Als de Duitse politici nu niet luisteren naar hun kiezers, gaat het pas écht mis

melching
De rechts-populistische AfD van Alice Weidel haalde bij de Bondsdagverkiezingen ruim 20 procent van de stemmen en werd de tweede partij van Duitsland. Beeld: YouTube.

Je kunt veel van Duitsers zeggen, maar saai zijn ze niet. De afgelopen maand was de verkiezingscampagne zelfs uitgesproken spannend. Hierin speelde Friedrich Merz, lijsttrekker van de christendemocraten, een grote rol. Tegen de achtergrond van een serie aanslagen door afgewezen asielzoekers bracht hij een voorstel over het begrenzen van migratie in stemming. Met de stemmen van de rechts-populistische AfD haalde dit een voorstel een krappe meerderheid in de Bundestag.

Deze manoeuvre was aanleiding voor grote verontwaardiging bij de andere partijen, daardoor kreeg de campagne veel meer Schwung. Nadat de Amerikanen bij monde van Elon Musk en vicepresident J.D. Vance ook nog eens een goed woordje deden voor de AfD en en passant de NAVO opbliezen, zat de stemming er definitief in. De opkomst was dan ook historisch hoog.

De Duitsers hadden het gevoel dat de verkiezingen werkelijk ergens over gingen: behalve ongecontroleerde asielmigratie stonden ook de hoge energiekosten, het kostbare klimaatbeleid, de kapotte infrastructuur, de toekomst van de veiligheidspolitiek en de zwakke positie van de Duitse industrie op de agenda. De klamme deken van zestien jaar Merkel en vier jaar mislukte stoplicht-coalitie was in één keer verdwenen.

Doodgewaand, maar springlevend

De verkiezingen waren extra spannend omdat de kleinere partijen in de opiniepeilingen voortdurend balanceerden op de rand van de Todeszone van de 5 procent-kiesdrempel. Het aantal partijen dat definitief in de Bundestag komt is van belang voor de verdeling van de restzetels en dus voor de vorming van de nieuwe coalitie.

Stalin-bewonderaarster Sahra Wagenknecht maakte met de naar haar vernoemde partij (BSW) een komeetachtige opgang, om weer even snel uit te doven met 4,97 procent. Of ze de kiesdrempel echt niet gaan halen, is pas zeker als alle stemmen zijn geteld.

Duitsers zeggen wel ‘Totgesagte leben länger’ oftewel de doodgewaanden zijn nog springlevend. Dat gold deze verkiezingen voor Die Linke, de erfgenamen van de Oost-Duitse communistische partij. Met een modieus getatoeëerde lijsttrekster, klassiek linkse retoriek (‘de rijken worden steeds rijker’) en een flinke scheut appeasement richting Rusland hebben ze met 8,8 procent goed gescoord. Dat hun plannen onbetaalbaar zijn, mag de pret niet drukken, in de regering komen ze toch niet.

Ex-regeringspartij FDP was met 4,3 procent geen verkwikt ontwaken uit de dood gegund. Het stemmental is meer dan gehalveerd. De liberale voorman Christian Lindner blies het zieltogende kabinet op, maar de kiezer heeft hem de strategische vergissing om überhaupt aan dit kabinet mee te doen niet vergeven. Dat is jammer want de liberalen waren een constante factor in vrijwel alle Duitse kabinetten.

Ook de twee grote regeringspartijen werden afgestraft. De Grünen bleven met 11,6 procent ruim onder de score van 2021. Lijstrekker Robert Habecks ondoordachte ‘verwarmingswet’ en het sluiten van kerncentrales midden in een energiecrisis waren de partij fataal. De vaste clientèle van bemiddelde boomers bleef de partij trouw, maar van de verhoopte doorbraak naar een brede Volkspartei was niets te bespeuren. Vast staat dat het klimaat als verkiezingsthema morsdood is, óók bij jongeren.

De SPD incasseerde een historisch verlies en zakte van 25,7 procent naar een schamele 16,4 procent. Dat is het slechtste resultaat sinds 1890. De kiezer hield de partij verantwoordelijk voor de problemen waar het land mee kampt: hoge energieprijzen, ongecontroleerde asielmigratie en een afbrokkelende infrastructuur. Het meeste was een erfenis van de Merkel-jaren, maar de kiezer heeft een kort geheugen en het aarzelende optreden van Olaf Scholz deed de rest.

Foute types

Dan de winnaars.

De AfD is met 20,8 procent – een verdubbeling ten opzichte van 2021 – overtuigend de tweede partij van het land geworden. Lijstrekker Alice Weidel haalde een uitstekend resultaat. Normaal gesproken zou een dergelijke score een plek in de nieuwe regering garanderen en rechts een riante meerderheid verschaffen. Maar alle andere partijen hebben een Brandmauer opgericht om de rechts-populisten buiten te sluiten. In de AfD zitten dan ook een aantal lieden die werkelijk te vies zijn om met een tang aan te pakken. Daarmee is een ‘zwart-blauwe’ coalitie vooralsnog uitgesloten.

Mocht de partij zich in de toekomst ooit ontdoen van foute types als Björn Höcke, dan is er beslist meer mogelijk. In zekere zin geldt voor de AfD hetzelfde als voor de Grünen: blijven ze in hun eigen ideologische reservaat of profileren ze zich als brede partij?

De CDU/CSU heeft het redelijk gedaan. Met 28,5 procent scoorden ze lager dan in de peilingen, maar boekten wel 4,3 procent winst vergeleken met de Bondsdagverkiezingen van 2021. Ook in Duitsland is de politieke wind naar rechts gedraaid. Maar Merz kan zeker niet met een oppermachtige positie de onderhandelingen ingaan, daarvoor is de winst iets te mager.

Een reprise van de stoplicht-coalitie van SPD (rood), FDP (geel) en de Grünen is getalsmatig uitgesloten. Merz heeft, onder voorbehoud van de definitieve uitslag, drie opties om een regering te vormen. In ieder geval heeft hij haast en wil hij vóór Pasen bondskanselier zijn. Hopelijk vallen voor hem Pasen en Pinksteren dit jaar niet op één dag.

Een coalitie met de AfD zou hem een comfortabele meerderheid geven in de Bundestag. Maar hier staat de Brandmauer in de weg. Merz heeft tijdens de campagne meermaals te kennen gegeven dat hij niet van plan is om structureel samen te werken met de AfD. De overmacht waarmee de AfD in het oosten vrijwel alle kiesdistricten de meeste stemmen haalde, geeft te denken over de tweedeling in Oost en West.

Een tweede – zeer onwaarschijnlijke – optie is een minderheidskabinet dat ad hoc parlementaire meerderheden zal moeten vergaren. Dat is in de Duitse constellatie aanzienlijk moeilijker dan in Nederland omdat de kandidaat-kanselier officieel gekozen moet worden met een parlementaire meerderheid. Merz heeft deze optie uitgesloten, want hij zou bij elk wetsvoorstel moeten bedelen om stemmen bij de rood-groene oppositie of bij de AfD.

Taaie onderhandelingspartner

Mocht Sahra Wagenknecht inderdaad ónder de 5 procent blijven, dan is een Große Koalition van zwart-rood rekenkundig mogelijk. Maar daarmee is Merz beslist niet uit de problemen, want na de teleurstellende verkiezingen zal de SPD een taaie onderhandelingspartner zijn. Bovendien heeft deze combinatie een wel heel smalle meerderheid. Een handjevol ‘dissidenten’ is genoeg om de regering aan het wankelen te brengen.

Het kan ook zijn dat er drie partijen nodig zijn. Dat zijn dan automatisch de Grünen en ook zij zullen hun huid duur verkopen. Ze weten immers dat Merz geen enkele andere keuze heeft.

De kiezers willen duidelijk een grote Wende. Maar kan een zwart-rode coalitie die belofte waarmaken? Voor velen zal het oude wijn in nieuwe zakken zijn. Duitsland snakt naar hervormingen. Grote vraag is hoe de linkse coalitiepartner(s) gaat opereren. De SPD kan zich vastklampen aan ‘kroonjuwelen’ zoals ruimhartige migratie, uitgebreide sociale voorzieningen en kostbaar klimaatbeleid. Dat zou de regering bij voorbaat vleugellam maken. De Duitsers willen zeker géén herhaling van de vorige besluiteloze en kibbelende regering.

Les uit het verleden

In de campagne werd om de haverklap geschermd met het rampjaar 1933. Maar aan dat omineuze jaar ging 1930 vooraf. In maart van dat jaar waren de twee regeringspartijen, de sociaaldemocraten en de christendemocraten, niet bereid om over hun schaduw heen te springen en een nieuwe koers in te slaan. Ze legden de regeringsverantwoordelijkheid neer en lieten het speelveld over aan autoritaire regeringen. Die maakten op hun beurt de weg vrij voor Hitlers machtsovername in 1933. Die les uit het verleden is een stuk relevanter dan de campagne-bangmakerij met het jaar 1933: de twee Volksparteien moeten verantwoordelijkheid nemen, ook al doet dat hun clientèle pijn.

Gelukkig kent elke Duitse politicus de wijze levensles ‘Nach der Wahl ist vor der Wahl’. Dus wie weet houden ze zich wél aan de overduidelijke hervormingsopdracht van de kiezer. Al was het maar om in 2029 niet te worden weggevaagd door populistisch links en de AfD.

Willem Melching was als historicus verbonden aan de UvA en publiceert geregeld over Duitsland. Zijn laatste boek was De Zelfdenker (2023), een politieke biografie van Karel van het Reve.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u mee? Kijk HIERHartelijk dank!