Door ongemakkelijke kennis af te wijzen onthult het SCP zijn eigen politieke agenda
Op maandag 25 november was er in de Tweede Kamer een wetgevingsoverleg over Integratie en maatschappelijke samenhang. In dat overleg kwam ook de ‘Rapportage Integratie en Samenleven 2024’ van het CBS aan de orde. In die rapportage staat de sociaaleconomische integratie centraal. VVD-Kamerlid Bente Becker wees ook op problemen als genitale verminking onder jonge vrouwen, eergerelateerd geweld en de toenemende orthodoxie binnen religieuze gemeenschappen. In dat verband diende ze een motie in voor regelmatig onderzoek naar de culturele en religieuze normen van Nederlanders met een migratieachtergrond.
De staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid gaven op 26 november in een schriftelijke reactie aan de wensen van de Kamer mee te nemen in het periodieke SCP-onderzoek naar de positie van Nederlanders met én zonder migratieachtergrond. Daarmee leek alles geregeld. Maar dat bleek niet het geval.
Vertekend beeld van de motie-Becker
Denk-Kamerlid Doğukan Ergin verspreidde onjuiste claims over de motie op sociale media, wat leidde tot beschuldigingen van racisme. Becker reageerde op 10 december op de kritiek in een column en benadrukte het belang van feitelijke inzichten in integratieproblemen.
Op 19 december 2024 reageerde Karen van Oudenhoven, de directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), op de motie-Becker met een column onder de kop ‘Maak kennis niet politiek’. Ze sluit aan bij de kritiek van partijen als DENK en PvdA/GL: ‘Legio mensen zagen in de motie de intentie om de culturele en religieuze normen en waarden van mensen met een migratieachtergrond te registreren, om daarop te kunnen sturen.’ Ten overvloede voegt ze daar aan toe: ‘Voor alle duidelijkheid: wij achten het onder geen enkele omstandigheid wenselijk om gegevens te registreren die tot individuen te herleiden zijn.’ Daar had Becker helemaal niet om gevraagd en er was ook niemand in het debat op 25 november die het zo had opgevat.
Van Oudenhoven wijst op de gevoeligheid van onderzoek naar culturele groepen en het risico van stigmatisering. Ze verwijst naar SCP-onderzoek dat aantoont dat meer geïntegreerde mensen juist meer uitsluiting ervaren. In 2025 en 2026 wil het SCP een nieuwe survey uitvoeren over samenleven in een diverse samenleving.
Becker wijst erop dat integratieproblemen nog steeds actueel zijn, met aandacht voor genitale verminking onder jonge vrouwen met een migratieachtergrond. Sommige migranten reizen naar hun landen van herkomst voor besnijdenis, omdat dit in Nederland verboden is. Uit een rondgang van de NOS onder gynaecologen en andere medische specialisten bleek dat zij regelmatig slachtoffers van genitale verminking tegenkomen. (NOS, 12 december 2024)
Kritiek Van Oudenhoven is gemakzuchtig
Omroep Gelderland bericht op 21 januari: ‘Vier mannen staan de komende dagen voor de rechter op verdenking van de moord op de 28-jarige Roshin in Apeldoorn. De vrouw is in het bijzijn van haar 3-jarige dochter met tientallen messteken om het leven gebracht. De vrouw zou het slachtoffer zijn van eerwraak.’ Deze zaak staat niet op zich zelf. Het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd geweld meldde in 2023 een toename van dergelijk geweld, vaak binnen Turkse, Marokkaanse of Syrische families.
Becker pleit voor regelmatig onderzoek naar de culturele en religieuze normen van deze groepen. Dat is natuurlijk ingewikkeld: de betrokkenen staan niet vooraan om deel te nemen aan enquêtes en zijn moeilijk te bereiken voor onderzoekers. Hierdoor blijven belangrijke kwesties zoals antisemitisme, homohaat en eerwraak in bestaande onderzoeken onderbelicht. Het afdoen van deze vragen als politieke beïnvloeding is gemakzuchtig, en dat is precies wat Van Oudenhoven doet.
Superdiversiteit en de boodschap van aanpassing
In het begin van haar column schrijft van Oudenhoven: ‘Onze samenleving wordt steeds diverser. Niet alleen doordat steeds meer mensen met een migratieachtergrond in ons land wonen, maar ook doordat de onderlinge verschillen binnen culturele groepen in opleiding, inkomen, woonsituatie en opvattingen toenemen. De Britse wetenschapper Steven Vertovec spreekt in dit verband van superdiversiteit.’
Dit concept is door de Vlaamse socioloog Dirk Geldof nader uitgewerkt in zijn in 2013 verschenen boek Superdiversiteit – Hoe migratie onze samenleving verandert. Geldof benoemt drie kenmerken van superdiversiteit: de kwantitatieve toename van migranten met een migratieachtergrond, de toenemende diversiteit onder migranten zelf, en de normalisering van diversiteit bij jongere generaties die hierin opgroeien. Geldof is jarenlang actief geweest voor de partij Groen!, de Vlaamse zusterpartij van GroenLinks.
Progressief perspectief
De socioloog Maurice Crul heeft de impact van superdiversiteit in Nederland nader onderzocht. In 2013 publiceerde Crul, samen met Jens Schneider en Frans Lelie, het boek Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie. In dit boek wordt gewezen op het heuglijke feit dat Amsterdam sinds 2011 een ‘majority-minority city’ is, waarbij de autochtone bevolking officieel een minderheid vormt. De auteurs pleiten voor een positieve benadering van deze diversiteit, waarbij de succesvolle tweede generatie jongeren een voortrekkersrol vervult in de emancipatie binnen hun gemeenschappen.
Het boek wordt nadrukkelijk gepresenteerd als een progressief perspectief als tegenwicht tegen het benadrukken van integratieproblemen. De toon wordt al gezet in het voorwoord: ‘Dit boek is geschreven in de donkere dagen van het kabinet-Rutte-Verhagen-Wilders. De tijd waarin je aan buitenlandse collega’s keer op keer moest uitleggen wat er met Nederland was gebeurd.’
Het boek Coming to Terms with Superdiversity – The Case of Rotterdam uit 2019, onder redactie van Maurice Crul en anderen, presenteert Rotterdam als een stad waar superdiversiteit niet leidt tot wereldburgerschap en acceptatie, maar eerder tot negatieve reacties en de opkomst van anti-immigratie partijen. Ook Han Entzinger levert een bijdrage aan dit boek. In de epiloog beschouwt Steven Vertovec Rotterdam als een ‘ongelukkige versie’ van superdiversiteit.
In 2023 publiceren Crul en Lelie het boek De nieuwe minderheid, dat zich richt op mensen zonder migratieachtergrond in superdiverse steden. Dit boek onderzoekt hoe deze groep diversiteit ervaart en benadrukt dat velen de culturele variëteit als verrijkend beschouwen, maar slechts weinigen een gemengde vriendengroep hebben. Voor de nieuwe minderheid is het leven een stuk aangenamer als ze zich aanpassen aan de nieuwe realiteit.
Geen diversiteit van perspectieven
In de discussie over de rol van kennis en objectiviteit binnen de sociale wetenschappen, benadrukt Van Oudenhoven dat kennis over de samenleving geen politiek instrument mag zijn. Dit lijkt echter een eenzijdige opvatting, omdat haar verzet tegen de motie van Becker en haar kritiek op het integratiedebat vooral gericht zijn op standpunten van de ‘rechtse’ politieke kant. Dit roept de vraag op in hoeverre haar benadering werkelijk vrij is van politieke invloeden, of dat ze, door bepaalde perspectieven te negeren of af te wijzen, eigenlijk een eigen politieke agenda nastreeft. Van Oudenhoven spreekt veel over diversiteit, maar houdt geen rekening met de diversiteit aan perspectieven.
DENK schreef in haar verkiezingsprogramma van 2023: ‘Mensen die hier opgroeien, hoeven niet te integreren. Die zijn gewoon Nederlander. Wij pleiten voor wederzijdse acceptatie in plaats van integratie. Het is nu de taak van DENK om ervoor te zorgen dat deze boodschap overal in de samenleving wordt gehoord.’ Deze boodschap heeft in ieder geval gehoor gevonden bij het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Feike Reitsma is meer dan veertig jaar werkzaam geweest op het gebied van overheidspersoneelsbeleid, arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktonderzoek.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!