Bart Jan Spruyt: Blijf af van informeel onderwijs op zondagscholen en pak salafistische Koranscholen strafrechtelijk aan
Het kabinet wil niet alleen salafistische Koranscholen maar alle vormen van informeel onderwijs, zoals zondagscholen, gaan controleren. Deze inbreuk in het leven achter de voordeur is onconstitutioneel, politiek dom, en getuigt van een bedenkelijke vorm van zelfislamisering.
Gekmakend dom kunnen politici zijn. Neem Dilan Yesilgöz van de VVD, die niet alleen op korte termijn noodzakelijke politieke steun dreigt te verspelen, maar op langere termijn zelfs de steun aan de rechtstaat op het spel zet. Met haar ‘vrijheidsagenda’ en dreigementen aan zondagscholen.
Veilig achter de voordeur
Op een ledenbijeenkomst van haar partij in Amsterdam heeft Dilan Yesilgöz stevige kritiek geuit op het verschijnsel religie in het algemeen en in het bijzonder op ‘geloof dat een georganiseerd of politiek karakter krijgt’. Met dat laatste doelde zij vooral op het ‘islamisme’, maar de strekking van haar woorden is breder: ook christelijke groepen hebben zich in Nederland politiek georganiseerd (CDA, ChristenUnie, SGP) en die zouden dus ook, volgens Yesilgöz, ‘heel gevaarlijk’ zijn.
Geloof mag in een seculiere samenleving geen invloed en zeker geen controle hebben op het openbare leven. Geloof is op zich misschien ‘hartstikke mooi’, maar moet veilig opgeborgen blijven achter de voordeur van het privéleven. En met dit pleidooi zei zij ‘op de lijn van Bolkestein’ te zitten.
Met deze uitspraken van Yesilgöz zijn we ondertussen ver verwijderd geraakt van wat de partij zelf steeds in haar beginselprogramma’s heeft uitgesproken, en van de opvattingen van good old Frits Bolkestein zelf. In die beginselprogramma’s, vanaf 1948, heette het nog (in onderscheiden formuleringen) dat het christendom tot de onmisbare fundamenten van onze beschaving behoort. Frits Bolkestein begreep dat het liberalisme op deze fundamenten parasiteert omdat het zelf niet de waarden en normen (deugdethiek) in huis had om dat fundament te onderhouden – maar zijn pleidooien om daar eens aandacht aan te schenken zijn binnen de VVD als een lekke bal in de zandbak neergeploft.
Yesilgöz wijkt met haar uitspraken dus duidelijk af van de historische lijn van haar partij. In feite propageert zij een radicaal laïcisme dat tot nog toe alleen een voorvechter heeft gevonden in het kemalisme, de heel erg on-Nederlandse ideologie van de Turkse leider Atatürk.
Toezicht op ‘informeel onderwijs’
Maar het is eigenlijk nog erger dan hier geschetst. Yesilgöz zegt wel, zelfs in die radicale toespraak van vorige week, dat religie achter de voordeur wat haar betreft ongemoeid kan blijven, maar ondertussen verdedigt VVD-staatssecretaris Mariëlle Paul (Onderwijs) in het parlement een wetsvoorstel dat de regering wel degelijk het instrumentarium biedt om achter de voordeur te komen kijken en daar te inspecteren wat wij zoal geloven en zeggen en doen.
Het gaat om het wetsvoorstel om vanuit de overheid toezicht te houden op ‘informeel onderwijs’. Het gaat daarbij om Koranscholen, onderwijs dat via sportclubs of de scouting wordt gegeven, informeel Joods onderwijs, Alpha-cursussen, hindoe-onderwijs en kerkelijk jeugdwerk zoals zondagscholen en catechisatielessen. Op al die ‘weekendscholen’ zou wel eens haat, geweld of discriminatie kunnen worden gepropageerd en daartegen moeten jonge mensen (tussen 4 en 17 jaar) door de overheid worden beschermd. En de Onderwijsinspectie moet dit gaan doen.
Zelfislamisering
In de klassiek-liberale opvatting over de overheid stond de overtuiging centraal dat een samenleving uit verschillende groepen en levensovertuigingen bestaat, dat de overheid daar zelf geen keuze in maakt, maar aan al die groepen ruimte en vrijheid laat. De grote vragen over de oorsprong van het leven (schepping/evolutie), over het begin van het leven (abortus), over de voortplanting van het leven (huwelijk en seksualiteit), over het einde van het leven (euthanasie), en over hóe wij zouden leven, worden door mensen heel verschillend beantwoord, vanuit hun hart en geweten. Daar blijf je als overheid vanaf.
En een verschil van mening over die grote vragen is politiek en staatsrechtelijk van een geheel andere orde dan het aankweken van een gewelddadige aversie tegen de Nederlandse samenleving. Het niet willen zien van dit onderscheid zou zelfs als een vorm van zelfislamisering kunnen worden gezien: de aanpassing van de eigen spelregels aan de aanwezigheid van een islamitische gemeenschap. Uit angst om te discrimineren worden salafistische Koranscholen over één kam geschoren met lieve, door-en-door burgerlijke en aangepaste zondagscholen – en daarmee wordt het christelijk geloof gediskwalificeerd als potentieel net zo gevaarlijk als het islamisme.
In het sociaal-liberale denken maakt de overheid echter wel levensbeschouwelijke keuzes en ziet zij het als haar taak om die keuzes binnen alle gemeenschappen ingang te doen vinden. In dit geval gaat het dus, kort gezegd, om art. 1 van de Grondwet – het laatste en enige, hoogste en alleen heilige gebod in ons land: gij zult niet discrimineren.
Het idee om de Onderwijsinspectie op zondagscholen en dergelijke af te sturen, ontstond in het jaar 2019, toen journalistiek onderzoek van Nieuwsuur en NRC Handelblad (na eerdere waarschuwingen tegen het salafisme door de AIVD) aan het licht bracht dat kinderen op Nederlandse Koranscholen leren dat mensen met een ander geloof dan de islam de doodstraf verdienen. De leerlingen worden met lesmateriaal uit Saoedi-Arabië aangemoedigd om niet in de Nederlandse samenleving te integreren.
Ook liberale ideeën zijn gebaseerd op een levensovertuiging
Dat was schokkend, en toenmalig minister Wiersma (VVD) bedacht het plan om ook informeel onderwijs aan het toezicht van de Onderwijsinspectie te onderwerpen. Wiersma viel, en het kabinet ook, maar het wetsvoorstel verdween niet van tafel. Het huidige kabinet gaf het wetsvoorstel een plekje in het Hoofdlijnenakkoord en heeft het begin deze maand opnieuw gepresenteerd en onderworpen aan een zogeheten internetconsultatie. Het is de bedoeling dat de Tweede Kamer er zich volgend jaar over buigt, nadat het advies van de Raad van State is ingewonnen. Het kabinet negeert hiermee een begin dit jaar door de Tweede Kamer aangenomen motie (ingediend door CDA en SGP) om het toezicht op ‘informeel onderwijs’ enkel en alleen te beperken tot ‘broedplaatsen van radicalisering en strijdigheid met de democratische rechtsorde’.
Maar gelijkheid rules. De problemen zijn weliswaar alleen bij salafistische Koranscholen geconstateerd, maar het is natuurlijk niet mogelijk die alleen te gaan inspecteren. Nee, dan alle informeel onderwijs, alle ‘weekendscholen’, inclusief de zondagscholen.
Het wetsvoorstel is natuurlijk een ongekende inbreuk op de vrijheid van godsdienst en onderwijs. Tot het klassiek-liberale denken behoort ook het principe van de scheiding van kerk en staat. Dat principe houdt in dat de kerk niet over de staat mag heersen, maar ook dat de staat niet mag heersen over het interne leven van de kerk. En het betekent niet dat een geloofsovertuiging geen rol mag spelen in het publieke leven. Alle ideeën die daar worden verspreid zijn immers op een levensovertuiging gebaseerd, ook de liberale. Al lijden liberalen over het algemeen aan het euvel dat zij van mening zijn dat hun ideeën ‘neutraal’ zijn.
Toen het wetsvoorstel bekend werd, was de kritiek dan ook scherp. ‘Onhaalbaar, onuitvoerbaar en ongrondwettelijk’, zo luidde het advies van het ministerie aan de eigen minister Wiersma. Juristen als de gerenommeerde hoogleraren Renée van Schoonhoven (VU) en Paul van Sasse van IJsselt signaleerden dat het wetsvoorstel onconstitutioneel is. De overheid dreigt de Rubicon over te steken. ‘De overheid gaat een fundamentele, principiële grens over. Kerken in Nederland zijn al 175 jaar vrij om hun eigen aangelegenheden te regelen, zonder overheidsbemoeienis. Dat is een groot goed’, schreef Teunis van Kooten, universitair docent Recht & Religie. En een bezwaar van meer praktische aard: de Onderwijsinspectie zelf slaagt er nu al niet in om iedere school eens in de vier jaar met een bezoek te vereren. De dienst is zelf ook tegen het wetsvoorstel, en noemde het deze week ‘onuitvoerbaar, niet effectief en rechtstatelijk kwetsbaar’.
Tijdens het debat over de Onderwijsbegroting, deze week in de Tweede Kamer, kwam het al tot een clash over dit onderwerp en werd de machtspolitieke kaart getrokken. Een ‘furieuze’ Chris Stoffer van de SGP dreigde geen steun aan de begroting te geven als de plannen om een zondagschoolpolitie in te voeren, blijven bestaan. En hij weet dat de steun van zijn partij in de Eerste Kamer nodig is.
Maar die Koranscholen dan?
Die vrijheidsagenda van de VVD van Dilan Yesilgöz dreigt dus niet alleen voor de korte termijn een beetje dom te zijn, maar vooral voor de lange termijn desastreuze gevolgen te hebben. Als grote groepen in de Nederlandse samenleving in hun fundamentele rechten worden aangetast, en vrijheid er blijkbaar alleen is voor mensen die net zo denken als Dilan Yesilgöz and her ilk, dan zal dit deze groepen van die rechtstaat vervreemden. En die terechte distantie zal het wantrouwen jegens de overheid ongekend bevorderen.
Maar die salafistische Koranscholen dan? Die zijn zeker een groot probleem en een directe bedreiging voor de vrede en orde in onze samenleving. Maar daar hebben we niet de Onderwijsinspectie voor, en daar hebben we geen algemene en megalomane wet tegen informeel onderwijs voor nodig. Daar hebben we opsporingsdiensten voor als de politie en de AIVD, en het Wetboek van Strafrecht. De juridische grondslag voor het gericht aanpakken van specifieke vormen van informeel onderwijs bieden de openbare orde en veiligheid – en de zorg daarvoor is wel een kerntaak van de overheid.
Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!