Met vooruitziende blik, strijdend tegen valse profeten: Frits Bolkestein (1933-2025)

In september 1991 ontmoette ik Frits Bolkestein voor het eerst. Hij was de vers aangetreden fractieleider van de VVD en ik begon als politiek redacteur bij NRC/Handelsblad – een krant die hij ooit apprecieerde maar later veel over mopperde. Alleen de column van mr. J.L. Heldring pruimde hij nog.
Bolkestein had op 12 september van dat jaar een artikel gepubliceerd in De Volkskrant – de rivaal – over het migratie- en minderhedenbeleid; een debat dat gedurende decennia zou verhevigen. Hij kwam op mij over als een statige man, bijna burgermeesterachtig en formuleerde in een Nederlands dat in de jaren ’60 bij het grofvuil was gezet. Hij sprak als een boek. Een dergelijke politicus had ik nog nooit ontmoet.
Het opvallende van Bolkestein was zijn veelzijdigheid, internationale oriëntatie en vooruitziende blik. Een markant figuur in de geschiedenis van het naoorlogse Nederland. De meeste politici in de wandelgangen van de Tweede Kamer zijn druk met een dossier, of een deeltje ervan; of willen nog een commentaartje slijten. De leukste was Frans Weisglas (VVD) die mij ooit op een vrijdagochtend belde met een quote. Het gesprek kon niet te lang duren want hij had in de telefooncel niet genoeg kleingeld (kwartjes) bij zich.
Qua kennis was Bolkestein anders omdat hij veel had gestudeerd: wiskunde, filosofie, Grieks, rechten en economie aan diverse universiteiten. Daar kon geen enkel Kamerlid op bogen. Zijn kennisniveau torende boven anderen uit, die dat zagen als ‘arrogantie’. Bovendien had Bolkestein de roerige jaren ’60 van de vorige eeuw in Nederland gemist. Hij werkte toen voor Shell in Oost-Afrika, El Salvador, Londen, Indonesië en Parijs. De culturele revolutie had Nederland veranderd.
Bolkestein wilde de uitwassen van die tijdgeest bestrijden, vanuit Nederland, en deed in 1977 een poging Tweede Kamerlid te worden. Dat was van buitenaf niet eenvoudig, want niemand kende hem. Hij moest stad en land af naar de Kamercentrales van de VVD om zijn gezicht te laten zien. Zijn vriend Peter Rauwerda leidde hem langs de liberale kopstukken, zoals partijcoryfee Hans Wiegel – die echter niets voor hem deed. De verhouding Bolkestein Wiegel is nooit soepel geweest; de karakters schuurden. Bolkestein de intellectueel; Wiegel de entertainer. Pas in 1978 kwam Bolkestein in de Tweede Kamer, nadat het kabinet Den Uyl II er niet kwam. Uitgerekend dat kabinet wilde hij bestrijden.
Politieke drijfveer
Zijn politieke drijfveer was de bestrijding van het communisme. Hij was vol trots ‘anti-communiste primaire’. Toen Bolkestein voor Shell in Parijs zat, las hij het boek ‘Chinese Schimmen’ van de Belgische sinoloog Pierre Ryckmans (de auteursnaam was Simon Leys) over de kaalslag van de Chinese culturele revolutie. Bolkestein pendelde tussen Parijs en Amsterdam en las het boek bij voorkeur in de trein. Hij hekelde Westerse intellectuelen die grote bewondering hadden voor communistische dictaturen zoals in China, de Sovjet-Unie, Oost-Europa. En ook politici zoals de burgemeester van Rotterdam, André van der Louw, die namens het gemeentebestuur bloemen legde bij het graf van Mao voor ‘diens humane waarden’. Het aantal slachtoffers dat Mao maakte, geschat tussen de 40 en 70 miljoen, was kennelijk een noot in de geschiedenis. Zodra het over Westerse intellectuelen ging, ontstak de furie van Bolkestein.
Zijn brede historische kennis en ervaring in het buitenland gaven Bolkestein de ‘vooruitziende blik’ die elders ontbrak. Toen op 9 november 1989 de Berlijnse Muur viel, haalde hij zijn gelijk. Hetzelfde gebeurde met het migratie- en minderhedenbeleid. Hij voorzag waartoe een grote toestroom van mensen uit verschillende culturen, sommige met een ander waardenpatroon dan in het Westen, zou leiden.
Hij wees ook op de gevolgen van de enorme demografische groei van Afrika. Dit waren onderwerpen die de intellectuele en progressieve goegemeente ‘ongemakkelijk’ maakte. Bolkestein liep eens mee in een demonstratie tegen discriminatie en racisme, terwijl sommige demonstranten spandoeken meedroegen met de tekst: ‘Fuck de Bolk’. Hij liep mee in een demonstratie die juist tegen hém was gericht.
Uitbreiding NAVO
Als VVD-fractieleider verzette Bolkestein zich in een opinieartikel van 8 februari 1997, wederom in de Volkskrant die de bijnaam ‘Bolkskrant’ kreeg, tegen de uitbreiding van de NAVO. In een Kamerdebat op 4 maart van dat jaar zei hij: ‘Uitbreiding van de NAVO zal de stabiliteit van Europa niet vergroten, maar verkleinen. Uitbreiding van de NAVO zal de Russen ertoe brengen hun druk op Oekraïne te vergroten. Sluimerende pro-Russische krachten aldaar zullen zich gesteund voelen in toenadering tot Rusland’. Waar Bolkestein op duidde in 1997, is intussen gebeurd.
Vervolgens verzette Bolkestein zich tegen de uitbreiding van de eurozone met Italië omdat hij vreesde dat de criteria van het Stabiliteitspact zouden verwateren. Onder flinke druk van het kabinet-Kok en toegezegde garanties moest hij uiteindelijk toegeven. Hij verloor het debat, maar kreeg inhoudelijk gelijk. De eurozone is intussen een transferzone geworden.
Hij keerde zich tegen de Irak-oorlog in 2003 omdat dit tot een grote chaos zou leiden. De invasie versterkte enkel Iran. Ook was hij tegen het EU-lidmaatschap van Turkije omdat dit land ‘té groot, té arm en té anders’ is. In 1999 besloot de EU Turkije tot kandidaat-lidstaat te maken, maar 25 jaar na dato is er niets bereikt. Ook hier: Bolkestein had het voorzien. Niet als helderziende met een glazen bol, maar door grondige kennis van geschiedenis, politiek en economie. Een zeldzame combinatie. Als ervaringsdeskundige in Derde Wereldlanden had hij het falen van Ontwikkelingssamenwerking zelf al met eigen ogen gezien.
Europees Commissaris
In 1995 was ik naar België vertrokken om te werken voor de Vlaamse krant, De Standaard, dat toen nog ‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus’ prominent op de voorpagina had staan. Een nieuw avontuur, zo leek me. Als je het Binnenhof verlaat, verwateren contacten snel. Het is zoiets als tijdens de voetbalwedstrijd het stadion verlaten. Maar Bolkestein bleef altijd contact houden; hij nodigde me uit bij diners die hij thuis in Amsterdam hield. Samen met zijn vrouw Femke formeerde hij een ‘mix van mensen’ die elkaar wel wat te vertellen hadden. Frits hield het gesprek op niveau en genoot ervan. Ook nodigde hij me uit voor een lunch als hij en Femke via Brussel naar hun buitenhuis in het Franse Ramousies reed. We spraken dan af in Hoeilaart aan de Brusselse ring.
Op een zondagmiddag in de zomer van 1999 belde hij me op. ‘Goeden middag Derk Jan, dit is Bolkestein. ‘Zoals je wellicht hebt vernomen, sta ik op de nominatie tot Europees Commissaris te worden benoemd. Zou jij bereid zijn in mijn kabinet te werken’? Ik antwoordde met ja, waarop Bolkestein afsloot: ‘Goed dat is dan geregeld, ik wens je nog een prettige middag’. Ik had nog nooit zo’n kort sollicitatiegesprek gehad.
Bestuursstijl Bolkestein
Werken voor Bolkestein was natuurlijk anders dan op bezoek komen. Ik werd onderdeel van een kabinet van de Commissaris, bevoegd voor Interne Markt en Belastingen, in een groep van 6 personen: 3 Nederlanders en 3 andere EU-nationaliteiten. Ik hield me bezig met: contacten met het Europees Parlement, contacten met de Nederlandse media, liberalisering van de Europese postmarkt en toespraken schrijven.
Het eerste was lastig want Bolkestein was geen Europees federalist, dus ongelovige. De tweede zat vol met ‘oud zeer’ want Bolkestein was ‘geprikkeld’ zodra het om de vaderlandse pers ging. Bij het derde waren een meerderheid van de lidstaten en het Europees Parlement tegen. En toespraken schrijven was fascinerend om zijn ideeën in een stijl en context te gieten die een inhoudelijk punt maakte, zonder het kabinet van de Voorzitter, Romano Prodi, op de kast te jagen.
De bestuursstijl van Bolkestein was schematisch, alles op het juiste moment. Op de vergadertafel stond een klokje en als het volgens Frits te lang duurde, trommelde hij met zijn vingers op tafel. Ook bij interviews deed hij dat: het moet afgelopen zijn! Al had hij meer geduld voor de grote Britse bladen zoals de Financial Times, en was de Wall Street Journal (WSJ) kind aan huis. Nogal wat Nederlandse correspondenten omschreef hij als ‘zeikerds’.
Een Europees Commissaris heeft een kabinet om zijn of haar beleid door de bureaucratie te drukken, en de Commissaris te beschermen tegen valstrikken en intriges vanuit het ambtelijk apparaat. Dit betekent in vergaderingen steeds op je hoede zijn en de juiste coalities sluiten met kabinetten van andere Commissarissen die in dezelfde richting denken.
Tijdens zijn Commissariaat waren de verhoudingen met de Britse regering van Tony Blair hartelijk, met de Franse regering stroef en met de Duitse Bundeskanzler slecht. Dat was Gerhard Schröder, de Genosse der Bosse. De deelstaat Nedersaksen heeft een beslissend aandeel in Volkswagen (VW) en de Commissie wilde er een einde aan maken. Schröder was ook voormalig minister-president van Nedersaksen, en belde op met woedende toon. Bolkestein bleef in onderhandelingen altijd rustig als een edelman.
Hij sprak zijn talen ook goed. Vloeiend Engels, Frans, ook in het Spaans kon hij zich redden. Zijn Duits was echter wat minder, vooral omdat hij als perfectionist de naamvallen perfect wilde hebben. En dan stokt het soms. Hij nam zelfs tijdens zijn Commissietijd Duitse les.
Zijn verhoudingen met medecommissarissen was vrij goed. Na aanvankelijk twijfels vonden de meesten Bolkestein sympathiek en gezaghebbend. Hij ging ook ontbijten met zijn collega’s in het toprestaurant van de Commissie, la Convivialité, want goede persoonlijke relaties zijn in Europese politiek belangrijker dan in de nationale.
Fortuyn
Toch werd Bolkestein ingehaald door de Nederlandse politiek: de opkomst van Fortuyn! Bolkestein schoof in 1998 Hans Dijkstal naar voren als nieuwe fractieleider, overigens een vriendelijke man die ik leerde kennen tijdens een Tweede Kamermissie naar Indonesië in 1994. Dijkstal, voormalig wethouder in Wassenaar, was een vrolijk type met wie je alle kanten op kon. Ook ideologisch. Met het vertrek van Bolkestein schoof de VVD naar links en raakte de partij zijn ‘unique selling point’ kwijt: migratie.
Pim Fortuyn dook in het gat. Had Bolkestein de verkeerde opvolger aangesteld? In de dienstauto met Frits en Femke vroeg ik het eens. Was Dijkstal de juiste man? Femke zei meteen: ‘Nee, hij kan het niet’. Frits: ‘Maar wie had ik dan moeten nemen? Hans was Kamerlid, minister, vicepremier. Je zou verwachten dat hij dan lijsttrekker kan zijn’. Dat laatste zie je pas na de benoeming. Lukt het niet, dan zit de partij ermee. De keuze van de opvolger was voor Bolkestein een teleurstelling.
Pim dook in het gat en Bolkestein, die Fortuyn als persoon wel apprecieerde, wilde iets doen. Maar wat? Op zeker moment kwam hij mijn kantoortje binnen, wat hij wel eens vaker deed, om iets te testen. Hij wilde Fortuyn het etiket ‘pleefiguur’ opplakken: Pim als Nederlands premier in Europa zou daartoe leiden. Ik was niet overtuigd en zei dat Pim als ‘underdog’ de sympathie van veel kiezers geniet. De term ‘pleefiguur’ zou hem nog meer underdog maken en hem electoraal versterken. Weken gingen voorbij en ik hoopte dat de term was verdween. Ineens kwam Frits er mee voor de dag; enkele dagen later op 6 mei 2002 werd Pim vermoord. Dat kwam als een boemerang terug.
Angelsaksisch
Bolkestein als onderhandelaar was niet eenvoudig. Zodra hij een positie innam, was hij bijna niet meer te bewegen. De Latijnse aanpak was niet aan hem besteed. Dat merkte ik in de onderhandelingen voor de vrijmaking van de postmarkt. Digitaal verkeer zou briefverkeer verdringen en de postsector zou alleen nog toekomst hebben als modern logistiek bedrijf. Dat traject moest in de Richtlijn worden aangepast zodat bedrijven konden investeren. Maar de mystiek van de postbode was nog levend. Zeker bij hun vakbonden.
Het was moeilijk Frits te bewegen; het was steeds ‘niet snel genoeg’. Onder Belgisch EU-voorzitterschap lukte het de brug naar Zuid-Europa te slaan en kwam er een akkoord uit de bus van de Raad van Ministers. Frits prefereerde een Angelsaksische benadering.
In het Europees Parlement had Bolkestein behoorlijk veel vijanden, maar dat veranderde geleidelijk. Daar waren veel lunches voor nodig. Hij genoot van Straatsburg, in tegenstelling tot wat ik verwachtte. We gingen samen naar het Europees Parlement en Frits voelde zich er vrij. Hij kwam er ook los. Hij wilde ’s avonds lekker eten, in een restaurant vlak bij het Europees Parlement. Hij vertelde grappen, ook over de Nederlandse politiek. Uiteindelijk heeft de Tweede Kamer hem politiek gevormd. De relatie met Hans Wiegel, Ed Nijpels, ‘Nikkelen Neelie’. Alle drie voor verbetering vatbaar, om het eufemistisch uit te drukken.
Bolkestein-richtlijn
Uiteindelijk koos hij er niet voor zijn periode in de Europese Commissie voort te zetten. Femke kon haar draai in Brussel niet vinden en hing erg aan Amsterdam en haar vrienden aldaar. Ze hadden een appartement aan de Louizalaan in Brussel. Om 9.00 uur kwam hij per dienstauto op het werk en ging 19.00 uur terug. Hij had niet veel aanspraak, en zou bij verlenging nog 5 jaar moeten blijven pendelen. Hij hakte de knoop door: ik stop. De kabinetsleden kwamen allemaal onder dak. Ik ging over naar het kabinet van de Estse Europees Commissaris Siim Kallas, om Europa eens te bekijken vanuit het blikveld van Oost-Europa. Weer een andere beleving.
Bolkestein schreef nog wel een Europese richtlijn op zijn conto: de Bolkestein-richtlijn over de liberalisering van de Europese dienstenmarkt. Dienstverleners uit Oost-Europa mochten diensten verrichten in West-Europa, onder de voorwaarden in Oost-Europa. De richtlijn leidde tot een storm van protest in de straten van Brussel, met de ‘Poolse loodgieter’ als schrikbeeld. Vakbonden kwamen in actie tegen Bolkestein maar die was al vertrokken, want de richtlijn werd aan het eind van zijn termijn goedgekeurd door de Commissie, en later nog wat aangepast. Twintig jaar later is er echter in West-Europa een groot gebrek aan loodgieters, zij het uit Polen of andere Oost-Europese lidstaten. Loodgieters, metselaar, bouwvakkers: ze zijn onmisbaar als ‘arbeidsmigranten’.
Broos
Frits bleef actief, hij schreef boeken en publiceerde artikelen. In 2011 presenteerde hij zijn boek ‘De Intellectuele Verleiding’, wat zijn Opus Magnum moest worden. Bolkestein waarschuwde voor nieuwe ideologieën met totalitaire trekken die Westerse intellectuelen wederom zouden verleiden. Er verscheen ook een versie in het Engels; The Intellectual Temptation: Dangerous Ideas in Politics.
Op 27 juni 2013 was er ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag een symposium in de Amstelkerk – een soort Bolkestein-hoogmis. Vriend en vijand kwamen met bijdragen, onder wie zijn vroegere opponent Jan Pronk. Bolkestein zag het symposium als zijn formele afscheid van het grote debat, al bleef hij nog columns schrijven, zoals over het klimaatbeleid waarin hij een veredelde planeconomie ontwaarde. In Elsevier Weekblad van 12 januari 2017 noemde hij zich een ‘klimaatrealist’. Intellectuelen lieten zich volgens hem verleiden door ‘onheilsprofetieën’.
Ik bleef Bolkestein geregeld bezoeken in zijn werkruimte aan de Amstel, vlak bij het Amstelhotel. In dat appartement schreef hij, ontving er gasten, en organiseerde hij zelfs diners zoals hij vroeger thuis deed. Hij ging voor lunches graag naar ‘Bar Lempicka’ op de hoek van de Amstel en de Sarphatistraat. Dat werd wat te lawaaierig. Daarna gingen we naar het Amstelhotel, het liefst op het terras aan de Amstel. Maar Frits werd moeilijker ter been. Hij liep met een stok maar wilde zoveel mogelijk zelfstandig blijven.
Uiteindelijk kwamen Frits en Femke terecht in het Rosa Spier Huis in Laren. Ook daar ging ik op bezoek, midden in de bossen van het Gooi. We spraken er soms enkele uren. Ze vertelden bijvoorbeeld waar ieder van hen stond toen Winston Churchill zijn zegetocht maakte door Amsterdam op 8 mei 1946. Het was altijd boeiend, onder het genot van een kopje thee en een koekje.
Geleidelijk ging het echter minder goed, op het laatst met sprongen. Vorige week donderdag was ik nog op bezoek. Het ging duidelijk niet goed. Bij het vertrek wilde Frits in zijn rolstoel voor het raam in het zonnetje zitten. Daar zat hij tevreden, in de warmte en het licht van de zon. Zijn lichaam kon niet meer, maar de naam Frits Bolkestein leeft voort als monument in de Nederlandse politiek.
Eind 2024 verscheen ‘Rechtsomkeert’, het nieuwe boek van Derk Jan Eppink. Daarin schetst hij in heldere taal hoe zich in Europa, de Verenigde Staten en zeker ook in Nederland een politieke omwenteling voltrekt. Het boek verscheen bij Uitgeverij Blauwburgwal, kost € 22,95 en kan onder meer HIER worden besteld.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Hartelijk dank!
