verkroppen, maar waarheidsvinding zoals in 1968 door ooggetuige Joop Hueting en recent onderzoek van Rémy Limpach bracht dat proces verder.
Nog beter zou zijn om ook de vergelijkende context te vertellen: oorlogen tegen een burgerbevolking of tegen guerrilla’s leiden standaard tot oorlogsmisdaden. Kijk maar naar Vietnam, Afghanistan of het Turkse optreden tegen de Koerden. Nederland is daarin niet beter of slechter dan andere landen. Historisch onderzoek moet echter niet primair het karakter van een rechtszaak of de beantwoording van een juridische schuldvraag hebben.
Schuld en boete
Obsessieve activisten als Sylvana Simons en Gloria Wekker – die vrijwel uitsluitend denken in termen van ras, huidskleur en discriminatie – hebben ook de geschiedschrijving in het vizier, specifiek op het punt van schuld aan en boete voor de slavernij. De Gouden Eeuw is het nieuwste stokpaardje.
Opeens is alles uit deze periode in de Nederlandse geschiedenis – tot aan straatnamen toe – verdacht of bewijs van ‘wit privilege’. Het is onderdeel van een politiek spel waarin een kleine maar uiterst gemotiveerde groep activisten politici, bestuurders en openbare instellingen hun versie van de geschiedenis probeert op te dringen. Het Amsterdam Museum speelt het spel mee en schafte de term ‘Gouden Eeuw’ pontificaal af.
Schuld en boete oproepen over een beladen onderwerp als slavernij is een krachtig wapen. Zeker als wereldvreemde bestuurders van D66 en GroenLinks vrijwillig meebewegen, omdat het in hun politieke verhaal past dat ‘witte’ boetedoening de wereld gaat veranderen. De activisten hebben als verklaard doel: herstelbetalingen afdwingen, liefst ‘reparations’ genoemd want de Nederlandse taal is blijkbaar te min.
Politisering van de slavernij
Pepijn Brandon en andere onderzoekers van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis publiceerden recent een onderzoek naar het aandeel van aan slavernij gerelateerde Nederlandse economische activiteit en kwamen voor het jaar 1770 uit op 5 %. Brandon en zijn collega’s hebben volgens historicus Piet Emmer gedegen onderzoek gedaan.
Wel verbond Brandon er de wat ronkende conclusie aan dat slavernij ‘de kurk was waarop de Nederlandse economie dreef’. Brandon – afkomstig uit de Internationale Socialisten – zei tegen de NOS: ‘Als onderzoekers gaan we er niet over hoe het publieke debat wordt gevoerd. We gaan niet over de politieke consequenties’.
Anderen verloren weinig tijd om over te gaan tot politieke manipulatie. ‘Nederland is schuldig’ was de teneur van een debat in Pakhuis de Zwijger over Brandons onderzoek. Gevolgd door een hele waaier aan eisen over rechtzetting van allerlei maatschappelijke situaties via herstelbetalingen. Wayne Modest, verbonden aan de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit, spreekt over ‘racistische beeldvorming’ en het ‘dekoloniseren van musea’.
Gloria Wekker deed eerder al – zonder onderbouwing – de bewering dat alle blanke Nederlanders van de slavernij profiteerden. Slavernij is duizenden jaren onderdeel van de economie van landen en wereldrijken geweest en bestaat in 2019 in bijvoorbeeld Afrika en in de Golfstaten heimelijk nog steeds. In activistische kringen heeft het echter prioriteit om – op basis van één bepaalde periode in het verleden – mensen van één bepaalde huidskleur collectief te beschuldigen.
Totalitaire inspiratie
D66-ers die meebewegen met eisen voor het ‘opschonen’ van de geschiedschrijving en het uitwissen van ‘foute’ historische figuren spelen met vuur. Geschiedschrijving is altijd door radicale en totalitaire bewegingen misbruikt, van communisme tot fascisme, waarbij ‘taalzuivering’ vanzelf leidde tot personele zuiveringen. In Polen is de nationalistische regeringspartij bezig de geschiedenis in zijn voordeel te herschrijven en worden ‘elitaire’ museumdirecteuren ontslagen.
In Nederland gaat zoiets subtieler: museumdirecteuren en onderzoekers krijgen financiering en schouderklopjes uit Den Haag als ze meegaan met het selectieve verhaal over schuld en boete. Maak u op voor beschuldigingen van nationalisme of racisme door activisten aan het adres van museumdirecteuren, wetenschappers en bestuurders die hierin niet meegaan.
Krampachtige herwaardering van de islam
Onder invloed van politiek gewenst denken en financiering uit de Golfstaten is ook de historische perceptie van de islam gepolitiseerd en gedraaid – van ‘achterlopend bij Europa’ tot ‘een lichtend voorbeeld waar Europa zich aan laafde voor kennis en cultuur’. We lezen referenties aan ‘De Gouden Eeuw van de Islam’.
Dat gedurende periodes in de vroege islamitische wereld kennisvoorsprong bestond op Europa betwist vrijwel niemand. Daaruit gevolgtrekkingen maken voor het heden – zoals dat het ‘wijze en tolerante’ islamitische Al-Andalus in Zuid-Spanje een model zou zijn voor een multicultureel Europa – is pure non-argumentatie.
In zo’n denkklimaat kreeg Midden-Oosten kenner Bernard Lewis – die in zijn werk juist erg positief was over de prestaties van moslims in het verleden – regelmatig het verwijt islamofoob te zijn. Oplichter Tariq Ramadan mocht juist jarenlang de wetenschap en de mediasfeer vervuilen met verdachtmakingen richting westerse academici.
Er verschijnen inmiddels veel historische studies met een niet-Eurocentrisch perspectief. Peter Frankopan is in het ambitieuze en mooie The Silk Roads positief over de begintijd van de Islam maar geeft ook aan dat er veel onbekend is. Reden om voorzichtig te zijn alle bewonderenswaardige zaken die zich sinds 632 in het Midden-Oosten hebben voorgedaan aan de islam toe te schrijven. Islamitische geschiedschrijvers hebben ongetwijfeld ronkende mythes over het ontstaan van hun religie bedacht. Kritisch onderzoeken van die mythes levert uiteraard geen financiering uit de Golfstaten op.
Onwetendheid geeft macht aan activisten
Historische onwetendheid en wensdenken van politici is niet ongevaarlijk. Geschiedschrijving overleveren aan belangengroepen leidt tot frauduleuze claims als dat slavernij alleen door blanken is begaan. Politisering leidt tot verder gebrek aan historische kennis en monopolisering van slachtofferschap. Zouden de eeuwenlange uitbuiting van horigen en lijfeigenen en de Jodenvervolgingen in de Brave New World van Gloria Wekker de inhoudsopgave van de nationale canon halen?
Onwetendheid bestrijden gaat het beste via kennisopbouw en onderwijs. In studies als The Silk Roads of ‘Why Nations Fail’ van Daron Acemoglu en James A. Robinson staat het nodige over de betekenis van Nederland in het perspectief de wereldgeschiedenis. Dat in Nederland tegelijkertijd als in Engeland het vroege kapitalisme ontstond is een omslagpunt in de wereldgeschiedenis, wat je kunt behandelen zonder te vervallen in ophemeling of veroordeling van het kapitalisme. Geschiedschrijving ontdaan van mythes kan juist leiden tot meer zelfinzicht.
Begin als overheid niet aan een opgelegde ‘herinterpretatie’ van de nationale geschiedenis. Dat levert alleen maar nieuwe mythes en falsificaties op. D66 minister Van Engelshoven begeeft zich op dit glibberige pad, door de ‘Commissie Herijking Canon van Nederland’ van historicus James Kennedy te verzoeken ‘de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis voldoende aan bod te laten komen’. Hou opportunistische politici en via schuld en boete manipulerende activisten ver weg van de geschiedschrijving.