Bart Collard: 20 jaar na de moord op Van Gogh hebben we nog weinig geleerd
Afgelopen zaterdag was het twintig jaar geleden dat Theo van Gogh in Amsterdam werd vermoord door Mohammed Bouyeri. Het ging om een islamitische terroristische aanslag. Van Gogh moest sterven omdat hij Allah had beledigd. Vlak voor de aanslag op 2 november 2004 was in Nederland het debat opgelaaid over hoever de vrijheid van meningsuiting moet gaan, met name wanneer het gaat om de islam. Hoeveel wijzer zijn we op dat punt inmiddels geworden?
Wellicht had verwacht kunnen worden dat het jihadisme een halt zou worden toegeroepen in de westerse landen na de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten (ruim 2700 doden) en de terreuraanslagen op het openbaar vervoer in Madrid (maart 2004, 191 doden) en Londen (juli 2005, 56 doden). Aanvankelijk leek die beweging ook in Nederland te zijn ingezet. De politie en de AIVD intensiveerden hun aandacht voor jihadistische cellen.
Toch waren er ook tegenkrachten. In het publieke debat rees in Nederland al direct de vraag of Van Gogh niet zelf schuld had gehad aan zijn dood. Hij had zich immers regelmatig laatdunkend uitgelaten over de islam (hoewel hij op religie in het algemeen kritisch was). Vlak voor de moord had hij samen met de afvallige Ayaan Hirsi Ali de film Submission Part 1 gemaakt. In die film vertelden moslima’s hoe slecht zij – met kennelijke goedkeuring door Allah – door moslimmannen werden behandeld. Op hun schaars geklede lichamen werden Koranteksten afgebeeld die dergelijk gedrag legitimeren. Dat was een regelrechte aanval op de moslimgemeenschap, toch?
Een kwetsende Deense cartoon
Het is belangrijk om bij enkele belangrijke gebeurtenissen sinds de moord op Van Gogh nog eens stil te staan.
Een Deense auteur zocht in 2005 een tekenaar die een afbeelding van de profeet Mohammed wilde maken ter publicatie in een kinderboek, maar zijn zoektocht leverde niets op. Had de moord op Van Gogh daarmee te maken? Het Deense dagblad Jyllands-Posten hoorde van de kwestie en vroeg vervolgens tekenaars om een cartoon van de islamitische profeet te maken. Twaalf ervan werden in september 2005 in de krant afgedrukt.
Volgens veel niet-moslims in het westen waren de cartoons kwetsend en onnodig provocerend. Moslims over de hele wereld waren woedend en er ontstonden diplomatieke rellen. Maar het leidde ook tot geweld. Moslims probeerden een aanslag te plegen op Kurt Westergaard, één van de Mohammed-tekenaars. Iemand drong zijn huis binnen, maar Westergaard vluchtte net op tijd een safe room in. Het Deense consulaat in Beiroet (Libanon) werd in brand gestoken. In het Midden-Oosten vonden ook bij overheidsgebouwen van andere westerse landen gewelddadige protesten plaats. Zelfs in juni 2008 was er nog een aanslag op de Deense ambassade in Pakistan.
In februari 2006 pleitte toenmalig VVD-Tweede Kamerlid Ayaan Hirsi Ali in Berlijn voor het recht om te beledigen. Cabaretier Hans Teeuwen herhaalde dat punt in een discussie met de Meiden van Halal in het televisieprogramma Bimbo’s en Boerka’s; het werd in 2007 uitverkoren tot ‘TV-moment van het Jaar’. Toch bleef het een zeer gevoelig punt.
In 2010 en 2011 werd Geert Wilders vervolgd in verband met ‘beledigende’ uitlatingen in de Volkskrant en zijn in maart 2008 uitgebrachte film Fitna. Na een lang proces volgde vrijspraak.
In 2012 werd het budget van de AIVD plots met 80 miljoen euro verminderd. Hoogleraar en publicist Afshin Ellian waarschuwde voor de schade die dat zou opleveren: een inlichtingenpositie die gedurende tal van jaren was opgebouwd, werd in één klap afgebroken. Dat laat zich niet makkelijk herstellen.
Waarschijnlijk heeft Nederland geluk gehad dat het internationaal jihadisme zich in die jaren vooral richtte op andere landen in Europa en op de moslimwereld. Maar verdwenen was het natuurlijk niet, zo bleek toen ISIS in 2014 een islamitisch kalifaat uitriep.
Charlie Hebdo
In januari 2015 werd de westerse wereld wakker geschud door de islamitische moordaanslag op het hoofdkantoor van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs. Er vielen twaalf doden. Op het internet ging de hashtag #JeSuisCharlie viral. Maar al snel werd het weer oorverdovend stil.
In juni 2015 onthoofde een geradicaliseerde man zijn werkgever in het Franse Saint-Quentin-Fallavier. Het voorval kreeg in Nederland weinig aandacht. Dit in tegenstelling tot de islamitische moordpartij in het theater Bataclan in Parijs, in november 2015, waarbij 89 bezoekers om het leven kwamen. Hoewel Frankrijk voortdurend werd en wordt geteisterd door kleinschalige islamitisch geweld, was het land nu het podium van twee grootschalige terroristische aanslagen in één jaar.
In 2016 draaide de tweede strafzaak tegen Geert Wilders. Het startpunt daarvan was zijn ‘Minder-Marokkanen’-uitspraak uit 2014. In 2020 werd Wilders schuldig bevonden aan groepsbelediging.
Op Bevrijdingsdag 2018 stak Malek Fostok uit naam van Allah meerdere mensen neer nabij station Hollands Spoor in Den Haag. Fostok werd echter vooral gezien als ‘verward’ en ontkwam aan een veroordeling voor een terroristisch misdrijf.
In juni 2018 kondigde Geert Wilders een Mohammed-cartoonwedstrijd aan. Duizenden woeste moslims gingen in Pakistan de straat op om tegen de PVV-leider te demonstreren. In augustus dat jaar reisde de Pakistaan Junaid Iqbal naar Nederland om Wilders te vermoorden. Hij werd voortijdig opgepakt. Diezelfde maand reisde de Afghaanse Jawed Sultani vanuit Duitsland naar Amsterdam en stak daar twee toeristen neer, uit boosheid over de cartoonwedstrijd. Die was door Wilders inmiddels afgeblazen – Sultani wist dat niet – omdat hij meende dat zijn punt reeds was gemaakt: moslims over de hele wereld worden nog steeds zo boos van het tekenen van een plaatje van hun profeet, dat ze bereid zijn tot geweld, al dan niet dodelijk.
Eind 2018 werd leden van een terroristische cel uit Arnhem opgepakt nadat ze op een vakantiepark in Weert wapens testten. Het doel was mogelijk een grootschalige aanslag op de Gay Pride in Amsterdam.
Op 18 maart 2019 schoot Gökmen Tanis in Utrecht doelgericht op trampassagiers en voorbijgangers. Er vielen vier doden en zes gewonden. Tanis pleegde de aanslag naar eigen zeggen ter verdediging van zijn islamitische geloof.
Samuel Paty
In oktober 2020 werd in de Franse plaats Éragny geschiedenisdocent Samuel Paty onthoofd: door de 18-jarige Russisch-Tsjetsjeense moslim Abdoullakh Anzorov. Paty had in een les over vrijheid van meningsuiting twee Mohammedcartoons uit Charlie Hebdo laten zien. Anzorov pleegde de aanslag ‘in naam van Allah’. De Franse schrijver-journalist Stéphane Simon reconstrueerde de gebeurtenissen in zijn boek De laatste dagen van Samuel Paty.
In september 2021 arresteerde de politie negen terreurverdachten in Eindhoven die een islamitische aanslag aan het voorbereiden waren, gericht op enkele Nederlandse politici.
De afgelopen jaren heeft de anti-islamitische protestbeweging Pegida in Nederland meermaals Korans verbrand of verscheurd. Bij een tegendemonstratie liep het in januari van dit jaar uit de hand: in Arnhem zochten actievoerders de confrontatie met Pegida-voorman Edwin Wagensveld. In Turkije werd vervolgens de Nederlandse ambassadeur op het matje geroepen. Ook de Pakistaanse regering riep Nederland op om actie te ondernemen tegen Pegida. Minister Dilan Yeşilgöz van Justitie waarschuwde voor een verhoogde terreurdreiging en uit voorzorg werden enkele Nederlandse overheidsgebouwen in het buitenland tijdelijk gesloten. Het leek wel een beetje op de Deense cartoonaffaire.
Op 24 mei zei toenmalig BBB-Tweede Kamerlid Mona Keijzer in een talkshow dat veel asielmigranten uit landen komen waar het islamitisch geloof dominant is, en dat jodenhaat daar bijna onderdeel van de cultuur is. Enkele moslims deden aangifte van groepsbelediging. In juli liet het Openbaar Ministerie weten de zaak te seponeren, hoewel het meende dat Keijzers uitspraken strafbaar waren. Maar had Keijzer niet gewoonweg gelijk? Hoe dan ook: zij had haar uitspraak kennelijk niet mogen doen.
Op 19 september stak de 22-jarige Ayoub M. aan de voet van de Rotterdamse Erasmusbrug met twee messen om zich heen. Een man van 32 kwam om het leven, een 33-jarige man raakte gewond. Hoewel M. volgens een vonnis uit 2022 ‘volledig ontoerekeningsvatbaar’ was, wordt hij door het Openbaar Ministerie verdacht van moord en poging tot moord met een terroristisch oogmerk. De man had immers Allah aangeroepen tijdens het steken.
Belangrijke inzichten
Voor zover het nog niet duidelijk was toen Van Gogh nog leefde, hebben de afgelopen twintig jaar in elk geval vijf belangrijke inzichten opgeleverd.
In de eerste plaats: ervaren belediging van de islam, van islamitische symbolen of figuren, en daarmee van Allah zelf, is een trigger voor geweld onder orthodoxe moslims. Soms volgt die duiding uit islamitische jurisprudentie. Of er een intentie was om te beledigen, is in beginsel irrelevant. De legitimering voor het geweld volgt uit de islamitische bronnen (de Koran en de overleveringen van uitspraken en handelingen door Mohammed).
Ten tweede: zulk geweld vindt niet slechts plaats tegen de meest zichtbare personen in het publieke domein, zoals Geert Wilders of Ayaan Hirsi Ali. Ook volstrekt onbekende mensen, zoals een geschiedenisdocent, kunnen het slachtoffer worden van islamitisch terroristisch geweld. De geweldsdreiging richt zich daarmee tot iedereen.
Ten derde: ook veel niet-moslims vinden het ongewenst om de islam te bekritiseren. Daarbij is de redenering dat het in moreel opzicht niet zou deugen om mensen te kwetsen en dat iedereen ‘in z’n waarde’ moet worden gelaten. Ook het ideaal van de multiculturele samenleving speelt een rol. Direct na de moord op Van Gogh werd hij zélf (deels) schuldig verklaard: hij had beter rekening moeten houden met de gevoelens van boze moslims. Toenmalig D66-minister Laurens Jan Brinkhorst (Economische Zaken) noemde Van Gogh zelfs naïef en vergeleek Submission met het opsteken van een sigaret in een munitiemagazijn.
Ten vierde: islamitische aanslagplegers worden frequent neergezet als ‘verward’, het liefst zonder dat hun godsdienstige achtergrond wordt genoemd, waardoor automatisch wordt verondersteld dat er van een verband geen sprake was of kan zijn. Dat is een stelselmatige tekortkoming bij de duiding van het probleem. Wanneer politici, bestuurders of journalisten op deze wijze hun kop in het zand steken, verzaken ze hun taak. En: elke keer wanneer aanslagplegers haarfijn hun religieuze motieven uit de doeken doen, staan hun duiders voor schut.
Ten vijfde: Nederland is de afgelopen twintig jaar veel minder verdraagzaam geworden. In een gesprek met Nazmiye Oral van de Nederlandse Moslimomroep zei Van Gogh in het najaar van 2002: ‘Ik denk dat de tolerantie jegens andersdenkenden in Nederland steeds kleiner zal worden onder invloed van de islam. Ik denk dat heel veel mensen nu al hun mond houden omdat ze bang zijn. Zeker na de moord op Fortuyn is dat sterker geworden. En je kan toch ook niet verlangen van mensen – die eenvoudig in Nederland zijn opgegroeid – dat ze dan heel erg gestimuleerd worden door de gebeurtenissen op 11 september. (…) Dat laat toch z’n sporen na, vermoed ik.’ Van Gogh wist toen nog niet dat ook zijn eigen dood dergelijke sporen zou nalaten.
Theo van Gogh had gelijk
We lijken twintig jaar na 2 november 2004 weinig te hebben geleerd. Noch over het behoud van onze democratische rechtsstaat, noch over de jihadistische bedreiging daarvan, die wordt gevoed door grootschalige migratie uit niet-westerse landen. Geen enkele krantenredactie zal nog Mohammedcartoons durven publiceren: omdat het letterlijk levensgevaarlijk is. Door te zwichten voor intolerantie worden zo nieuwe normen gecreëerd die niet passen bij een open samenleving.
Theo van Gogh had gelijk: je moet mensen – gelovigen én niet-gelovigen – kunnen beledigen. Het is bedroevend dat zoveel Nederlanders nog steeds niet naar hem luisteren.
Van Bart Collard verscheen in 2023 ‘Het recht op misinformatie’. Het boek is overal te koop en te bestellen, ook in de winkel van Wynia’s Week. Kijk HIER.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!