Ga in debat met Jan van de Beek!

Reitsma
Jan van de Beek. Beeld: YouTube

Onlangs publiceerde wiskundige en antropoloog Jan van de Beek zijn boek Migratiemagneet Nederland. Daarin stelt hij onder meer dat asielmigranten uit Afrika en het Midden-Oosten zich onderscheiden  van de meeste andere migranten doordat ze doorgaans laag opgeleid zijn, andere culturele patronen, waarden en religies hebben en zich afwijzend opstellen ten opzichte van de samenleving, wat hun integratie in de weg staat. Er is sprake van een integratiecrisis, die er uit bestaat dat we ieder jaar weer veel mensen met een grote culturele afstand tot Nederland binnenlaten die we heel moeilijk kunnen integreren en die heel vaak in armoede terechtkomen.

Verder besteedt Van de Beek ruime aandacht aan de kosten van migratie. Daarbij vraagt hij zich af waarom het taboe in Nederland is om uit te rekenen wat de immigratie kost. In andere landen bestaat dat taboe namelijk niet.

Collectieve psychose

Na verschijning van het boek kreeg Jan van de Beek de gelegenheid het in een aantal dagbladen en tv-programma’s toe te lichten. Dit leidde tot een ‘collectieve psychose bij links Nederland’ zoals Wierd Duk dat in zijn podcast betitelde. Arnout Jaspers gaat hier uitgebreid op in.

De grootste zonde die Jan van de Beek begaan heeft is dat hij afwijkt van het heersende progressieve narratief op het gebied van migratie en asiel. Centraal hierin staan overtuigingen zoals de morele verantwoordelijkheid om vluchtelingen op te vangen, het belang van sociale rechtvaardigheid en het idee dat diversiteit een verrijking is voor de samenleving.

Deze morele overtuigingen spelen een belangrijke rol in het migratieonderzoek. Ik wil dit toelichten aan de hand van een publicatie van de Franse filosoof Michel Foucault. Foucault wordt gezien als een voorloper van het woke-denken, maar hij heeft toch ook interessante publicaties op zijn naam staan.

In december 1970 houdt Foucault een inaugurele rede bij de aanvaarding van het hoogleraarschap aan het Collège de France: L’ordre discours (in het Nederlands vertaald als ‘De Orde van het Spreken’). Hierin betoogt hij dat er vooral binnen de menswetenschappen in elke historische periode en elke samenleving een bepaald waarheidsregime bestaat: een manier waarop de waarheid wordt geproduceerd, gecontroleerd en verspreid. Hij verwijst naar de mechanismen en praktijken die bepalen welke uitspraken als waar en waardevol worden beschouwd, wie het recht heeft waarheid te spreken en hoe deze waarheid wordt geaccepteerd en verspreid.

Kennisuitsluiting

Foucault benoemt verschillende vormen van uitsluiting binnen de wetenschap. Hier ga ik na welke daarvan een rol spelen bij de reacties op Migratiemagneet Nederland. De eerste is kennisuitsluiting: sommige soorten kennis of perspectieven worden niet geaccepteerd binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Als het gaat om migratie spelen deugfactoren daarbij een grote rol.

Zo verscheen op de website van BNN/Vara (‘Joop’) een kort interview met Peter Hein van Mulligen met de kop ‘Hoofdeconoom CBS legt haarfijn uit waarom Jan van de Beek een fopwetenschapper is’. Je mag dan toch wel een gedegen analyse verwachten van wat er wetenschappelijk gezien niet klopt aan het boek van Jan van de Beek. Heeft hij de verkeerde microdata (van het CBS!) gebruikt, is er iets mis met de onderzoeksopzet, gebruikt hij de verkeerde variabelen, had hij een ander rekenmodel moeten gebruiken? 

Verdachtmaking en zedepreek

Maar er wordt helemaal niets uitgelegd. Hoofdeconoom Van Mulligen spreekt over de ‘door Forum voor Democratie betaalde wiskundige Jan van de Beek’. Deze bewering klopt niet, want Jan van de Beek werkt als freelancer. Wel heeft het Renaissance Instituut, het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie, eenmalig subsidie verleend voor het onderzoek ‘Grenzeloze Verzorgingsstaat’ van Jan van de Beek. Deze subsidie was ook nodig om het CBS te betalen voor het gebruik van microdata. Dus als Jan van de Beek subsidie aanneemt van het Renaissance Instituut is hij een fopwetenschapper, maar het CBS heeft er geen bezwaar tegen als datzelfde Instituut de rekening betaalt voor het gebruik van microdata.

Het Joop-artikel besluit met de stelling dat we volgens Van Mulligen beter kunnen luisteren naar migratie-expert Hein de Haas. Hein de Haas komt samen met Leo Lucassen uitgebreid aan het woord in de Volkskrant van vrijdag 25 oktober. Hun artikel begint met een zedenpreek: ‘Migranten krijgen overal de schuld van… Stop met politieke stemmingmakerij en selectief shoppen in de feiten.’ Vervolgens wijzen ze naar ‘het vele onderzoek dat gerenommeerde instituten als het CBS en het SCP de afgelopen decennia hebben uitgevoerd’. Als ze het boek Migratiemagneet Nederland hadden gelezen, hadden ze gezien dat Jan van de Beek wel degelijk gebruik heeft gemaakt van onderzoek van het CBS en het SCP. De meeste data komen juist van het CBS: zowel microdata als open data.

Daarna komen ze dan eindelijk met een aantal feiten. Voorbeeld: ‘Uit cijfers van het CBS blijkt dat van de asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen zo’n 45 procent een fulltime baan heeft.’ Zij verwijzen daarbij naar het SER-bericht over de arbeidsmarktpositie van vluchtelingen, waar dezelfde rekenfout wordt gemaakt. 

In het dashboard van het CBS staat namelijk dat 52% van het genoemde cohort na 7 jaar werkt. Van die 52% werkt 45% fulltime. Dus van de asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen heeft zo’n 23 procent een fulltime baan.

Institutionele uitsluiting

Foucault richt zijn aandacht ook op de institutionele structuren van de wetenschap, zoals universiteiten en onderzoeksinstellingen, waarbinnen bepaalde disciplines, methoden en onderzoeksthema’s als waardevoller worden beschouwd dan andere. Dit kan leiden tot uitsluiting van alternatieve benaderingen en onderwerpen die niet als ‘legitiem’ worden beschouwd.

In dit verband is het van belang dat bovengenoemde critici belangrijke machtsposities binnen de wetenschappelijke instituties innemen.

Leo Lucassen is hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de universiteit van Leiden, directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam en lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.

Hein de Haas is als hoogleraar sociologie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en als bijzonder hoogleraar migratie en ontwikkeling aan de Universiteit Maastricht. Hij is mede-oprichter en voormalig directeur van het International Migration Institute (IMI) aan de Universiteit van Oxford.

Peter Hein van Mulligen is hoofdeconoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en heeft vooral bekendheid verworven als woordvoerder economie en arbeidsmarkt voor die instelling. De wettelijke taak van het CBS is om de statistische informatie op een onafhankelijke wijze zo breed mogelijk te ontsluiten en gelijktijdig publiekelijk toegankelijk te maken.

Disciplinaire uitsluiting

De wetenschap oefent bepaalde vormen van discipline en controle uit op degenen die binnen de wetenschappelijke gemeenschap vallen. Foucault wijst op de invloed van bepaalde normen, regels en methoden binnen de wetenschap die ervoor zorgen dat sommige onderzoekers, ideeën en praktijken als onwenselijk of onacceptabel worden beschouwd.

In het voorwoord van de tweede druk van het onderzoek ‘Grenzeloze Verzorgingsstaat’ wordt een voorbeeld gegeven van disciplinaire uitsluiting. De Universiteit van Amsterdam (UvA) had onderdak geboden aan de onderzoekers, maar was niet blij met de eerste druk. Daarom moest het logo van de UvA verwijderd worden. Vanwege contractuele verplichtingen kon dat echter niet. Vervolgens ontving co-auteur professor emeritus Joop Hartog op de dag van publicatie een ultimatum dat zijn gastaanstelling beëindigd zou worden als het logo niet werd verwijderd. Aldus geschiedde: na tientallen jaren trouwe dienst bij de UvA en een glansrijke wetenschappelijk carrière werd het dreigement ten uitvoer gebracht. Ook werd Joop Hartog afgezet als voorzitter van een aantal reeds geplande promotieplechtigheden. Pas nadat ophef was ontstaan in de landelijke pers werd de intrekking van de gastaanstelling van Joop Hartog weer ongedaan gemaakt, maar publieke verontschuldigingen bleven uit.

De Amerikaanse sociaalpsycholoog Jonathan Haidt stelt dat studenten beter in staat zijn zelfstandig en kritisch te denken wanneer ze worden blootgesteld aan een breed scala aan opvattingen, in plaats van alleen aan een dominante, vaak eenzijdige ideologie.

Dus er is niets op tegen als studenten de publicaties van Hein de Haas en Leo Lucassen lezen, maar zet dan ook Migratiemagneet Nederland op de boekenlijst. Zo kunnen studenten hun eigen oordeel vormen.

De groei van kennis

Wetenschappelijk debat is van essentieel belang voor de vooruitgang van kennis. Het is nuttig dat er verschillende perspectieven en analyses worden gepresenteerd, vooral in maatschappelijk relevante gebieden zoals migratie. In plaats van de integriteit van Jan van de Beek ter discussie te stellen, zou het constructiever zijn om in het wetenschappelijk en publiek domein een inhoudelijke discussie aan te gaan over de methoden en conclusies die Van de Beek presenteert.

Feike Reitsma is meer dan veertig jaar werkzaam geweest op het gebied van overheidspersoneelsbeleid, arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktonderzoek.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!