Wim Groot: Zorg versus onderwijs: het kabinet heeft zichzelf in de hoek geschilderd
Na de universiteiten protesteren nu ook de ziekenhuizen tegen bezuinigingen. PVV, VVD, NSC en BBB willen de komende jaren veel extra geld uittrekken voor verlaging van het eigen risico en versterking van de defensie. Daarnaast willen ze de koopkracht van de burger verbeteren. Om dat de bereiken is in het coalitieakkoord afgesproken dat er wordt bezuinigd op klimaat en milieu, ontwikkelingssamenwerking, het aantal ambtenaren en onderwijs.
De voorgenomen bezuinigingen op onderwijs riepen binnen en buiten Den Haag veel weerstand op. Omdat de coalitie in de Eerste Kamer geen meerderheid heeft, moest steun worden geworven bij de oppositie om de begrotingen door het parlement te krijgen. Die waren alleen bereid deze steun te geven als ten minste een deel van de bezuinigingen op onderwijs uit het coalitieakkoord van tafel ging.
In het compromis dat afgelopen week werd gesloten, werden de bezuinigingen op onderwijs met 750 miljoen euro verlaagd. Om dit gat in de begroting te dekken, spraken de coalitiepartijen met de drie christelijke partijen – CDA, ChristenUnie en SGP – en JA21 af om 315 miljoen euro te bezuinigen op medisch-specialistische zorg. Van de overheidssubsidie op het opleidingsbudget voor verpleegkundigen en medisch specialisten wordt 165 miljoen euro afgehaald. Daarnaast wordt 150 miljoen euro gekort op de inkomens van vrijgevestigde medisch specialisten. Veel is nog onduidelijk over hoe en waar deze bezuinigingen gerealiseerd moeten worden.
Rauw op het dak
Zorgminister Fleur Agema (PVV) was vooral ongelukkig met de bezuiniging op het opleidingsbudget voor verpleegkundigen. Het viel haar ‘rauw op het dak’. Er is al een tekort aan gespecialiseerde verpleegkundigen. Dat zou door verlaging van het opleidingsbudget nog groter kunnen worden.
De ziekenhuizen leggen zich niet zo maar neer bij deze bezuiniging. Ze dreigen niet mee te werken aan aanpassing van het integraal zorgakkoord dat de voorganger van minister Agema, Ernst Kuipers (D66), twee jaar geleden met ziekenhuizen en zorgverzekeraars heeft gesloten. De huidige coalitie wil met ziekenhuizen en zorgverzekeraars een nieuw zorgakkoord met bezuinigingen sluiten.
In het coalitieakkoord is hiervoor een bezuiniging van 300 miljoen euro ingeboekt. Als ziekenhuizen niet bereid zijn te onderhandelen over een nieuw zorgakkoord komen deze bezuinigingen op losse schroeven te staan. Wat de coalitie aan de ene kant dan bezuinigt op het opleidingsbudget en de inkomens van medisch specialisten wordt dan aan de andere kant teniet gedaan doordat er geen nieuw zorgakkoord wordt afgesloten.
Ziekenhuizen zouden ook kunnen proberen de bezuinigingen te verhalen op de zorgverzekeraars door hogere tarieven voor behandelingen te eisen. Ook zo zou de bezuiniging teniet worden gedaan. Aan de ene kant is er dan een verlaging van de collectieve lasten door verlaging van het opleidingsbudget. Aan de andere kan een verhoging van de collectieve lasten door hogere zorgpremies. Vestzak, broekzak.
Als ziekenhuizen zich helemaal uit het integraal zorgakkoord zouden terugtrekken, zoals de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) twee weken geleden al heeft gedaan, zouden de uitgaven aan medisch-specialistische zorg de komende jaren nog meer kunnen stijgen. In het zorgakkoord is afgesproken dat de ziekenhuiskosten jaarlijks met niet meer dan 0,7 procent mogen stijgen (de compensatie voor de inflatie komt daar nog wel bovenop). Als ziekenhuizen het zorgakkoord opzeggen, zullen ze extra geld van de zorgverzekeraars eisen om aan de toenemende zorgvraag te voldoen.
In de onderhandelingen met ziekenhuizen zijn de zorgverzekeraars de onderliggende partij: zij zullen moeilijk weerstand kunnen bieden tegen de hogere eisen van ziekenhuizen. Het gevolg is dat de premies en collectieve lasten flink zullen stijgen. Precies het omgekeerde dus van de bezuiniging op de zorg die de coalitie beoogt.
Hogere lasten voor bedrijfsleven
De coalitiepartijen snappen niet dat bezuinigen op de ziekenhuizen toch iets anders is dan bezuinigen op universiteiten. Universiteiten kun je korten op hun budget. Bij ziekenhuizen gaat dat niet zo. Die kunnen hun eisen bij de zorgverzekeraars leggen. Het kabinet is ook afhankelijk van hun medewerking aan zorgakkoorden om bezuinigingen te realiseren.
De linkse oppositiepartijen wilden dat de bezuinigingen op onderwijs helemaal van tafel gingen. Het gat in de begroting dat daardoor ontstaat, wilden zij dekken door de lasten voor het bedrijfsleven te verhogen. Dit was voor de coalitiepartijen onbespreekbaar. Dit is belangrijk voor een ander paradepaardje voor de coalitie: de verlaging van het eigen risico.
Op deze plek heb ik al eerder betoogd dat verlaging van het eigen risico tot een flinke premiestijging voor de burger zal leiden. Afgelopen week bevestigde het Centraal Planbureau dit. Het CPB verwacht dat door de verlaging van het eigen risico van 385 naar 165 euro per jaar de premie zal stijgen tot 200 euro per maand. Vanaf volgende maand is de gemiddelde premie 157 euro. Burgers zullen dus bijna een derde meer premie moeten betalen zodra het eigen risico wordt verlaagd.
Dilemma voor Geert Wilders
Dit creëert een groot dilemma voor met name Geert Wilders. De verlaging van het eigen risico was een belangrijke belofte van Wilders tijdens de verkiezingscampagne. Moet de afspraak om het eigen risico te verlagen worden doorgezet of niet als de premies zo enorm stijgen? Als de afspraak niet wordt uitgevoerd, breekt Wilders een van zijn belangrijkste verkiezingsbelofte en staat hij te boek als onbetrouwbaar. Zet hij door dan riskeert hij de woede van burgers die hun zorgpremie extra zien stijgen.
Een uitweg uit dilemma zou kunnen zijn om de bijdrage die de werkgevers betalen aan de zorgverzekering te verhogen. De linkse oppositie zal dit ongetwijfeld voorstellen. Maar zoals de discussie over de bezuiniging op onderwijs laten zien, is lastenverhoging voor het bedrijfsleven voor de coalitie onbespreekbaar.
De afspraken die PVV, VVD, NSC en BBB in het coalitieakkoord hebben gemaakt, blijken de confrontatie met de realiteit maar moeilijk aan te kunnen.
Hoogleraar economie Wim Groot schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week, vaak over gezondheidszorg.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!