Ga gewoon ouderwets plantjes tellen om de staat van de natuur te bepalen

JoostSchepel 21-1-25
Vrijwilligers tellen planten in de tuin van Bezoekerscentrum Dwingelderveld. Beeld: rtvdrenthe.nl

Door Joost Schepel*

Na een recente uitspraak van de Raad van State over stikstof klinkt een bijna algemene oproep aan het kabinet om snel met concrete plannen te komen om de stikstofuitstoot verder te verminderen. Maar wat echt nodig is, is een grondige aanpassing van de stikstofwetgeving.

Op 18 december 2024 heeft de Raad van State het zogenaamd ‘intern salderen’ aan banden gelegd. Net als het Programma Aanpak Stikstof (PAS), waar de Raad van State in 2019 een stokje voor stak, was dit een manier (sommigen zeggen een truc) om soepeler met de Nederlandse stikstofregels om te gaan.

Nu is Leiden helemaal in last. Door de uitspraak zijn verschillende bouwprojecten, waaronder nieuwe woonwijken, met terugwerkende kracht illegaal geworden. Die soep zal niet zo heet gegeten worden als hij wordt opgediend, maar de uitspraak heeft zeker gevolgen voor de toekomstige vergunningverlening. Woonminister Mona Keijzer pleitte daarom in Brussel al voor het soepeler mogen toepassen van EU-regels voor de woningbouw.

Greenpeace tegen de Staat

Bijna algemeen is de kritiek dat het kabinet onvoldoende haast maakt om de stikstofuitstoot verder te verminderen. De partijen ter linkerzijde (Partij voor de Dieren, GL/PvdA, D66) willen dat bereiken door een snelle en drastische reductie van de veestapel. Ook de coalitiepartijen NSC en VVD zien vermindering van de veestapel als oplossingsrichting. Dat brengt landbouwminister Femke Wiersma (BBB) in een lastige positie.

Intussen wordt met angst en beven het vonnis van de rechtbank Den Haag afgewacht. Die doet op woensdag 22 januari uitspraak in een zaak die door Greenpeace tegen de Staat is aangespannen. De milieuorganisatie vindt dat de Staat veel te weinig doet om de natuur te beschermen tegen te hoge stikstofemissies en daarmee zijn eigen wettelijke doelen niet haalt.

Greenpeace heeft hiermee een wezenlijk punt en daar moeten partijen die in 2021 voor de wijziging van de natuurbeschermingswet hebben gestemd zich rekenschap van geven. Om alle doemscenario’s het hoofd te kunnen bieden, wordt nu een ministeriële commissie opgetuigd.

In de EU Habitat Richtlijn uit 1992, die tot doel heeft om de biodiversiteit in stand te houden door wilde flora en fauna te beschermen, wordt nergens het woord stikstof genoemd. Deze richtlijn heeft geleid tot de vaststelling van 162 Natura-2000 gebieden in Nederland. De richtlijn geeft EU-landen als opdracht verslechtering van de natuur tegen te gaan en kent een aantal open begrippen die voor meerdere interpretaties vatbaar zijn zoals: ‘passende maatregelen, storende factoren, significante effecten, significante gevolgen, passende beoordeling en dwingende redenen van openbaar belang’.

Nederland koos voor strenge interpretatie

De EU-landen hadden een zekere vrijheid om invulling aan de richtlijn te geven. In Nederland is door vorige regeringen en parlementen gekozen voor een strengere interpretatie, steeds verdere aanpassing van de wet natuurbescherming en een modellenwerkelijkheid met het verplichte systeem Aerius om via de stikstofdepositie de staat van de natuur vast te stellen. Alleen als projecten tot minder stikstofuitstoot dan 0,005 mol (= 0,07 gram ofwel het vogelpoepje van Arnout Jaspers) op nabijgelegen Natura-2000 gebieden zouden leiden, hoefde geen natuurvergunning te worden verkregen.

Om Nederland niet helemaal economisch stil te leggen kozen praktische bestuurders (zoals Henk Bleker) voor manieren (PAS, intern en extern salderen) om deze stringente interpretatie van de Habitat-richtlijn te omzeilen. Na de laatste uitspraken van de Raad van State kun je zeggen dat de hardliners gewonnen hebben.

Andere landen hebben ruimere norm

In ons omringende landen is voor een minder stringente interpretatie van de Habitat-richtlijn gekozen. In het Duitse Bundes Naturgesetz staat bijvoorbeeld een algemene hardheidsclausule en geldt een veel hogere stikstofnorm. Ook de Belgische en Franse wetgeving kennen een expliciete bepaling dat rekening wordt gehouden met onder andere de vereisten op economisch gebied.

Daarnaast ligt de drempel om te klagen of te procederen in Nederland veel lager dan in ons omringende landen. In Nederland wordt iedere rechtspersoon met een natuurdoelstelling in zijn statuten toegelaten tot een procedure. In Duitsland is die beperkt tot eigenaren en andere rechthebbenden, omdat alleen zij in hun subjectieve rechten kunnen worden geschaad. Een organisatie als Mobilisation for the Environment (MOB) van Johan Vollenbroek zou ook om die reden nooit tot een bloeiende procespraktijk in Duitsland kunnen komen.

Dat ook onze Raad van State de verschillende interpretaties van de Habitat-richtlijn door andere EU-landen respecteert, blijkt onder meer uit zijn uitspraak van 5 augustus 2015 over het Nederlandse Tracébesluit Verruiming Vaarweg Eemshaven-Noordzee. Onder meer de MOB had daartegen beroep ingesteld en aangevoerd dat de stikstofbelasting op nabijgelegen Duitse Natura-2000 gebieden onaanvaardbaar zou toenemen.

Na te hebben vastgesteld dat de bijdrage van de vaarwegverruiming maximaal 0,5 mol/ha/jaar is en dat volgens de Duitse methode effecten alleen in beschouwing worden genomen indien de depositie door het project meer dan 7,14 mol/ha/jaar is, werd dat bezwaar van de MOB van tafel geveegd. Bij zo’n project met effecten op Nederlandse Natura-2000 gebieden zou de MOB ongetwijfeld wel succes hebben gehad bij de Raad van State.

Ouderwets plantjes tellen

In een eerdere bijdrage heb ik uiteengezet dat het juist goed gaat met de Nederlandse natuur, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. Ten onrechte ligt de focus nu grotendeels op stikstof. Dat komt mede door het verplichte computermodel Aerius. De commissie-Hordijk heeft gezegd dat Aerius te onnauwkeurig is en ongeschikt voor de vergunningverlening. De reactie was dat Aerius bleef zolang er geen goed alternatief is.

Maar dat betere alternatief is er wel degelijk: gewoon ouderwets plantjes tellen, soorten en aantallen. Daar zijn duizenden vrijwilligers, leden van natuurclubs, voor beschikbaar die dat nu al incidenteel doen en hun bevindingen doorgeven aan de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Maar dat moet gewoon gestructureerd, jaar in jaar uit, dan zie je ook de tendensen en of en waar soorten toe- of afnemen en kun je daarop concrete beheermaatregelen nemen.

Maak slechte wet ongedaan

In het Hoofdlijnenakkoord zijn de coalitiepartijen overeengekomen om voor vergunningverlening een drempelwaarde voor stikstof in te voeren van 1 mol/ha/jaar. Dan zou de stikstofcrisis onmiddellijk tot het verleden behoren. Ook moeten de resultaatverplichtingen voor stikstofreductie die Nederland vrijwillig in de in 2021 gewijzigde wet natuurbescherming heeft opgenomen (en waar Greenpeace zich terecht op beroept) uit de wet worden gehaald. Een slechte wet moet ook weer ongedaan kunnen worden gemaakt. De parlementaire verhoudingen liggen nu ook anders dan toen de wetswijziging tot stand kwam (al blijven NSC maar ook VVD onzekere factoren).

Een EU-richtlijn die wel betrekking heeft op stikstof is de Nitraatrichtlijn. Deze heeft tot doel waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen te verminderen. Een lidstaat stelt zelf vast welke gebieden kwetsbaar zijn. Nederland heeft het hele grondgebied aangewezen als kwetsbare zone. Eigenlijk is dat best gek want uit veel studies (onder andere van het RIVM in 2007) is gebleken dat klei- en veengronden veel minder uitspoelingsgevoelig zijn dan zand- en lössgronden en dat geldt ook voor blijvend grasland ten opzichte van bouwland. Nederland had er ook voor kunnen kiezen alleen de zand- en lössgronden als kwetsbare gebieden aan te wijzen.

Volgens de Nitraatrichtlijn mag maximaal 170 kg stikstof in dierlijke mest per hectare op alle landbouwgrond in kwetsbare gebieden worden toegediend. Nederland heeft tot 2026 van de EU een derogatie (zeg maar een dispensatie) gekregen die sinds 2023 wordt afgebouwd. Dit jaar is de derogatie nog 190-200 kg stikstof per hectare. Vanaf 2026 is het definitief over en uit en geldt in Nederland voor alle landbouwgrond de norm van 170 kg stikstof. Verschillende landbouwministers uit eerdere kabinetten zijn met de pet in de hand naar Brussel gegaan om te vragen of toch niet alstublieft de derogatie kon worden verlengd maar kwamen steeds van een koude kermis terug.

Behoorlijke klussen

In 2005 is in Wageningen een studie gepubliceerd in welke mate de Nederlandse veehouders in staat waren stikstof en fosfaat uit meststoffen om te zetten in netto gewas. Uit een representatieve verzameling van ruim 250 melkveebedrijven bleek productiegrasland in de periode 1998-2002 gemiddeld 487 kg stikstof per hectare per jaar waarvan 277 kg via dierlijke mest om te zetten in netto gewas. Nederland heeft geen mestoverschot, maar een zelf gecreëerd mestprobleem dat Nederland zelf moet kunnen oplossen zonder gedwongen reductie van de veestapel.

Een zelfbewust kabinet dat opkomt voor het Nederlands belang kan er ook voor kiezen om alleen de Zand- en Lössregio als kwetsbaar gebied voor de Nitraatrichtlijn aan te wijzen en de Kleiregio en de Veenregio erbuiten te laten. Daar is ook objectief alle reden toe. De EU-nitraatnorm voor grond- en oppervlaktewater is 50 milligram per liter. In 2022, dus vóór de afbouw van de derogatie bedroeg deze in de Kleiregio 18 mm en in de Veenregio 9 mm, dus beide ver onder de norm.

Al met al behoorlijke klussen voor minister Femke Wiersma, die ook waarschijnlijk niet 100% loyale medewerking van haar ambtenaren krijgt die jarenlang voor eerdere kabinetten op een heel andere fiets hebben gezeten.

*Joost Schepel was advocaat, directeur en eigenaar van reisbureaus.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!