Regering is laks met integriteitspolitiek. Wie de lobby betaalt, bepaalt.

Wie het oor van de minister heeft, zit dichter bij de macht dan wie het rondje op zijn stembiljet rood kleurt. Of op Facebook of X (voorheen Twitter) een bericht plaatst.
Daarom is het een democratische noodzaak en een burgerbelang om inzicht te hebben in de personen en organisaties die in de achterkamertjes hun zaak bepleiten bij de politieke machthebbers.
Klimaatlobby?
Neem bijvoorbeeld deze afspraak in de agenda van minister Sophie Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei op 4 maart, veertien dagen geleden. ‘Gesprek met de projectdirecteur van Aramis, de president-directeur van Shell Nederland, de CEO van Energie Beheer Nederland en lid van de Raad van Bestuur van Gasunie.’
Ter toelichting mijnerzijds (staat niet in de agenda): Aramis is een project van Shell, TotalEnergies en de Nederlandse staatsbedrijven EBN en Gasunie voor transport en opslag van CO2 vanuit de (Rotterdamse) industriële sector naar lege gasvelden in de Noordzee.
Dus je denkt: dat is de lobby voor klimaatpolitiek en energietransitie.
Voorjaarsnota
Nee. Het onderwerp is: de Voorjaarsnota. Deze nota is een actualisatie van de begroting 2025 én een vooruitblik naar 2026. De Voorjaarsnota is op dit moment hét politiek gevoelige financiële onderwerp. Willen de belanghebbende bedrijven in Aramis steun en moet daarvoor geld worden gereserveerd in de Voorjaarsnota? En wie lobbyt voor wat? De industrie bij de minister? De minister vervolgens bij partijgenoot Eelco Heinen, minister van Financiën?
Dankzij de agenda van Hermans is een tipje van de lobbysluier opgetild. Heeft de burger daarmee voldoende inzicht gekregen? Is het democratisch belang met de agenda’s van de ministers voldoende gediend?
Nee.
Een andere minister, Judith Uitermark (NSC), heeft het laten onderzoeken en de uitkomsten stemmen niet optimistisch. Aan het agendabeheer van de ministers dat inzicht moet geven in hun externe (lobby)contacten schort het nodige. Elke minister mag het tot nu toe op zijn eigen manier doen. Hermans maakt haar weekagenda achteraf openbaar, minister-president Dick Schoof doet dat aan het begin van de week. En je mag heel veel weglaten, zoals partijpolitieke gesprekken en bijeenkomsten.
Al jaren vragen parlementariërs om meer inzicht in de lobbypraktijken van bedrijven en andere belangengroepen. En al evenzovele jaren houden de achtereenvolgende kabinetten én de (wisselende) regeringscoalities de boot af. Dat is meer dan traditie. Dat moet wel doelbewust beleid zijn.
Stroom van transfers
Aan de onthulling van opmerkelijke lobbypraktijken kan het niet liggen. Een van de meest opvallende was de lobby van gewezen eurocommissaris en VVD-prominent Neelie Kroes ten behoeve van het Amerikaanse taxibedrijf Uber.
Daarnaast is er de stroom van transfers tussen politiek, bedrijfsleven en lobbyende branche-organisaties. De bouwlobby wordt geleid door Arno Visser, voormalig VVD-Kamerlid en president van de Algemene Rekenkamer. De bankenlobby? Oud-staatssecretaris Medy van der Laan (D66) die eerder de lobby van energiebedrijven leidde. De defensielobby? Oud-CDA Kamerlid Raymond Knops.
Eerste Kamer
Met wat politieke ervaring én een branchevereniging achter je is het een kleine stap naar een van de meest exclusieve netwerken van Nederland: de Eerste Kamer. Gert-Jan Oplaat (BBB) combineert bijvoorbeeld de Eerste Kamer met het voorzitterschap van de Nederlandse Vereniging van de Pluimveeverwerkende Industrie.
Nederlandse politici feliciteren zichzelf graag met deze tamelijk regelloze status quo. Wat er in omringende landen ook gebeurt met invloedrijke lobbies, smeergeld, omkoping en handel in invloed, dat gebeurt alléén in het buitenland. Niet hier. Want Nederland is een klein land, iedereen kent elkaar, dus een lobbyregister waarin je moet bijhouden wie wat doet en namens welke belangen, dat is omslachtig. Niet praktisch.
Lobbycratie wint
De moeizame omgang met openbaarheid van lobbypraktijken was de afgelopen twee weken weer heel zichtbaar. Eerst besloot minister Uitermark dat de invoering van een lobbyregister niet nodig is. Het kabinet zoekt de oplossing in een beter gebruik van de bestaande instrumenten, zoals het oppimpen van de agenda’s van ministers.
Vervolgens blijkt de Tweede Kamer toch een lobbyregister te willen. Uitermark doet een toezegging, maar suggereert ook dat volksvertegenwoordigers zelf meer inzicht kunnen geven in contacten met lobbyisten. Ze wil ook graag wachten op Europese regels die in de maak zijn. Dat zijn klassieke Haagse trucs. Wachten op Brussel en wachten op de Kamer zelf, die zeer waarschijnlijk niet één lijn trekt, maar gaat miezemauzen. Missie geslaagd. Lobbycratie wint.
Wat hier gebeurt is precies het tegenovergestelde van wat de Haagse norm is. Vanuit de Raad van Europa en de daaraan gelieerde anti-corruptiewaakhond Greco ligt Nederland al jaren onder vuur vanwege zijn lakse houding. Omdat Nederland geen regels wil opstellen, bestaat er een levensgroot risico van ongecontroleerde beïnvloeding door lobbies en handel in invloed op wetgeving. De lobby die betaalt, bepaalt. De burger is hooguit toeschouwer bij de agenda van de minister en de uitkomsten van de lobbycratie.
Leuke oude dag voor oud-politici
Waar Nederland gretig internationale verdragen in eigen wetgeving verankert en Europese regels graag voorziet van een strengere nationale ‘kop’ (zie de klimaatdoelen), fluit Den Haag bij integriteitsbewaking liever in het donker.
Waarom? Zou het kunnen zijn dat het begrenzen van lobbies oud-politici van een profijtelijke voortzetting van hun loopbaan en een leuke oude dag berooft? Bij gebrek aan een betere verklaring, houd ik het daar op.
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!