Maarten van Andel: Kabinet-Schoof is verantwoordelijk voor ontslaggolf bij Tata Steel

Tata Steel schrapt 1600 voltijdbanen in IJmuiden. Eén op de vijf werknemers zal noodgedwongen ander werk moeten zoeken. Het voormalige Koninklijke Hoogovens wordt geplaagd door Chinese dumpprijzen en Amerikaanse importtarieven, maar dat geldt voor alle Europese staalbedrijven.
Tata Steel in IJmuiden moet echter als enige in Europa een extra Nederlandse CO2-heffing betalen, bovenop de Brusselse CO2-handelstarieven die voor de hele EU gelden. Tot overmaat van ramp zijn vanwege torenhoge energiebelastingen de Nederlandse industriële stroomprijzen twee maal zo hoog als in Duitsland en drie maal zo hoog als in Frankrijk.
Ondoenlijke concurrentiestrijd
Dit alles leidt voor het ruim honderd jaar oude Nederlandse staalbedrijf in IJmuiden tot een ondoenlijke concurrentiestrijd in een zwaar ongelijk Europees speelveld. Het kabinet-Schoof heeft daar na negen maanden nog niets aan gedaan, en is daarmee verantwoordelijk voor het verlies van 1600 voltijdbanen bij Tata en een veelvoud daarvan bij toeleveranciers en in de regio.
Premier Schoof kondigde bij zijn aantreden in juli vorig jaar nog trots aan dat zijn kabinet niet zoals voorgaande regeringen ‘nationale koppen’ zou invoeren bovenop Europese regelgeving. Hij verzuimt nu echter om de eerder ingevoerde en door hem verfoeide koppen af te schaffen.
Dat geldt voor de extra nationale CO2-heffing, en ook voor de extra strenge nationale stikstofgrenswaardes die veel lager liggen dan in bijvoorbeeld Duitsland en Denemarken. VVD-minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei doet niets aan deze door eerdere Rutte-kabinetten ingevoerde koppen op Europese regelgeving.
CDA-fractieleider Henri Bontenbal vindt dat Hermans de extra CO2-heffing moet schrappen, en zegt zelfs dat we er nooit aan hadden moeten beginnen. Hij is kennelijk vergeten dat die extra CO2-heffing nog geen jaar geleden juist is aangescherpt door het demissionaire kabinet Rutte-4.
Bontenbal en Timmermans maken 180 graden pirouette
Het CDA nam deel aan dat kabinet, en Bontenbal was toen ook fractieleider van die partij. Hij volgt met deze volstrekte tegenstrijdigheid het kwalijke voorbeeld van zijn collega-fractieleider Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA. Die bestond het in 2024 eveneens om binnen een jaar een 180 graden pirouette in energiebeleid te maken, van voor naar tegen biomassa. Ons journaille verzuimde toen om Timmermans hierover door te zagen, en ik vrees dat Bontenbal er nu ook zonder lastige vragen mee weg gaat komen. Dergelijke politieke wispelturigheid en journalistieke meegaandheid in het energiebeleid zijn slecht voor het vertrouwen in de politiek en in de journalistiek.
Politieke prietpraat
Minister Hermans noemt het schrappen van 1600 voltijdbanen intussen ‘een ingrijpende boodschap’ voor het personeel van Tata. Ze benadrukt dat het kabinet met Tata in gesprek blijft ‘om zo snel als haalbaar maatwerkafspraken te maken voor een schonere en duurzamere staalproductie’. Het is onduidelijk wat dat te maken heeft met het door haar gehandhaafde ongelijke speelveld in Europa, en wat zij gaat doen om Tata Steel überhaupt in Nederland te houden. Nog even en het kabinet hoeft niet meer over duurzamere staalproductie te praten, want dan zijn alle 9200 werknemers in IJmuiden ontslagen en hebben we geen staalproductie meer om te verduurzamen.
Henri Bontenbal heeft het ook al over verduurzaming bij Tata. Het staalbedrijf zou door de ligging aan zee ‘relatief makkelijk’ op zeewindparken kunnen worden aangesloten. Weet de fractieleider van het CDA niet dat staalproductie een volcontinue procesindustrie is, en dat zeewindmolens de helft van de tijd weinig tot geen stroom opwekken? Begrijpt Bontenbal niet dat die twee dingen onverenigbaar met elkaar zijn? Ik stel me voor dat directievoorzitter Hans van den Berg van Tata Steel Nederland met gekromde tenen naar dergelijke politieke prietpraat luistert, wetend dat hij er nota bene van afhankelijk is.
De voorjaarsnota die nu door regering en parlement bediscussieerd wordt zou een uitgelezen gelegenheid kunnen en moeten zijn om daadkracht te tonen naar Tata Steel en andere gefrustreerde Nederlandse procesindustrieën. Die voorjaarsnota lijkt echter alleen over verdeling van geld te gaan. Kamer en kabinet blijken doof en blind voor de signalen van het bedrijfsleven en ook van de lokale politiek.
Het Rotterdamse gemeenteraadslid Marike Abrahamse luidde recentelijk de noodklok over het vertrek uit de Rotterdamse haven van de chemiebedrijven LyondellBasell en Tronox. Abrahamse geeft aan dat bedrijven in het havengebied die willen en moeten verduurzamen dat niet kunnen, vanwege netcongestie, torenhoge energieprijzen, stikstofproblematiek en het ongelijke Europese speelveld.
Loze woorden
Energie- en klimaatbeleid is bij uitstek iets dat je in samenwerking op Europees niveau moet regelen. Het is contraproductieve symboolpolitiek om daar nationaal extra regels bovenop te zetten en daarin te volharden. Dat helpt niet om bestaande bedrijven sneller te laten verduurzamen, in tegendeel. Het brengt ze juist in moeilijkheden, en jaagt ze zelfs het land uit. Onder dergelijke overheidsdwang geëxporteerde chemie- en staalproductie zal er in een ander land niet schoner op worden, en verhoogt dus de milieuvervuiling en CO2-uitstoot in de wereld.
Ons kabinet is daar verantwoordelijk voor, door bestaande koppen op Europese regels te handhaven en niet zoals de landen om ons heen energiebeleid te voeren dat gericht is op behoud van industrie en werkgelegenheid. Er wordt geroepen dat we met Trump en Poetin in het zadel meer op eigen benen moeten gaan staan, maar dat blijken voorlopig loze woorden. Als onze geachte bewindslieden en volksvertegenwoordigers dat werkelijk zouden menen zouden ze allang met vereende krachten hebben gezorgd dat Nederlandse staal- en chemiebedrijven sterker kunnen worden in plaats van zwakker.
Zonder nationale chemie- en staalindustrie worden we nog afhankelijker van anderen voor medicijnen, landbouwproducten, metaalwaren, machines, auto’s, defensiesystemen, windmolens, zonnepanelen, elektronica, energie en verduurzaming. Dit betoogt ook Marike Abrahamse in de Rotterdamse gemeenteraad. Haar motie hiertoe is met brede steun aangenomen, en we mogen toch verwachten dat dit signaal van de grootste haven van Europa zeer serieus wordt genomen in Den Haag.
Een kabinet en een politiek bestel dat niet binnen negen maanden destructief energie- en industriebeleid kan veranderen deugt niet. Ik pleit waarachtig niet voor de wijze waarop Amerika, Rusland en China tegenwoordig politieke besluiten doordrukken, maar geen besluiten nemen is wel het andere uiterste. De wereld om ons heen trekt zich steeds minder aan van ons eindeloze Nederlandse gedelibereer over ‘politieke consensus’ en ’breed maatschappelijk draagvlak’. Dat legt overdreven nadruk op de legitimiteit van beslissingen, ten koste van de tijdigheid en effectiviteit ervan. Tegen de tijd dat Den Haag eindelijk uitgediscussieerd is over staalproductie in Nederland is Tata mogelijk al vertrokken uit IJmuiden. Dan is de operatie geslaagd, maar de patiënt overleden.
Rob Jetten weet niet meer dat hij zelf klimaatminister was
NSC wilde bestuurlijke vernieuwing, en D66 wil nu bij monde van partijleider Rob Jetten ‘de bezem door de overheid’ halen. Zijn Pieter Omtzigt en Nicolien van Vroonhoven vergeten dat ze die bestuurlijke vernieuwing al hadden beloofd bij de voor hen uiterst succesvolle Kamerverkiezingen van november 2023? Is Rob Jetten vergeten dat hij minder dan een jaar geleden zelf klimaatminister was en de contraproductieve extra CO2-heffing in mei 2024 eigenhandig heeft aangescherpt?
Kennelijk zijn veel journalisten al die dingen wel vergeten, net als bij de politieke pirouettes van Frans Timmermans, Henri Bontenbal en Dick Schoof. Ik hoor ze er althans niet over in landelijke kranten en op journaals.
Maarten van Andel is chemicus. Hij publiceerde in 2023 Kies Wijzer Klimaat. Praktische gids voor consument en kiezer. Dit verhelderende boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost €17,50 en is overal verkrijgbaar, ook in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!