De beer is los: wolvenlobby op ramkoers met burgers
Steeds omvangrijker worden de protesten tegen het huidige ‘samenleven met de wolf-beleid’. Onlangs werd in de Staten van Friesland een amendement aangenomen om tot een ‘wolvenvrije provincie’ te komen. En de provincie Utrecht vraagt alvast een afschotvergunning aan. Afgelopen weekend protesteerde een groep boze boeren en burgers in Drenthe en op 5 februari volgt een spoeddebat en een demonstratie bij het provinciehuis in Arnhem. De beer is los in wolvenland.
Het was te verwachten. Burgers, en dan vooral zij die in de provincie wonen, zijn het zat. ‘Wij willen onze veiligheid en vrijheid weer terug‘, staat op de aankondiging van het aanstaande protest tegen het wolvenbeleid van de provincie Gelderland. Dat verwoordt perfect het gevoel dat veel mensen hebben die in de provincie wonen. Er wordt over hun hoofden heen geregeerd. Ze worden niet gehoord en moeten er maar mee leren leven dat hun schapen en paarden worden opgegeten, dat hun kinderen niet meer vrij buiten kunnen spelen en dat ze in sommige gebieden hun hond niet meer durven uit te laten.
‘Waarom zetten ze die wolf niet in en Haag neer?’
Een fraai voorbeeld van de impact die de wolf heeft gaf Aart Jan Buitenhuis (directeur van de basisschool in Speuld bij Ermelo) in ons zojuist verschenen boek Nederwolf. Buitenhuis: ‘We hebben het alleen maar over dieren, maar onze kinderen komen op de fiets naar school. Die zagen in september 2023 doodgebeten of nog half levende schapen langs de kant van de weg liggen. Je moet wel van een ander planeet komen als je denkt dat dit niks met ze doet. We hebben er in die tijd veel over gesproken met de kinderen, zodat ze hun verhaal kwijt konden. We hebben ze tekeningen laten maken en je kunt wel raden wat ze allemaal tekenden. We hebben ook de boswachter langs laten komen, maar die zei dat er niks aan de hand was en dat je gewoon rustig moet blijven staan als je de wolf tegenkomt. Die man snapte duidelijk niks van kinderen, want kinderen zullen automatisch gaan rennen als ze een wolf zien staan. Die kunnen in zo’n situatie niet even afstand nemen en bedenken wat ze moeten doen, die zetten het op een lopen. Een van de kinderen zei: ‘Waarom zetten ze die wolf niet in Den Haag neer? Dan overleeft dat beest geen dag.’
Ik vond dat een rake opmerking, want het typeert de hele discussie. Niet alleen stikstof, maar ook de wolf verdiept de kloof tussen grachtengordel, Haagse kaasstolp en het platteland steeds verder. Met het alsmaar toenemende verzet kun je je dus afvragen hoe haalbaar het huidige beleid is, zowel politiek als maatschappelijk.
Friesland ‘wolvenvrij’?
Dat Friesland een wolvenvrije provincie wordt zie ik trouwens nog niet snel gebeuren. Zelfs als ze met riek en hooivork de revolutie zouden uitroepen en de Friese variant op de NEXIT zich zou voltrekken. De beschermde status is namelijk recent inmiddels wel door de Europese Unie verlaagd van strikt beschermd naar beschermd, maar volgens de Habitatrichtlijn mag van Europa nog steeds niets.
Sterker nog, de wolf kan ons woningbouwprogramma nog weleens behoorlijk dwars gaan zitten. Op dit moment zijn er in Nederland geen beschermde natuurgebieden aangewezen voor de wolf, waardoor er geen sprake is van toepassing van het gebiedsbeschermingsregime. Nederland heeft hiervoor (als enig EU-land) het criterium dat een diersoort minimaal tien jaar aaneengesloten in Nederland aanwezig moet zijn.
Deze periode gaat lopen vanaf het moment dat een soort zich voor het eerst heeft voortgeplant, in casu dus vanaf 2019. Gedurende die tien jaar moet sprake zijn van ‘regelmatige voortplanting’. Dit criterium is een nationale interpretatie van de richtlijn. Het regime van gebiedsbescherming heeft echter potentieel verregaande consequenties. Een wolf mag immers zelf bepalen waar hij gaat leven en vanaf 2029 zal dat gebied op slot gaan. Als stikstof dit land dus niet op slot gooit gaat de wolf dat wel doen, want nieuwe huizen bouwen in gebieden waar de wolf rondloopt kun je dan wel vergeten.
De overheid, aangestuurd door Europese regelgeving, ‘rewilders’ en de groene pro-wolvenlobby, lijkt op ramkoers met de burgers. Maar vreemd genoeg lijkt men dat zelf nog niet te beseffen. Slechts 20 procent van het Nederlandse grondgebied behoort tot de randstad. Daar wonen 44 procent van de Nederlanders. Die andere 56 procent woont in de provincie en beschikt over 80 procent van het landoppervlak.
Je zou zeggen dat die groep niet-Randstedelingen toch een behoorlijke stem in het beleid rondom de wolf zouden moeten hebben, maar welbeschouwd wordt het beleid vooral bepaald door wolf-minnende ecologen, groene lobby-clubjes en de Zoogdiervereniging. Deze laatste organisatie telt ongeveer 1500 leden, maar adviseert wel de provincies over het te voeren wolvenbeleid.
Was de wolf op de Betuwe wel een optie?
Misschien moeten we eens te rade gaan bij een man die echt verstand had van wilde dieren: de fameuze hoogleraar wildbiologie aan de Wageningen Universiteit Jan van Haaften (1927-2012) . Van Haaften bestudeerde onder andere het leven van wolven in de Balkan, Portugal en Mongolië en gold internationaal als een autoriteit op dit gebied.
Een ingezonden brief in de NRC van W.H. Heijting attendeerde mij op het voorwoord dat Van Haaften schreef bij de Nederlandse vertaling van een wolvenstudie van de Poolse bioloog en hoogleraar Levenswetenschappen Henryk Okarma. In zijn bijdrage schreef van Haaften niet alleen over de historie van wolven die in vroeger eeuwen in ons land leefden, maar ook over de plannen om wolven terug te laten keren of uit te zetten op de Veluwe.
Na een bespreking van alle voor- en nadelen eindigt dit hoofdstuk met de volgende conclusie: ‘Het is niet juist om te veronderstellen dat het voorkomen van de wolf in Nederland in eerste instantie zal afhangen of wij de wolf wel willen. Want laten we het eens omdraaien: zou de wolf de Veluwe wel willen? Wegen waarop dag en nacht auto’s razen, recreatieparken, campings overal (drukbezochte) wandelpaden, loslopende honden, wildrasters, hekken en bebouwing komen nu eenmaal niet voor in het aaneengesloten en nauwelijks gestoorde gebied waarin wolvenroedels gewoon zijn te jagen. Bovendien kunnen we ons afvragen of wolven op de Veluwe wel op wild zouden gaan jagen, terwijl overal landbouwdieren aanwezig zijn die een veel gemakkelijker prooi vormen! Tenslotte zou de groep te klein en volledig geïsoleerd zijn van andere wolvenpopulaties; daardoor zou geen enkele genetische uitwisseling mogelijk zijn met als gevolg inteelt en verzwakking. Herintroductie van de wolven op de Veluwe is dus geen reële optie. Misschien jammer voor ons, maar veel beter voor de wolf.’
Van Haaften had het nog over ‘herintroductie’. Inmiddels is wel duidelijk dat het dier hier vermoedelijk op eigen kracht naartoe is gekomen en er van herintroductie dus geen sprake is. Maar Van Haaften voorzag hoe dan ook grote problemen met wolven in Nederland. Wel was hij voorstander van het behoud van deze diersoort in Europese gebieden waar de levensvoorwaarden voor de wolf nog ruimschoots aanwezig zijn.
De Nederwolf is een experiment met de wolf en met Nederland
Terugblikkend kun je stellen dat we in dit hele wolvenverhaal de werkelijkheid steeds weer anders blijkt te zijn dan zogenaamde wolvenkenners ons voorspiegelen. Eerst werd ons verteld dat de wolf af en toe een schaapje zou pakken. Niet dus. Toen werd ons verteld dat ze niet over wolfwerende hekken klimmen. Ook dat klopte niet helemaal. Wolven zouden de bewoonde wereld mijden. Inmiddels is wel duidelijk dat ze dat niet doen. Wolven zouden geen honden of mensen aanvallen. Inmiddels zijn diverse honden het slachtoffer en werd een kind gegrepen.
De meest recente bewering van dergelijke strekking deed de directeur van de provinciale afdeling van de Dierenbescherming Peter Boertje onlangs in het AD. Boertje stelde in een bericht (‘Provincie Zuid-Holland gaat wolf niet doodschieten’): ‘Laat de wolf met rust en hij zal ons mijden’.
Hoe je dat moet doen in een gebied met vier miljoen inwoners en heel veel toeristen vertelde hij er niet bij. Waarmee ik maar wil zeggen dat we in een klein volgebouwd landje met 18 miljoen inwoners een experiment ingerommeld zijn waarvan niemand de uitkomst kent en dat het ergste doet vrezen. Dan is het begrijpelijk dat burgers de straat op gaan om te demonstreren. Want in de provincie heerst sterk het gevoel dat de overheid meer is begaan met de bescherming van wolven dan met de veiligheid van de eigen burgers.
‘Nederwolf – de terugkeer van een gevreesde landgenoot’ van Oswin Schneeweisz en Wouter Roorda is een uitgave van Uitgeverij Blauwburgwal. Het boek kost € 22,50, is verschenen op 3 februari 2025 en is overal te koop en te bestellen, bijvoorbeeld in de winkel van Wynia’s Week.
Oscar Schneeweisz en Wouter Roorda zijn ook te beluisteren en te bekijken in deze video in Wynia’s Week TV WWTV. Deze video is tevens te beluisteren als podcast. Wynia’s Week is er drie keer in de week. Neem een gratis abonnement. Abonneer je ook op de video’s en de podcast!