De Heilige Rechtsstaat als bolwerk tegen kabinet en kiezer
De rechtsstaat is in politiek Den Haag zowat heilig verklaard, althans door de oppositie in de Tweede Kamer. Maar dan vooral als obstakel tegen het door de oppositie ongewenste kabinet-Schoof – met de vermaledijde PVV erin. En adviesraden, ambtenaren en instituten zijn verheven tot onschendbare entiteiten, waar regeringspolitici zich naar hebben te voegen.
Vóórdat Nieuw Sociaal Contract met tegenzin toetrad tot het ‘extraparlementaire’ kabinet met de PVV stond partijleider Pieter Omtzigt er op dat VVD, PVV en BBB zouden instemmen met een verklaring over het ‘waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat’.
Onbedoeld zette Omtzigt hiermee de oppositie op het paard. Bliksemsnel lag De Rechtsstaat (met hoofdletters) op de tong van elke oppositiepoliticus. Regels, wetten en rechterlijke interpretaties van vóór de start van het kabinet-Schoof kregen bij de oppositie en delen van de media de status van heilige schrift.
De dragende motivering
Na het opstellen van de ‘rechtsstaatverklaring’ is NSC in de Tweede Kamer nu mikpunt voor de oppositie. Bij de eerste Algemene Politieke Beschouwingen eisten de oppositiepartijen op hoge toon dat het kabinet geen uitzonderingsbepalingen in de Vreemdelingenwet (‘noodwetgeving’) mocht gebruiken om het aantal asielaanvragen in te dammen. ‘Rechtsverachting!’ galmde Mirjam Bikker van de ChristenUnie door de Kamer.
Een andere vondst van NSC, de dragende motivering als voorwaarde voor de ‘noodwetgeving’, keerde als een boemerang terug richting kabinet én richting NSC-fractieleider Nicoline van Vroonhoven. De oppositie eiste – als ware ze discipelen van Omtzigt uit de tijd van het Toeslagen-schandaal – dat alle ambtelijke advisering over de ‘noodwetgeving’ stante pede op tafel kwam.
Om zich de oppositie van het lijf te houden stemde Van Vroonhoven mee met de oppositie (‘artikel 68 van de Grondwet!’) en maakte de regering-Schoof een waslijst aan ambtelijke denkoefeningen openbaar over het inzetten va uitzonderingsbepalingen in de Vreemdelingenwet. Deze adviezen bevatten volop juridische bezwaren tegen activering van ‘noodwetgeving’. Alom klonk vanuit de oppositie: ‘dit kan niet, mag niet en sneuvelt bij de rechter!’.
Vanaf 2020 zijn uitzonderingsbepalingen uit diverse wetten door de regering gebruikt voor maatregelen ter bestrijding van Covid. Veel burgers hadden destijds wél begrip voor maatregelen ter voorkoming van verspreiding van corona, maar níet voor de vrijheidsbeperkende maatregel van de avondklok. Niet ten onrechte: die avondklok bleek achteraf amper effect te hebben gehad en was gemotiveerd met nogal dunne adviezen van het (destijds bijna heilig verklaarde) Outbreak Management Team.
Niemand riep ‘rechtsverachting!’
Er gingen in 2021 ook mensen naar de rechter vanwege de avondklok: ‘Viruswaarheid’ van Willem Engel om precies te zijn. Die gebruikten daarbij vergelijkbare grote woorden als die Bikker, Rob Jetten, Frans Timmermans en Henry Bontenbal nu inbrengen tegen het beleid van de regering-Schoof: dat de regering ten onrechte probeerde het parlement te passeren en een loopje nam met de democratie.
‘Viruswaarheid’ kreeg op 16 februari 2021 in eerste instantie gelijk van de rechter, maar de regering overtroefde hen door bliksemsnel de ‘Tijdelijke wet beperking op het vertoeven in de open lucht covid-19’ in te dienen om de avondklok achteraf juridisch recht te breien. De regeringspartijen en vrijwel de voltallige oppositie gingen binnen vier dagen zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer akkoord met deze ‘Avondklok-wet’. Niemand van de gevestigde partijen vroeg om een dragende motivering of riep theatraal ‘rechtsverachting’.
Demonstratierecht
Goed toch, dat politici én media anno 2024 zo bezorgd zijn over de grondwet en de rechtsstaat? De regerende partijen legden zichzelf in de ‘rechtsstaatverklaring’ ook de verplichting op om ‘instituties als rechtspraak, wetenschap en media te beschermen en versterken’. Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging vroeg zich voor de camera zelfs af of ze nog wel kritiek mocht hebben op het RIVM. Met een regering in dergelijke verwarring is het voor de oppositie eenvoudig om elke kritische opmerking van regeringspartijen op De Rechtspraak, De Wetenschap en De Media tot schandaal op te blazen.
De oppositie herontdekte al snel het demonstratierecht. Dat recht stond in Coronatijd regelmatig ter discussie, omdat de regering-Rutte uitzonderingsbepalingen uit de Wet op de Publieke Gezondheid had geactiveerd, die vervolgens burgemeesters de mogelijkheid gaf samenkomsten te verbieden.
Femke Halsema en de antisemitische straatmeute
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema liet op 7 oktober 2024 een luidruchtige groep pro-Palestijnse demonstranten op zicht- en gehoorsafstand staan van een pro-Israël bijeenkomst op de Dam ter herdenking van de moordpartij door Hamas één jaar eerder. Het leidde tot duw- en trekwerk en belaging van deelnemers die een Israëlische vlag bij zich droegen. Een aanhanger van de Partij voor de Dieren gooide tijdens het herdenkingsgedeelte bloed over de Israëlische vlag. Kritiek op de burgemeester volgde, ook van Geert Wilders die op X de anti-Israël schreeuwers én burgemeester Halsema het land uit wenste.
Oppositie, collega-burgemeesters en rechtsgeleerden als Wim Voermans schoten de burgemeester te hulp: Halsema had op loffelijke wijze jurisprudentie van het EVRM tot op de letter geëerbiedigd. Gevoeligheden over antisemitisme deden er volgens deze juridische Schriftgeleerden niet toe. Waar tot voor zeer kort geleden een antisemitische straatmeute in Nederland gold als de ergst denkbare aanval op de beschaving heette het nu juist dat de X-post van Wilders zowat het einde van de rechtsstaat inluidde.
In het recente verleden lieten GroenLinks en Halsema zich overigens zelf door gevoeligheden leiden: zo dienden ze voorstellen in om demonstraties bij abortusklinieken te kunnen verplaatsen. En in september 2023 deed de PvdA in een Kamerdebat bij monde van Kamerlid Songül Mutluer samen met het islamitische DENK nog een oproep koranverbrandingen te verbieden, een voorstel zonder enige basis in de grondwet met als argument: gevoeligheden onder moslims.
De disclaimer voor regeringsdeelname van NSC heeft bij oppositiepartijen en delen van de media al bijna de status van een verdrag. Een NOS-journaliste overhoorde Geert Wilders: had de PVV-leider met zijn kritiek op burgemeester Halsema (‘een Instituut!’) niet ‘de rechtsstaatverklaring’ overtreden? Minister Fleur Agema kreeg bij Nieuwsuur na haar aanvankelijke besluit geen vaccins tegen apenpokken te leveren aan Afrikaanse landen te maken met een bestraffende overhoring door presentatrice Mariëlle Tweebeeke: had Agema niet een heus advies van haar ambtenaren genegeerd?
Haperend journalistiek geheugen
Goed nieuws toch, deze hervonden scherpte van onze media richting ministers? Zo sprak EO presentator Tijs van den Brink schande van de suggestie vanuit regeringspartij BBB om het Commissariaat voor de Media onderzoek te laten doen naar de objectiviteit van de berichtgeving van de NOS over Israël.
Het journalistieke lange-termijn geheugen haperde: PvdA-kamerlid Mohamed Mohandis pleitte op 2 februari 2023 namelijk bij dezelfde Tijs van den Brink in de studio voor het uit het bestel zetten van de sterk PVV-FVD gezinde aspirant-publieke omroep Ongehoord Nederland. Dit nadat een (nogal dun) onderzoek van de Ombudsman van de Publieke Omroep ‘gebrek aan doorvragen’ en ‘eenzijdigheid’ bij het programma Ongehoord Nieuws vaststelde, journalistieke kwalen waar overigens vele NPO-programma’s aan lijden. De poging van het NPO-bestuur tot schorsing van ON strandde uiteindelijk bij nota bene D66-staatssecretaris voor media Gunay Uslu, bij gebrek aan dragende motivering.
De onheilstijdingen over de aanstaande ontmanteling van de rechtsstaat komen vooral van politici van de oppositie als Timmermans, Bikker en Jetten. Én van een groep zich met hen identificerende bestuurders, wetenschappers en mediamensen die tot voor kort amper tegenspraak kregen en nogal moeilijk kunnen verkroppen dat de kiezer op 22 november 2023 niet deed wat zij wilden.
Coen de Jong is auteur van de boeken ‘Dwingeland’ (2021) en ‘Wokeland’ (2022), beide onder meer verkrijgbaar in de winkel van Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!