Menno Tamminga: Bitcoin is de knaller van het jaar. Maar kan bitcoin de weelde van zijn eigen succes dragen?

menno
Beeld: lerenbeleggenvoorbeginners.com.

In de kleedkamer van het zwembad was er een paar weken geleden een nieuw gespreksonderwerp. Niet de Voetbal Inside van de avond ervoor of Max Verstappen. Het ging opeens over de koers van bitcoin en andere cryptovaluta.

Vorige week was bitcoin voor het eerst meer dan 100.000 dollar waard. Kassa voor enkele zwemmers.

Als de prijs van een product stijgt, gaan mensen er minder van kopen, constateerde de legendarische aandelenbelegger Warren Buffett ooit. Het wordt ze te duur. Maar als aandelenprijzen stijgen, merkte hij, willen mensen juist méér kopen. Dat geldt nu ook voor bitcoin.

Recordregen

Bitcoin is de knaller van het jaar. Maar ook aandelen rijgen records aaneen. De Dow Jones graadmeter kwam vorige week voor het eerst boven de 45.000 punten.

Er is nog een succesnummer. Goud. Een troy ounce goud, de reguliere gewichtsmaat (ruim 31 gram), kost nu 2.663 dollar na een recordstand van 2.790 vijf weken geleden.

Aandelenkoersen genieten van de verwachting van een lagere rente én liberaliseringspolitiek van inkomende president Donald Trump.

Maar waarom zijn bitcoin en goud zo populair?

Bitcoin en goud lijken op elkaar, maar ze zijn ook water en vuur. Eerst de overeenkomsten. Het delven van goud en van bitcoin (daar heet het zelfs mining) is kostbaar. Dat heeft op zichzelf al een prijsverhogend effect. Om bitcoins te delven staan batterijen computers te ‘stampen’ en energie te verbruiken.

De aanvoer van nieuw gewonnen goud is in handen van een klein aantal grote exploratiebedrijven, de aanvoer van nieuwe bitcoins wordt om de paar jaar gehalveerd. Schaarste en prijsschommelingen zitten ingebakken in het systeem.  

Goud en bitcoins geven geen inkomsten, tenzij je je bitcoins uitleent via een beursplatform.

Nog een overeenkomst: beperkte gebruikswaarde. Goud vindt zijn weg naar juwelen en wat industriële producten. Een hypotheek afsluiten in bitcoins is af te raden: de lening wordt met elke koersstijging (in dollars of euro’s) hoger. Met bitcoin betalen kan. Maar even een pizza afrekenen, zoals je dat met euro’s doet, is toekomstmuziek.

Beurs bankroet

Laatste overeenkomst: hun koerswinst. De laatste keer dat ik over bitcoin schreef op Wynia’s Week was twee jaar geleden na het bankroet van cryptobeurs FTX op de Bahama’s van Sam Bankman-Fried. Dit is niet het einde van bitcoin, schreef ik toen. ‘Maar zelfs áls dit het einde zou zijn, dan komt er iets nieuws. Alles wat technologie kan maken en waar een markt voor is, zal gemaakt worden.’

Hoon was mijn deel. Dat ik er niks van had begrepen was nog de aardigste reactie. Bitcoin stond toen op 20.000 dollar. Chapeau voor wie toen bleef beleggen en de munt nog steeds bezit.

Eeuwenlang een begrip

Spannender dan de overeenkomsten zijn de verschillen. Om te beginnen: goud heeft geschiedenis, bitcoin niet. Goud was eeuwenlang dé grondstof voor officiële betaalmiddelen. Goud is ingeburgerd als veilige waarde. Bitcoin en cryptovaluta zijn fonkelnieuw. Hun kenmerk is digitalisering.

Daaruit volgt: goud is een klassieker, bitcoin komt net kijken, een hightech jonkie.

Goud beleeft zijn beste tijden als chaos op de loer ligt. Dan zal de klassieke waarde van goud zich bewijzen, zeggen de liefhebbers, als aandelen en obligaties door oorlog of hyperinflatie behangpapier worden. Bitcoin is juist het product van orde en regelmaat, van een digitaal systeem van nullen en enen.

Ontwrichters à la Musk

Goud staat voor macht, voor gekroonde hoofden en religieuze leiders. Goud is gevestigde orde. Bitcoin en cryptovaluta zijn juist de favoriet van de techwereld, van ontwrichters à la Elon Musk, die al in 2021 een deel van het kasgeld van Tesla in bitcoins stak. Musk heeft ook zijn eigen cryptomunt.

Zowel de goudaanhangers als de cryptofans geloven heilig in hun keuze. Zij hebben wel iets van zendelingen. Ze hebben de toekomst gezien en willen dat geloof verspreiden. Een geloof met vette rendementen.

In de cryptowereld hunkert men naar de erkenning die de goudaanhangers al hebben. Erkenning door de bewakers van het financiële systeem, de centrale banken.

De kooplust van centrale banken is een van de factoren die de goudprijs heeft opgestuwd. Centrale banken spreiden hun reserves over meerdere valuta en beleggingen en dat vertaalt zich in extra vraag naar goud. Dat is wel paradoxaal. Centrale banken zijn de instituties die de waarde van het papiergeld veilig moeten stellen en lage inflatie nastreven. Maar zij zoeken hun heil ook in goud, dat juist floreert als centrale banken hun taak verwaarlozen en inflatie uit de hand loopt.

Geldwereld buiten spel

Als centrale banken, om te beginnen de Amerikaanse Federal Reserve, een deel van hun reserves in cryptomunten steken, zoals Trump in de verkiezingscampagne suggereerde, is de acceptatie van bitcoin compleet. Dat zou de ultieme overwinning zijn. Dat jaagt de koers nu al op. De officiële geldwereld investeert in de munt die juist was bedoeld als ondermijning van de officiële geldwereld door alles anders te doen en de gevestigde banken buiten spel te zetten.

Dan is de revolutie geslaagd, maar daarna? Dan is het gedaan met de aantrekkingskracht van het ‘wij tegen de financiële wereld’-motto. Dan is bitcoin ‘gewoon’ digitaal goud. En als het crypto-experiment toch verwarring, of misschien wel financiële chaos veroorzaakt, dan is goud de veilige haven.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Hartelijk dank!