Universiteiten aan de leiband van de VN

universiteiten-aan-de-leiband

De Nederlandse universiteiten blijken achter instructies van de Verenigde Naties aan te moeten lopen. In de praktijk blijkt de wetenschap zo te verworden tot een vehikel om windmolens en zonnepanelen aan de man te brengen.

Officieel telt Nederland drie technische universiteiten – in Delft, Eindhoven en Twente. Straks zijn dat er veertien. Ook van de algemenere universiteiten wordt verwacht dat ze met oplossingen voor maatschappelijke problemen komen. Ze hebben zich te voegen naar de Sustainable Development Goals (SDG), oftewel de ‘duurzame ontwikkelingsdoelen’ van de Verenigde Naties. De academische vrijheid staat zo onder druk.

Nederlandse universiteiten dragen actief bij aan de ontwikkelingsdoelen van de VN, meldt de Vereniging van Universiteiten (VSNU) tevreden op haar website. Al langer heet het dat onderzoek maatschappelijke relevant moet zijn. Belangrijk is ‘de valorisatie van kennis’. Met de duurzame VN-doelen ligt er een heldere roadmap voor universiteiten.

Even een opfrisser. De SDG’s zijn de opvolgers van de millenniumdoelstellingen, die in 2015 kwamen te vervallen. De nieuwe VN-doelen zijn van kracht tot 2030. In totaal zijn het er zeventien. Daaronder vallen: geen armoede (nummer één) en honger (twee), gendergelijkheid (vijf), betaalbare en duurzame energie (zeven), klimaatactie (dertien).

Wat is het bezwaar tegen de koers van de gezamenlijke universiteiten? Niet dat er iets schort aan de doelen zelf – niemand is voor armoede of  honger. Wel dat universiteiten zich uitleveren aan de politiek. Een zekere dienstbaarheid aan de samenleving is logisch. Ze worden tenslotte betaald uit publieke middelen. Maar nu dreigen universiteit een hefboom te worden in handen van beleidsmakers.  Die ook nog eens niet democratisch zijn gekozen, voegen we daar meteen aan toe. Anonieme vergadertijgers geven vorm aan de wetenschapsagenda voor Nederland.

Vadertje Cats

De gevolgen zijn ingrijpend, allereerst voor de geplaagde geesteswetenschappen. Eerder schreef ik erover op deze plek. Ze hebben te kampen met geldgebrek, was toen de strekking, maar zelf gaan ze ook niet vrijuit. Alfa’s omarmen de identiteitspolitiek, die elders in de samenleving ook wortel schiet. Dat doet het vakgebied geen goed.

Deze  trend wordt aangewakkerd door de VSNU. Het begint ermee dat de onderzoekers moeten kunnen aantonen wat hun impact is. Geciteerd worden in gezaghebbende tijdschriften is goud waard, ook is er steeds meer aandacht voor hun maatschappelijke bijdrage. De  ontwikkelingsdoelen van de VN bieden uitkomst voor de berekenende wetenschapper op zoek naar financiering.

Kies  één van de zeventien doelen en schrijf daar je onderzoek naartoe. Enkele weken terug haalde ik aan hoe literatuur- en mediawetenschappers aan het turven slaan. Ze nemen een klassieker – maar een televisieserie of film werkt net zo goed – en noteren hoeveel vrouwen er in voorkomen. Of in welke rollen. Steevast valt de uitkomst tegen, waarmee ‘het patriarchaat’ is ontmaskerd. Tevens lever je een forse bijdrage aan VN-ontwikkelingsdoel nummer vijf. 

Het hoofddoel van deze doelstelling is om gendergelijkheid en de empowerment van alle vrouwen en meisjes te bereiken, staat er op de website van de Verenigde Naties. Literatuur- en mediawetenschappers mogen de illusie koesteren dat ze hun steentje bijdragen met titels als: ‘Spiegeltje, spiegeltje’: een blik op de verhouding van Sneeuwwitje tot hedendaags feminisme. En: The representation of gender and corruption in the US American series ‘Narcos’ and the Latin American narconovela ‘Pablo Escobar: El Patrón del Mal’. Maar ook: Genderrollen in Frozen.

Ondertussen zoekt de hoogleraar Nederlandse letterkunde tevergeefs naar financiering voor, laten we zeggen, een biografie van Jacob Cats. De gewone man had in de 17e  eeuw twee boeken in huis: de Statenbijbel en Cats’ dichtwerken. Vandaar zijn bijnaam: vadertje Cats. Reusachtige invloedrijk dus, maar een neutrale beschrijving van zijn leven en werk, dus zonder dat berispende toontje, is moeilijk verkoopbaar. Probeer zo’n historisch portret maar eens te rechtvaardigen vanuit de VN-doelen voor 2030.

Tunnelvisie

Het lot van Cats is dat van vele erflaters. Ze zijn nauwelijks SDG-proof. Fnuikend voor de alfa-disciplines, maar uiteindelijk heeft de complete wetenschap te lijden onder deze eis. Niet alleen de doelen zijn dwingend, dat geldt ook voor de weg ernaartoe. Zo hoeft het niet te gaan. De praktijk laat echter zien dat tunnelvisie een reële vrees is.

Nogmaals de website van de VSNU. We klikken op de link ‘Lees hier meer over hoe de Nederlandse universiteiten bijdragen aan de SDGs’. Wat staat er onder SDG nummer zeven? ‘In 2030 moet iedereen toegang hebben tot betaalbare, betrouwbare en duurzame energie. Duurzame energie kunnen we halen uit natuurlijke bronnen als water, wind en zon.’

Op deze manier dient de wetenschap als vehikel om windmolens en zonnepanelen aan de man te brengen. Weliswaar schrijft de VSNU nog dat ‘deze bronnen beter onderzocht worden, evenals de technologie waarmee we duurzame energie kunnen opwekken.’ Behoort kernenergie ook tot de middelen om dit SDG te realiseren? Een duurzamere energievorm is zeldzaam. Het woord valt niet één keer.

Windmolens en zonnepanelen dus. Die indruk wordt versterkt als de VSNU ons uitnodigt om de website van SDG Nederland te bezoeken. Dat doen we. Tegenover de zorgelijke berichten over de staat van de planeet (‘één van de grootste problemen van deze eeuw’) staan nul verwijzingen naar kernenergie. Wel vult het scherm zich met een foto van een oer-Hollandse lucht met schapenwolken én rijen windmolens. Het is de toon die de muziek maakt. De SDG-website wordt overigens gerund door een stichting die zich onafhankelijk voordoet, maar wel heel nauw gelieerd is aan de afdeling ontwikkelingshulp van het ministerie van Buitenlandse Zaken, daar waar minister Sigrid Kaag (D66) de scepter zwaait.

Sussende woorden

Krijgt Pieter Duisenberg dan toch gelijk? Als VVD-kamerlid maakte hij zich zorgen over de diversiteit aan opvattingen binnen de wetenschap. Het leidde in februari 2017 tot de motie Duisenberg-Strauss. De opstellers wilden weten of er mechanismen bestonden ‘die de kans op zelfcensuur of gebrekkige diversiteit vergroten.’ Aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) om het uit te zoeken.

Pieter Duisenberg

Dat antwoord volgde begin 2018 in de vorm van een Briefadvies. De toon van de KNAW-commissie in de media was sussend. Commissievoorzitter Nico Schrijver (onder meer hoogleraar internationaal recht en PvdA-senator) vond het inherent aan de tijdgeest dat ‘sommige onderwerpen tijdelijk meer in de belangstelling staan en andere juist meer op de achtergrond raken.’

Hier sprak geen hartstochtelijk pleitbezorger van diversiteit aan opvattingen, zoveel was duidelijk. Terwijl het Briefadvies verschillende aandachtspunten formuleerde. ‘Door de nadruk op maatschappelijk relevant onderzoek in Nederland heeft de samenleving invloed op de onderzoeksagenda van academische instellingen in Nederland. Hiermee geeft de samenleving sturing aan de onderzoeksvragen, de focus van het wetenschappelijk onderzoek en de diversiteit van perspectieven. Echter deze sturing betekent ook een zekere beperking van de academische vrijheid.’   Dat het geen theoretisch risico is, blijkt uit de fixatie op de ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. De doelen willen een richtsnoer zijn, maar fungeren als keurslijf. Eigenlijk zouden we dat de VSNU niet hoeven uit te leggen. Eind 2017 trad daar een nieuwe voorzitter aan. Zijn naam? Pieter Duisenberg.