Menno Tamminga: Het lukt maar niet om malafide arbeidsmigratie te bestrijden. VVD en BBB weten waarom

tamminga
Sectoren als de vleesverwerking en de land- en tuinbouw, waar veel arbeidsmigranten werken, hadden en hebben machtige politieke bondgenoten. Beeld: LinkedIn.

Het is een oud trucje van politieke en andere woordvoerders: wacht met het publiceren van slecht nieuws tot de aandacht van de media is afgeleid, bijvoorbeeld door een crisissfeer.

Zo gebeurde het dat minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) op 25 oktober uitstel meldde van de bestrijding van malafide praktijken bij arbeidsmigratie. Op dat moment was politiek Den Haag in de ban van de afloop van het asielcrisisberaad.   

Van Hijum wil dolgraag maatregelen nemen, schreef hij aan de Tweede Kamer. Hij heeft echter geen geschikte uitvoerder en toezichthouder gevonden voor de bestrijding van foute uitzendbureaus. De justitiële organisatie die het zóu doen, zag teveel hindernissen. Het woord urgentie valt in zijn brief vijf maal. De minister komt met wat lapmiddelen, maar dat verandert niks aan de vertraging. En dit dossier sleept al zo lang. Al een jaar of vijftien.

Misstanden

Malafide uitzendbureaus spelen een faciliterende rol bij misstanden, met name bij de binnen-Europese arbeidsmigranten: Polen, Bulgaren, Roemenen, Hongaren. Denk bij misstanden aan onderbetaling, gevaarlijk werk zonder adequate veiligheidsmaatregelen, te lange werktijden, slechte of dure huisvesting.

Nederland telde in 2022 984.000 arbeidsmigranten, schreef het Centraal Planbureau eerder dit jaar in een analyse. Veel van hen komen naar Nederland via een uitzendbureau. Een op de zeven uitzendbureaus overtreedt bewust de wet, schatte inspecteur-generaal Rits de Boer van de Arbeidsinspectie twee jaar geleden in NRC. Dat zouden 2.500 bureaus zijn.

Malafide uitzendbureaus zijn om twee redenen een maatschappelijke én een economische uitwas. Om te beginnen is het schadelijk voor de betrokken arbeidsmigranten zelf. Maar het is óók schadelijk voor de Nederlandse economie omdat werkgevers die in zee gaan met malafide bureaus een kostenvoordeel pakken tegenover hun eerlijke concurrenten. De slechteriken saboteren de arbeidsmarkt en ondermijnen hun concurrenten die de wettelijke voorschriften en cao-regels wél in acht nemen.   

En weet u wat het meest verfoeilijke is? Dit probleem bestaat al een jaar of vijftien, misschien langer. En het lukt politici in Den Haag én in Brussel niet om er werkelijk iets aan te veranderen. Waarom niet?

Ondoordachte Europese integratie

Daar zijn drie redenen voor. Goedbedoelde liberalisering, gegroeide economische belangen én ondoordachte en naïeve Europese integratie. Dat was een proces van meer dan twee decennia.

Per 1998 liberaliseerde het links-liberale kabinet-Kok de uitzendmarkt. Wie een uitzendbureau wilde beginnen, had geen vergunning meer nodig. Het was de tijdgeest, zeg maar. Het was óók de tijdgeest om welwillend te kijken naar de arbeidsmigratie die op gang kwam toen Midden- en Oost-Europese landen toetraden tot de EU en hun inwoners in de EU konden werken. Die mensen hadden decennia gezucht onder communistische regimes, nu konden ook zij een welvarende economie opbouwen.

Het zou zo’n vaart niet lopen… Wel dus. ‘De dynamiek van de open grenzen binnen de EU werd sterk onderschat’, constateerde het CPB in zijn eerder genoemde analyse droogjes.

Europese landen mochten zelf beslissen of ze de grenzen van hun arbeidsmarkt terstond openstelden of even uitstel wilden. Engeland wachtte niet. Brexit was het resultaat. Onderschatting van de aantrekkingskracht van welvarend West-Europa was aan de orde van de dag, de maatschappelijke en politieke consequenties op langere termijn (huisvesting, onderwijs, arbeidsomstandigheden) werden genegeerd.

De liberalisering van de Nederlandse uitzendmarkt kwam opeens goed van pas. Je kon een uitzendbureau oprichten, arbeidskrachten werven via bijvoorbeeld een dochterbedrijfje in Polen of Roemenië, hogere lonen betalen dan in hun thuisland, maar wel dáár lagere sociale premies dan in Nederland afdragen. Zo ontdekten werkgevers en hun adviseurs een el dorado van sluipwegen en ontduikkansen.

Links verdeeld

De eerste die dat opviel, waren vakbondsbestuurders. Hun leden zagen de misstanden en de gevolgen voor hun eigen banen. Arbeidsmigratie dreef een wig in de toch al broze ‘rode familie’. Want de Partij van de Arbeid, maar ook de meeste andere linkse partijen (minus de SP) waren juist overtuigd van de zonnige kant van Europese integratie.

Het duurde tot 2013 voordat Lodewijk Asscher (PvdA) als minister van Sociale Zaken steeds luider waarschuwde tegen ongebreidelde binnen-Europese arbeidsmigratie. Critici spraken er schande van. Want de Europese eenwording is een verheven project waarvan de voordelen niet in twijfel mogen worden getrokken en de nadelen liever niet expliciet benoemd. Maar in Brussel én in Den Haag kreeg hij de handen niet op elkaar voor serieuze maatregelen.

De voordelen in de landen van herkomst én voor werkgevers in Nederland zijn te groot. In sectoren als vleesverwerking, land- en tuinbouw en distributie, waar arbeidsmigranten werken, zijn de financiële belangen alleen maar gegroeid. Deze sectoren hadden en hebben machtige politieke bondgenoten. Van oudsher CDA en VVD, nu BBB en VVD.

De nadelen liggen al jaren op tafel. Op 29 september 2011 publiceerde een onderzoekscommissie van de Tweede Kamer het rapport Lessen uit recente arbeidsmigratie. Citaat: ‘De commissie is geschrokken van het groot aantal malafide uitzendbureaus en de slechte, soms schrijnende huisvestingssituaties van arbeidsmigranten.’

Een remmende slak

In 2020 kwam een commissie onder leiding van oud-SP leider Emile Roemer met vijftig concrete aanbevelingen, zoals regulering van de uitzendbranche. Daar zit nu de tegenvaller die Van Hijum twee weken geleden meldde.     

‘Om misstanden structureel aan te pakken, moet ik nu kiezen voor zorgvuldigheid boven snelheid,’ schreef Van Hijum de Tweede Kamer. Snelheid? Het is de snelheid van een slak die afremt in de bocht.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!