Johannes Vervloed: Een federaal Europa om Amerika het hoofd te bieden is onhaalbaar en onbetaalbaar
Nu Donald Trump tegen de verwachting en vooral hoop van bepaalde kringen in, de presidentsverkiezingen heeft gewonnen, wordt de roep gehoord om niet langer afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten. Niet voor wat betreft onze veiligheid en niet voor onze welvaart. Via een versnelde integratie moet de Europese Unie op eigen benen gaan staan. Alleen op die manier zou tegenwicht geboden kunnen worden aan het onheil dat met die vermaledijde Trump ongetwijfeld over Europa zal neerdalen. Hij zou de Amerikaanse veiligheidsparaplu over Europa niet langer willen betalen (lees: de NAVO willen opheffen) en met importheffingen grote schade willen toebrengen aan de Europese economie.
De overwinning van de Republikeinen in de VS wordt in genoemde kringen zelfs als een blessing in disguise gezien, omdat zonder een dreiging van buitenaf de door hen gewenste Europese eenheid niet tot stand komt.
Eigen Europese defensie
Concreet wordt opgeroepen tot een eigen Europese defensie, te financieren vanuit een omvangrijk Souvereignty Fund, dat behalve met bijdragen vanuit de lidstaten gevuld dient te worden via de uitgifte van eurobonds. Tevens dient een sterke Europese defensie-industrie op poten te worden gezet en moet een einde worden gemaakt aan de aankopen van defensiematerieel in de VS.
Alleen op die manier, zo wordt gezegd, kan Oekraïne de strijd tegen Rusland volhouden. De Europese landen zullen het begrotings- en militair materieel gat moeten opvullen dat de VS onder Trump achterlaat. Hij heeft gezegd te stoppen met de Amerikaanse steun.
Een eigen Europese defensie is ook nodig, zo heet het, om Poetin buiten de deur te houden. Als Oekraïne valt, zo is de uitgesproken vrees, zal hij zijn zegetocht voortzetten (dat Poetin nooit zo gek zal zijn om een NAVO-lidstaat aan te vallen – dat staat gelijk aan zelfmoord – wordt dan vergeten). Ook moeten de Amerikaanse importheffingen en de Inflation Reduction Act (belastingvoordelen voor firma’s die in duurzame energie investeren) worden bestreden met grootscheepse staatssteun aan de Europese industrie – om zo te voorkomen dat firma’s naar de VS vertrekken. Importheffingen dienen met een ‘tit for tat’ beantwoord te worden.
Hoe realistisch is dit scenario? Wel, dat valt te bezien. Van Europese eenheid is sowieso geen sprake. Aan de ene kant staan Frankrijk, Spanje, België en (in mindere mate) Duitsland, die een federalisering van de EU beogen. Maar aan de andere kant van het politieke spectrum zien we Italië, Hongarije, Slowakije en sinds kort ook Nederland: lidstaten die hun soevereiniteit willen behouden en niets van verdere integratie, van federalisering willen weten. De overige EU-landen nemen een tussenpositie in.
Voorts zien we binnen de federale groep een verschuiving naar de positie van de soevereine groep. De Franse president Emmanuel Macron heeft het in zijn land niet langer alleen voor het zeggen en moet leven met een nationalistische regering. De ‘stoplichtcoalitie’ in Duitsland van sociaaldemocraten, groenen en liberalen was al minder enthousiast over federalisering dan Macron, maar is binnenkort weg en gaat volgens de polls worden vervangen door een centrumrechtse regering die niets van federalisering wil weten.
België is zoals gebruikelijk verwikkeld in een langdurige formatieonderhandeling en de huidige Spaanse regering kan elk moment vallen als de naar onafhankelijkheid strevende Catalaanse Junts-partij van Carles Puigdemont de stekker eruit trekt. Waarna volgens de polls in dat land eveneens een centrumrechtse regering aantreedt.
Onhaalbaar en onbetaalbaar
De roep om een versnelde integratie en voor een federale EU mag dan luid klinken (ook de mainstream media vertolken dit geluid gretig), de realiteit is dat het gaat om een doel dat onhaalbaar en vooral ook onbetaalbaar is. Zowel een eigen defensie(industrie) als grootschalige industriepolitiek, zoals bepleit in het recente Draghi-rapport, is niet gratis. De EU-begroting zou moeten worden verdubbeld en álle lidstaten zouden moeten instemmen met de uitgifte op grote schaal van eurobonds door de Europese Commissie.
De Commissie zou zo grote bevoegdheden krijgen en in de ogen van de soevereine groep veel te machtig zou worden. Dat Von der Leyen dit ambieert is geen geheim, maar dat zij er het groene licht voor krijgt, is uitgesloten. Zeker als het aan haar grote rivaal Giorgia Meloni ligt. De Italiaanse premier heeft niets met de ideeën van Von der Leyen en trouwens ook niet met haar als persoon. De keuze van de commissievoorzitter voor de traditionele coalitie in het Europees Parlement van christendemocraten, sociaaldemocraten en groenen en het niet willen overwegen van een alternatieve meerderheid van christendemocraten, ECR (Meloni’s partij) en de patriotten van Orbán, Le Pen en Wilders, is ze niet vergeten en heeft ze ook niet vergeven.
Een realistischer en ook effectiever scenario is samenwerking met de nieuwe Amerikaanse regering. De EU kan een uitzonderingspositie bedingen op de komende importheffingen uit de VS. Daartoe zal water in de wijn gedaan moeten worden. De Europese Commissie zal moeten ophouden met het opleggen van boetes aan Amerikaanse ‘big tech’-firma’s. Ook het functioneren van de sociaalnetwerksite X van Elon Musk, Trumps grote vriend, mag niet onmogelijk worden gemaakt. De Europese markt zal opengesteld moeten worden voor Amerikaanse producten, ook op landbouwgebied (inclusief plofkippen). Er zullen serieuze onderhandelingen van start moeten gaan over een handelsakkoord met de VS.
Als de Europese Commissie, daartoe gedwongen door de opstelling van de lidstaten, afziet van staatssteun aan de Europese industrie, is de kans groot dat de Inflation Reduction Act van tafel gaat. De wet, uit de koker van de Democraten, was vooral bedoeld om 40 procent CO2-reductie in 2030 te bewerkstelligen. Trump heeft weinig op met klimaathysterie en zal de VS naar alle waarschijnlijkheid (wederom) uit het verdrag van Parijs terugtrekken.
Het federale sprookje zal verstommen
De economie van de EU is ook niet gebaat bij industriepolitiek en staatssteun. Die heeft nog nooit iets goeds voortgebracht. Beter is het om het eerder dit jaar uitgebrachte rapport van de Italiaanse oud-premier Enrico Letta te omarmen. Letta pleit in zijn rapport voor de voltooiing van de interne markt, meer specifiek voor verdere integratie van kapitaal-, telecom- en energiemarkten en voor het verminderen van de duizenden regeltjes waaraan het Europese bedrijfsleven moet voldoen – met als laatste ‘nuisance’ de duurzaamheidsrapportage plicht, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
We zullen het federale sprookje nog wel een tijdje voorgeschoteld krijgen, maar op een gegeven moment zal dit geluid – dat in Nederland vooral wordt vertolkt door GroenLinks-PvdA, D66 en Volt – verstommen. Het zal worden ingehaald door de harde werkelijkheid. Een meerderheid in de Europese Unie heeft niets op met federale vergezichten, wil geen centraal gestuurde economie, gelooft in de innovatieve kracht van de interne markt (mits de daarop opererende firma’s toegang tot financiering krijgen) en wil de NAVO behouden als hoedster van onze veiligheid.
Johannes Vervloed was gedurende bijna vier decennia verbonden aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, met als standplaatsen onder meer Jakarta, Sint-Petersburg en Parijs.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!