Paternalisme, zelfgenoegzaamheid en nieuwe Almere-achtige spooksteden: het gedroomde Nederland van Xi Jinping Jetten

NRC-columnist Bas Heijne deed op het afgelopen D66-congres wat hij altijd doet: terugblikken op het nabije verleden en met een uitgestreken hoofd conclusies trekken die iedereen allang heeft getrokken. Zo wist hij de D66’ers in de zaal er nog maar eens op te wijzen dat de liberalen na de dronkenschap van de val van de Muur ten onrechte een wereldwijde zegetocht van de liberale democratie in het verschiet zagen liggen. Een door politicoloog annex goeroe Francis Fukuyama gepopulariseerde gedachte die onder de naam ‘het einde van de geschiedenis’ in de jaren negentig de wind in de zeilen had, maar nu, aan het ogenschijnlijke begin van een nieuwe wapenwedloop en een keiharde strijd om grondstoffen en handelstarieven, als lichtzinnige flauwekul lijkt te zijn ontmaskerd.
Zelfgenoegzaamheid next level
In feite voorspelde Fukuyama destijds dat de wereldbevolking zich, wellicht zonder het zelf door te hebben, zou gaan gedragen naar de progressief-emancipatoire denkbeelden waar eerst Hans van Mierlo voor stond, daarna Alexander Pechtold en nu Rob Jetten. Een scenario dat in de ogen van D66’ers nu wordt gedwarsboomd door misdadige verschijnselen als ‘nepnieuws’ en ‘desinformatie’ die wat hen betreft dan ook door zelfbenoemde bureaucraten keihard aangepakt moeten worden.
Niet voor niets typeerde Heijne de mentaliteit van D66 op datzelfde congres – volstrekt onorigineel maar daarom niet minder waar – als ‘zelfgenoegzaam’. En hoewel hij het tijd vond dat D66’ers in het gure Trump-tijdperk afscheid nemen van die zelfgenoegzaamheid en ze ervoor in de plaats graag bokshandschoenen zag aantrekken, kon hij niet vermoeden dat Jetten het begrip ‘zelfgenoegzaam’ even later, met zijn aankondiging van tien nieuwe steden, naar een hoger level zou tillen.
Nog huiveringwekkender (en zelfgenoegzamer) dan het gemak waarmee Jetten in een handomdraai die tien nieuwe steden in het resterende weidelandschap hier te lande – à la Xi Jin Ping – meende te kunnen planten, was het toekomstbeeld van Nederland dat hij schetste. Jetten wil van Nederland een elitestaat maken, alleen heet dat in zijn jargon een ‘hoogwaardige kenniseconomie’. Hij wenst tevens dat alle bedrijvigheid die zijns inziens ‘niets toevoegt aan onze economie’ door een nog niet nader genoemd verbod of verregaande ontmoediging wordt ‘stopgezet’, wat erop neerkomt dat de politiek, Den Haag dus (of in het geval van D66: Brussel), voortaan gaat bepalen wat wenselijke bedrijvigheid is en wat niet (‘stop met slachthuizen’, ‘stop met distributiecentra’). Het leek even of niet Donald Trump het regeren-per-decreet had uitgevonden, maar Robbie Jetten, die verder nog even meldde dat hij het niet vond kunnen dat er ‘weilanden braak liggen’ terwijl mensen in de steden (lees: de aspirant-huizenkopers in de eigen, academisch geschoolde D66-achterban) ‘tonnen moeten overbieden’ om aan een huis te geraken.
Zijn oplossing? Plemp die weilanden maar vol.
10 x een steenwoestijn
Dat er nog geen tekeningen, maten, plannen of ontwerpen bekend zijn wat betreft die aangekondigde steden mag geen verbazing wekken; evenmin dat Rob Jetten na afloop doodleuk toegaf dat hij zelf ook nog geen uitsluitsel kon geven over de locaties voor die steden ‘met betaalbare koopwoningen’. Het is namelijk een rode draad bij D66 dat bijna niets smaak, geur, omvang, tastbaarheid, reliëf of karakter heeft, ook die nieuwe steden niet. Omdat er verder nog niets over die steden bekend is (behalve dat de D66-leider er tien in ons land tevoorschijn wil toveren) kon Jetten probleemloos aan zijn partijdiscipelen beloven dat ze ‘duurzaam’ gaan zijn en niemand er te kampen zal hebben met ‘overlast in de buurt’. Het ontbrak er nog aan dat Jetten voorstelde de steden als naam S1 tot en met S10 te geven. En alvast aankondigde dat hij hard lachen, alsmede elke andere vorm van gerucht, zou verbieden om S1 en tot en met S10 zo ‘leefbaar’ (lees ‘onleefbaar’) mogelijk te maken.
Je moet wel oogkleppen voorbinden, of over heel veel fantasie beschikken, om van die D66-steden de idyllische, frictieloze en door groene technologie hyper-aaibare broedplaatsen te maken die Jetten ons in zijn toespraak voorspiegelde. Als je – in plaats van aan die groene oases – tien keer aan een steenwoestijn met rijtjeswoningen denkt, tien keer aan een infrastructuur van wegen, leidingen en winkelcentra die in dienst staat van consumptieverslaafde Gen-X’ers, tien keer aan huishoudens die door een speciale Toezichthouder voor de Informatievoorziening aan de lopende band van verantwoorde NTR-programma’s worden voorzien (alsmede geweerd van teveel ophef veroorzakende sociale media) en tien kaar aan het promobord ‘Wees hier gelukkig!’ met goedlachse inwoners daarop, zal je tijdens dat D66-congres wel als cynisch zijn weggezet. Want, dat moesten we tijdens dat D66-congres van Rob Jetten goed begrijpen, deze partij is, met de pompeus aangekondigde en schier grenzeloze militaire steun aan Oekraïne als lakmoesproef, hier te lande de absolute kampioen in de strijd voor – ahum – ‘vrijheid’.
Vrijheid volgens de strikte regels van D66, wel te verstaan.
Na het lanceren van deze megalomane stadsplannen zal bij GroenLinks-PvdA allicht het lampje zijn gaan branden dat ze inzake maakbaarheidsgeloof en bureaucratische arrogantie schromelijk achterlopen bij de sociaal liberalen. Dat er altijd nog een hoger niveau van staatsingrijpen, staatsplanning en staatsarchitectuur te bedenken valt. Want de heerlijke vrijheid die Jetten op die tien Vinex-woestijnen (pardon: groene woonparadijzen) projecteerde kan, blijkt nu, alleen gerealiseerd worden als er aan diezelfde vrijheid geknabbeld gaat worden, namelijk door rechterlijke procedures, en dan vooral de bezwaarmogelijkheden, verregaand in te perken.
Met een snufje Trumpiaanse daadkracht onthulde adjudant Hans Vijlbrief al te dromen van een ‘noodwet’, die heimachines, grondwerkers en allerhande tractoren veel sneller dan nu vrij baan moet geven om het resterende groen in Nederland – dat blijkbaar Jettens ergernis wekt – naar de knoppen te helpen en S1 tot en met S10 zo snel mogelijk gerealiseerd te krijgen. En als je dan je vinger opsteekt om te vragen ‘waar gaan we al dat woongenot van betalen?’, zeker gelet op die miljarden verslindende andere hobby’s van D66 in de-industrialiserend Nederland (maximalistische klimaatpakketten, de energietransitie, enzovoorts) dan snap je waarschijnlijk niets van progressieve politiek, want om die tien recreatie- en consumptiewalhalla’s te realiseren kondigt D66 aan – ja, de partij die zo begaan zegt te zijn met volgende generaties – een frisse duik in het leningenpapier te nemen, ofwel de staatsschuld op te laten lopen.
Almere-achtige spooksteden
Onderschat dit niet: wat Jetten op het D66-congres losjes in de steigers zette, en de partij een opgepoetst imago van groene daadkracht moet bezorgen, is van een paternalisme, bedilzucht, betuttelmanie en doodsverlangen dat zijns gelijke in Nederland niet kent. Ja, ook doodsverlangen. Want al het voetvolk (‘de leraren, verpleegsters en agenten’ voor wie Jetten die steden steeds zegt te bouwen) mag op de tekentafel dan ongetwijfeld wel gebruik kunnen maken van splinternieuwe lunchbars, eetcafés, winkelpromenades en gestoffeerde speeltuinen, als puntje bij paaltje komt wordt het feitelijk weggestopt, aan het oog onttrokken. En zal de levendigheid van onze historische binnensteden – althans, wat daar tegen die tijd nog van over is – zijn voorbehouden aan de wetenschaps- en consultancyklasse van D66, die er, dankzij de toegenomen woningvoorraad in het voormalige weidegebied, tegen betaalbaardere prijzen kan wonen. En er te midden van de grachten, ophaalbruggen en patriciërshuizen van de laatste restjes stadsschoon en – romantiek kan genieten.
Tot slot: ruim dertig jaar na de val van de Muur heeft D66 Fukuyama’s ‘einde van de geschiedenis’ allesbehalve opgegeven, en moet het vorm krijgen in tien Almere-achtige spooksteden waar het leven een gakaramelliseerde versie is van Groundhog Day.
Met de hartelijke groeten van Xi Jinping Jetten.
Hans van Willigenburg is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!