Hoeveel mensen kan het klimaat aan?
Ook dit jaar neemt het aantal inwoners van Nederland weer met honderdduizend toe, net als de afgelopen jaren. Het overgrote deel van de groeiende bevolking is het gevolg van immigratie. Maar bijna niemand die het heeft over de gevolgen voor natuur, milieu en klimaat. Als die in het geding zijn, lijkt het nooit aan de bevolkingsgroei te liggen. Hoe lang nog?
Het is een van de grootste raadsels van de Nederlandse politiek. Dezelfde partijen die het meest voor de bescherming van het klimaat, de natuur en het milieu zijn, zijn ook de partijen met de royaalste opvattingen over open grenzen voor immigranten. Geen wonder dat politici van partijen als GroenLinks en D66 als een wesp gestoken reageren, als het verband tussen bevolkingsdruk enerzijds en klimaat, natuur en milieu anderzijds ter sprake wordt gebracht. Bevolkingsdruk en migratie is een groen taboe.
Twee jaar geleden riep het nieuwe kabinet RutteDrie zichzelf uit tot de meest ambitieuze klimaatkoploper van de Europese Unie en daarmee van de wereld. Er werd geen enkele reden gegeven waarom uitgerekend Nederland die klimaatkoploper zou moeten zijn.
De enige factor die er in dat opzicht misschien toe zou doen werd niet genoemd: Nederland is namelijk – een enkel ministaatje daargelaten – het dichtstbevolkte land van Europa. Er is geen land dat – gegeven zijn oppervlakte – zoveel broeikasgas uitstoot. En dat komt niet alleen omdat Nederland welvarend is en veel industrie heeft, maar ook omdat Nederland zo dichtbevolkt is.
Klimaatverandering door de mens, niet door de mensheid?
Wonderlijk genoeg wordt zelden of nooit het verband gelegd tussen de claim dat ‘de klimaatverandering’ door ‘de mens’ wordt veroorzaakt en het aantal mensen op aarde. Terwijl, als ‘de mens’ de veroorzaker van dat ongerief is, het toch van wezenlijk belang is hoeveel mensen er zijn die dat doen. Het maakt natuurlijk ook uit wat die mensen doen om het klimaat in de war te schoppen, maar het aantal mensen doet er ook toe.
Dat is niet alleen een taboe onder groene en andere Nederlandse politici, maar ook bij het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties dat steeds weer alarmerende berichten over het klimaat de wereld in stuurt. Altijd heeft de mens het gedaan – vooral de westerse mens, die dan ook deemoedig het hoofd buigt – maar nooit gaat het om de omvang van de mensheid.
Dat is extra gek, omdat de mensheid sinds de Tweede Wereldoorlog niet alleen steeds welvarender is geworden en daardoor steeds meer broeikasgassen uitstoot, maar diezelfde mensheid ook bijna verviervoudigd is. Vier keer zoveel mensen – dat is een toch een factor van belang als ‘de mens’ het klimaat in de weg zit?
Het IPCC zwijgt er over. Zoals de hele Nederlandse politiek er over zwijgt: trouwens ook als het gaat over de bevolkingsdruk op natuur en milieu. Terwijl de wereldbevolking naar verwachting nog verder stevig doorgroeit: met nog eens vier miljard, naar zo’n 11 miljard mensen rond de volgende eeuwwisseling.
Vier misvattingen over klimaat en overbevolking
Het wil wel eens helpen om er in dit verband een onomstreden bron bij te halen, het wetenschappelijke tijdschrift Science. Dat publiceerde een jaar geleden een artikel van de Amerikaanse demografen John Bongaarts en Brian C. O’Neill, waarin een poging wordt gewaagd het raadsel van de weggemoffelde rol van de bevolkingsdruk bij het klimaat op te helderen. Ik kwam het stuk tegen in een Nederlandstalig artikel van Harry van Dalen en Kène Henkens.
In Science worden vier misvattingen opgesomd, die de basis vormen voor het wegstoppen van de groeiende omvang van de bevolking als factor bij de door de mens veroorzaakte (elementen van de) klimaatverandering. De eerste misvatting luidt, dat bevolkingsgroei niet meer zo’n probleem is, omdat die afneemt.
Nu is het een feit, dat de procentuele groei van de wereldbevolking al sinds 1970 afneemt, maar de groei is nog altijd heel groot, en voorlopig zet die door – vooral in Afrika, maar ook in Azië. Islamitische landen en conservatieve christelijke leiders (het Vaticaan, ook) waren de afgelopen decennia bovendien succesvol bij het tegengaan van geboortebeperking. De tweede misvatting luidt, dat het beïnvloeden van bevolkingsdruk toch niet erg helpt.
Misverstand: het doet er niet toe
Misvatting nummer drie, ook populair bij Nederlanders die graag wegkijken van ‘bevolking’ als factor bij klimaat, luidt dat de omvang van de wereldbevolking er in dit verband weinig toe zou doen. Het gekoesterde idee luidt, dat welvaart, consumptie en technologische ontwikkelingen zoveel belangrijker zijn, dat het geen zin heeft om naar het aantal mensen op aarde te kijken.
De auteurs concluderen dat een langzamere groei van de wereldbevolking wel voor 40 procent of meer zou kunnen bijdragen aan het verminderen van uitstoot van broeikasgassen. Dat is een het heel wat royaler cijfer dan de enkele promilles die een land als Nederland bijdraagt aan de broeikasuitstoot in de wereld.
Het verminderen van bevolkingsgroei zou vooral effectief zijn in landen waar nu hoge geboortecijfers zijn – zoals in Afrika – waar de broeikas-uitstoot nu nog laag is, maar met toenemende welvaart juist sterk groeit. Ook belangrijk: een hoog kindertal remt de welvaart, terwijl een hogere welvaart ook de gelden kan vrijmaken voor het beveiligen tegen de gevolgen van klimaatverandering.
En dan de vierde en laatste misvatting: bevolkingsbeleid is te omstreden om succesvol te kunnen zijn, want zo geef je de schuld – zo heet het – aan arme mensen in arme landen, terwijl de klimaatproblemen zijn veroorzaakt – in deze redenering – door rijke mensen in rijke landen. Het is een moreel getinte redenering, zou ik willen zeggen, die een belangrijke bijdrage aan de probleemoplossing onmogelijk maakt.
Veel mensen zorgen voor veel klimaatverandering
De conclusie van de twee Amerikaanse wetenschappers: snelle bevolkingsgroei is een van de belangrijkste factoren bij de uitstoot van broeikasgassen en bovendien een belangrijke factor bij de gevolgen. Zij dringen er op aan dat het IPCC-klimaatpanel niet zijn ogen blijft sluiten.
Nu zou je nog kunnen zeggen, dat het voor het klimaat wel uitmaakt of er veel mensen op de aarde rondlopen, maar dat het niet uitmaakt of er meer of minder van die mensen zich in Nederland bevinden. Ook daar zitten denkfouten in, en wel twee.
Ten eerste bestaat de aanhoudende Nederlandse bevolkingsgroei voor het overgrote deel uit het saldo van meer immigratie dan emigratie. En de immigranten zijn over het algemeen mensen die in Nederland meer welvaart zullen genieten dan in het herkomstland en dus hier zullen bijdragen tot een hogere broeikasuitstoot.
Ten tweede maakt het voor het Nederlandse klimaatbeleid en de ambitie van klimaatkoploper te zijn die RutteDrie zich gesteld heeft, wel degelijk uit hoeveel mensen er in Nederland wonen. Als er over tien jaar een miljoen meer mensen zijn – en in dat tempo gaat het nu – zijn dat 6 procent meer mensen, met alle extra uitstoot van dien.
Als Rutte c.s. desondanks hun klimaatdoelen willen halen, zullen ze nog beter hun best moeten doen. Misschien moeten nog meer boeren en andere bedrijven hun deuren sluiten om het klimaat te dienen. Het zou – als het werkelijk om de wereldwijde broeikasuitstoot gaat – misschien wel zo effectief zijn om voluit programma’s voor geboortebeperking in Afrika en Azië te steunen.
Ook de natuur en het milieu lijden onder (veel) mensen
Nu blijft de Binnenhofse blinde vlek voor de omvang van de bevolking niet beperkt tot het klimaat. Nauwelijks een Haagse politicus die het afnemen van de biodiversiteit en het verdwijnen van de leeuwerik in verband brengt met de steeds maar doorgroeiende bevolking. Het zijn heus niet alleen koeien, kippen en varkens die de natuur bedreigen, het zijn zeker ook de talrijke burgers van Nederland.
Bevolking en immigratie en daarmee bevolkingsbeleid waren al taboeonderwerpen, en worden in alle opzichten genegeerd. De kosten van immigratie mochten al niet worden onderzocht. Een jaar geleden nam de Tweede Kamer wel een motie aan om de toekomstige (gewenste) bevolkingsontwikkeling te onderzoeken, maar die motie maakt nu een reis door Haagse bureauladen.
Terwijl de bevolkingsomvang ook voor natuur en milieu essentieel is. Nederland raakt steeds voller en steeds verstedelijkter. En waar steden zijn, is geen plaats meer voor de weidegrond waar de steeds zeldzamere grutto het van moet hebben. De stikstofaffaire wordt – met reden, dat dan weer wel – in verband gebracht met de ammoniakuitstoot door de veeteelt. Maar zonder grasland is het ook goeddeels afgelopen met de weidevogels.
‘Berlijn aan de Rijn’
De open ruimte in Nederland – landbouw en natuur samen – neemt systematisch af door het grotere bevolkingsaantal. Minister Kajsa Ollongren (huisvesting, D66) wil steeds meer in de groene ruimte bouwen. Zelfs bossen worden er aan opgeofferd, zoals hier in Bilthoven.
En als de immigratie de belangrijkste oorzaak is van de groeiende Nederlandse bevolking, is het onlogisch de ogen te sluiten voor immigratie als indirecte aanjager voor de afnemende biodiversiteit en de druk op het milieu. Kortom: wie het echt goed voor heeft met het klimaat, het milieu en de natuur loopt niet weg voor het gegeven dat de wereld beter af is met een minder snel groeiende bevolking, en dat een minder vol Nederland ook beter is voor de natuur en het milieu in Nederland en het klimaat in de wereld.
Des te opmerkelijker dat een regeringspartij als D66 er geen been in ziet, om Nederland juist voller te maken. D66 wil dan wel af van de helft van de boeren, maar wil meer burgers. Bij de Algemene Politieke Beschouwingen sloot D66-fractievoorzitter Rob Jetten zijn bijdrage af met de oproep om Nederland verder te verstedelijken er een soort stadsstaat van te maken: ‘In 2050 is Nederland wat het hoort te zijn. Berlijn aan de Rijn. (…) Een land waar hijskranen de wolken doorboren. Waar de windmolens draaien. Een land met kansen, huizen en nieuwe zekerheden voor iedereen.’ En de natuur dan, het klimaat en het milieu?